100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting Thema's Maatschappijleer voor VWO pluriforme samenleving €6,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Thema's Maatschappijleer voor VWO pluriforme samenleving

 0 keer verkocht

begrippenlijst van 'Thema's maatschappijleer' van het hoofdstuk 'pluriforme samenleving'.

Voorbeeld 2 van de 8  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 4: pluriforme samenleving
  • 26 juni 2021
  • 8
  • 2018/2019
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (1006)
avatar-seller
noahvanwerkhoven
Maatschappijleer 29.6.2020



Pluriforme Samenleving
1: Verschil en Verdraagzaamheid
Vrijheidsdrang = De behoefte om vrij te zijn.
Ordening = Groeperen volgens bepaalde kenmerken.
Pluriforme samenleving = Een land waarin mensen van verschillende sociale klassen,
godsdiensten en levensstijlen samenleven.
Communicatiemiddelen = Dat waardoor de communicatie plaatsvindt.
Tijdsrekening = Een tele-systeem om te kunnen werken met het verschijnsel van de
gedurende opeenvolging van gebeurtenissen.
Republiek der Verenigde Provinciën = Het huidige Nederland.
Morele geografie = Het dicht op elkaar leven van mensen op een klein grondgebied heeft
een grote invloed op de manier waarop mensen met elkaar omgaan.
Pragmatische keuze = Het profijt weegt zwaarder dan de principes van het geloof.
Pragmatische tolerantie = Het profijt zwaarder laten wegen dan de principes van het geloof.
Tolerantie = Bereidheid om dingen te verdragen die ergernis kunnen oproepen.
Gedogen = Iets wat bij de wet verboden is maar in de praktijk toestaan.
Vrijheid van geweten = De vrijheid om er bepaalde denkbeelden op na te houden.
Openheid = Niet achter gesloten deuren.
Principiële kant = Volgens een overtuiging of principe.
Dissident = Iemand met een andere mening dan anderen in een groep.
Poldermodel = Besturen en besluiten nemen door middel van overleg.
Pacificatiedemocratie = Staatsvorm waarbij de leiders ondanks hun meningsverschillen de
bereidheid vertonen om samen te werken.
Matiging = Afzwakking.
Conformisme = Het verlangen om zich aan te passen aan de opvattingen en gedragingen van
de meerderheid in de samenleving.
Politieke conflict = Conflicten tussen politici en de burgers.
Sociale conflict = Interculturele conflicten.
Globalisering = Proces waarbij landen op economisch, cultureel, sociaal en politiek gebied
met elkaar verbonden worden.

, Maatschappijleer 29.6.2020




Polarisatie = Het veroorzaken van een conflict of het versterken van tegenstellingen tussen
partijen of bevolkingsgroepen.
Sociale cohesie = Het vertrouwen van burgers in elkaar en in de overheid.



2: Cultuur en Identiteit
Cultuur = Alle waarden, normen en andere aangeleerde kenmerken die de leden van een
groep of samenleving met elkaar gemeen hebben en als vanzelfsprekend beschouwen.
Cultuurverandering = Het veranderen van de cultuur.
Gemeenschappelijk referentiekader = Als mensen dezelfde normen, waarden en
gewoonten hebben.
Gedrag regulerend = Alles wat het gedrag van mensen geordend en voorspelbaar doet
verlopen.
Dominante cultuur = Het geheel van waarden, normen en kenmerken dat door de meeste
mensen binnen een samenleving wordt geaccepteerd.
Subcultuur = Een specifieke groep die eigen waarden, normen en andere kenmerken
ontwikkelt die afwijken van de dominante cultuur.
Tegenculturen = Groepen die zich verzetten tegen (delen van) de dominante cultuur of daar
zelfs een bedreiging voor vormen.
Socialisatie = Het proces waarbij iemand bewust en onbewust de waarden, normen en
andere cultuurkenmerken van zijn groep krijgt aangeleerd.
Imitatie = Nadoen van het gedrag van mensen waar je een sterke binding mee hebt.
Socialiserende instituties = Instellingen, organisaties en overige collectieve gedragspatronen
waarmee de cultuuroverdracht in een samenleving plaatsvindt.
Formele sociale controle = De manier waarop mensen anderen stimuleren of dwingen zich
aan de geldende normen te houden gebaseerd op geschreven regels.
Informele sociale controle = De manier waarop mensen anderen stimuleren of dwingen zich
aan de geldende normen te houden gebaseerd op beleefdheidsvormen en andere
ongeschreven regels.
Sancties = Straffen of beloningen om te zorgen dat men zich gedraagt naar de geldende
normen.
Groepsidentificatie = Het proces dat door socialisatie mensen zich verwant voelen met de
dominante cultuur en met de cultuur van kleinere groepen.

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper noahvanwerkhoven. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 69252 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€6,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd