LEREN IN
ORGANISATIES
VERANDERINGSINTERVENTIES
Pre-master Educational Sciences
juni 2021 | Universiteit Utrecht
,Veranderaanpak & diagnose
Introductie veranderprocessen
Organisatieverandering = Organizational change is the process by which
organizations move from their present state to some desired future state to
increase their effectiveness (Jones, 2013).
Verandering = complex. Wat kan er misgaan bij veranderprocessen, risico’s:
• Te groot, te ambitieus
• Te veel lagen in een complex systeem
• Niet genoeg consensus/draagvlak
• Onvoldoende daadkracht/vertrouwen
• Onvoldoende middelen, mensen, expertise, ervaring
• Angst, eigenbelang, andere doelen
• Niet alles is rationeel
• Vergt vermogen om goed na te denken
• Bovenstroom en onderstroom; bovenstroom zijn de factoren die je kunt
waarnemen, onderstroom factoren waarbij dat lastiger is
→ Verandering en innoveren spreekt ook veel mensen aan
,Fasen veranderproces De Caluwé, 2011
De Caluwé, L. (2011) Intervening and interventions: an overview. In:
Adams e.a. (red) Preparing better consultants: the role of
Academia. Research in management consulting. (p 121-150)
Fasen veranderproces (De Caluwé, 2011)
Diagnosis
Core
Veranderbenadering
Change strategy
Intervention plan
Interventions
→ Let op, ingevoegde tekst vak met Veranderbenadering komt later aan bod en is geen
onderdeel vd theorie van De Caluwé
• Rechtlijnig schema, is niet altijd zo rechtlijnig. Puur een diagnose stellen kan
bijvoorbeeld ook al een interventie zijn → iteratief proces
Diagnose
Veranderdiagnose De Caluwé
Diagnose
Waar? • In welke omgeving?
• Organisatiekenmerken?
• Afbakening
Waarom? • Wat is de aanleiding?
• Waarom is het veranderen zinvol, wenselijk of
nodig?
• Wat is de urgentie? Waarom nu?
Waartoe? • Wat is de gewenste situatie?
• Wat is de ambitie?
Wie? • Wie zijn er bij betrokken?
• Wat betekenen de veranderingen voor hen?
• Wie heeft welke rol?
Wat? • Om wat voor soort verandering gaat het?
• Wat wijzigt er in de organisatie?
• Welke modellen/theoretische concepten zijn hier
relevant?
→ je koppelt in de diagnose de hulpvraag vd organisatie aan theoretische
concepten
, • Je benadert veranderingen altijd vanuit een paradigma, nooit geheel
objectief. De Caluwé noemt de volgende paradigma’s (verzameling
denkbeelden en principes over hoe je de wereld en mensen om je heen
ziet:
o Functionalist paradigm
▪ De wereld als voorspelbaar, geordend en gestructureerd.
Tegenstrijdigheden worden ontkend, opgelost of
geëlimineerd.
o Radical paradigm
▪ Focus op conflicten, belangen, macht, overleving en
aanpassing.
o Humanist paradigm
▪ Mensen zijn van nature gemotiveerd om hun
werk/leefomstandigheden radicaal te verbeteren.
Emancipatie.
o Interpretative paradigm
▪ Focus ligt op betekenisgeving, de werkelijkheid als sociale
constructie, meervoudige perspectieven.
• Belang van meervoudig kijken. Wees je bewust van je eigen bril en
probeer verschillende brillen op te zetten.