Hoorcollege conceptie en
embryonale ontwikkeling
Week 2
Conceptie – “Benodigdheden”
23 + 23 = 46
à Gaat over aantal chromosomen wat betrokken is bij de conceptie (bevruchting). Je krijgt
23 chromosomen van je vader, 23 chromosomen van je moeder en dat vormt samen 23 paar
chromosomen in totaal 46 chromosomen.
De embryo komt tot stand omdat twee geslachtscellen (gameten) met elkaar samensmelten
(zaadcel met de eicel). De zaadcel komt bij de man vandaan en zaadcellen zijn eigenlijk on
demand 24/7 beschikbaar. Dat is anders dan met de eicel, ongeveer 1x in de vier weken
komt er een eicel tot rijping die ook daadwerkelijk bevrucht kan worden.
De rijping van de geslachtscellen zowel van de zaadcellen dus van de eicellen staat natuurlijk
niet op zichzelf, dat wordt heel goed gereguleerd door hormonen in het lichaam en met
name LH en FSH, oestrogeen en progesteron bij de vrouw spelen een belangrijke rol
Bij de man spelen met name FSH, ICSH en testosteron een belangrijke rol bij de ontwikkeling
van zaadcellen.
Bij de vrouw lopen er twee cycli
tegelijkertijd en zijn ook heel
goed op elkaar afgestemd:
Ovariële cycli (rijping
eitje)
Menstruatiecyclus
Ovariële cyclus
Tijdens het rijpen gaan de
follikelcellen in de eierstok
oestrogeen produceren.
Oestrogeen zorgt ervoor dat het
baarmoederslijmvlies al een
beetje gaat opbouwen.
Bij de ovulatie komt er een eicel
vrij en die kan berucht worden
door een zaadcel. Maar de
,“verpakking” waar de eicel in gezeten heeft dat gaat niet zomaar verloren. Dat ontwikkelt
zich tot het zogenaamde gele lichaam (corpus luteum). Dit gaat progesteron produceren à
koppelt enerzijds negatief terug naar de hypofyse zodat die minder LH gaat uitscheiden en
anderzijds zorgt het ervoor dat het baarmoederslijmvlies zich gaat voorbereiden op een
eventuele bevruchting/ je ziet dat het baarmoederslijmvlies gaat opzwellen. Dat er een
toename van de doorbloeding plaatsvindt, het wordt eigenlijk helemaal klaar gemaakt voor
een eventuele bevruchte eicel om daar te kunnen gaan innestelen.
In de situatie dat er geen bevruchting optreedt zien we dat het gele lichaam eigenlijk vergaat
aan het eind (na een week of 2) en als deze vergaat dan dalen ook de oestrogeen en
progesteron spiegels in het lichaam. Die daling is voor de baarmoeder een teken om het
slijmvlies af te stoten en dan ontstaat er menstruatie.
Rondom het moment van de ovulatie vindt de bevruchting plaats. Als je het
hebt over zwangerschapsduur dan reken je niet vanaf het moment van de
bevruchting maar dan reken je vanaf de 1e dag van de laatste menstruatie.
Dus eigenlijk reken je 2 weken terug à verschil AD en leeftijd embryo.
De conceptie/bevruchting
Bij een zaadlozing van een man komt er ongeveer 3 ml sperma in de vagina terecht. Dat zijn
miljoenen zaadcellen.
De zaadcellen moeten in een halve dag/12-24 uur ongeveer 15 cm afleggen om van de
vagina ergens in de eileider terecht te komen om daar een vrijgekomen eitje te bevruchten.
Een zaadcel kan 4 tot 6 dagen overleven in het lichaam van een vrouw. Een eicel kan na het
vrijkomen nog 2 dagen overleven à wanneer mensen seks hebben een dag of 4/5 voor de
ovulatie tot ongeveer 2 dagen na de ovulatie kan er bevruchting optreden.
De zaadcel dringt de eicel binnen en uiteindelijk, het genetisch materiaal wat in de kop van
de zaadcel zit versmelt met de kern van de eicel en vormt nieuw leven, een embryo.
Meestal gebeurt dit ergens in de eileider.
Week 1-3
Na de bevruchting staan de eerste dagen in het teken van delen en reizen.
Dag 3: Morula (braamframboos)
Dag 5: Blastocyste
Na een dag of 6 komt de blastocyste aan in de baarmoeder. Daar gaat hij innestelen.
De trofoblastcellen vormen een soort vingervormig uitlopingen, vingervormige fili. Die gaan
contact maken met de spiraalarteriën van de moeder. Zodat er uitwisseling van
voedingsstoffen en afvalstoffen kan gaan plaatsvinden tussen de moeder en het kind.
,De trofoblastcellen groeien om het embryo heen, de rode cellen dat wordt uiteindelijk de
placenta en de gele cellen wordt het embryoblast genoemd maar dat wordt uiteindelijk het
embryo.
3 kiemschijven
(Hoef je niet tot in detail te weten)
In het embryoblast ontstaan in de loop van der tijd zogenaamde kiemschijven uit de gele
cellen.
Ectoderm: huid, sensorisch stelsel, zenuwstelsel en deel
hormoonstelsel
Endoderm: spijsverteringsstelsel, ademhalingsstelsel, delen van het
hormoonstelsel
Mesoderm: motorisch stelsel, urinewegstelsel, circulatiestelsel,
voortplantingsstelsel, delen van het hormoonstelsel
HCG
Het is belangrijk dat het baarmoederslijmvlies ook blijft bestaan en niet afgestoten wordt.
Om de zwangerschap in stand te houden is het van belang dat het lichaam
oestrogeen en progesteron blijft maken, die hormonen zorgen ervoor dat de
zwangerschap in stand gehouden wordt.
Oestrogeen en progesteron worden gemaakt door het gele lichaam: dús het gele
lichaam moet in stand worden gehouden. De trofoblastcellen die om het embryo
heen zitten maken HCG (Humaan Chorion Gonadotrofine).
Is een hormoon dat ervoor zorgt dat het gele lichaam in stand blijft en dat de
zwangerschap niet afgebroken wordt.
Het HCG maakt de vrouw dus aan op het moment dat ze zwanger is en dat wordt ook
gebruikt, dat kun je ook aantonen in het bloed of urine, voor verschillende
zwangerschapstesten.
Ook lange tijd gebruikt voor het ontwikkelen van medicatie voor vrouwen die moeite
hadden met zwanger worden: moeders voor moeders.
Na een maand of 3 stopt de productie van HCG, verdwijnt dus ook het gele lichaam maar
vanaf dat moment neemt de placenta de productie van oestrogeen en progesteron over om
de zwangerschap in stand te blijven houden.
Week 4-9
Embryonale ontwikkeling
, Uiteindelijk zie je dat in een periode van een week of 9/10 en embryo zich ontwikkelt van
een heel klein celletje, tot na een week of 9 (zwangerschapsduur is dan 11) duidelijk
herkenbaar kindje met alles erop en eraan en alle orgaansystemen eigenlijk al volledig
aangelegd.
Foetale stadium (9
weken)
Eerste 9 weken à
embryonale stadium
Daarna à foetale
stadium
Embryonale stadium:
Alle orgaansystemen
worden al aangelegd,
ze ontwikkelen zich
al allemaal. Dat
verklaart ook
waarom vrouwen
juist in de
embryonale fase
gevoelig zijn voor
zogenaamde
teratogenen à schadelijke stoffen van buitenaf (medicijnen, alcohol, nicotine) die schade toe
kunnen brengen aan het baby’tje.
Omdat de meeste organen zich ontwikkelen in de eerste 10-12 weken dat dan de
gevoeligheid voor die schadelijke stoffen voor infecties het grootst is, dat er consequenties
het grootst kunnen zijn.
Voor sommige orgaansystemen zoals het CZS blijft de hele zwangerschap toch kwetsbaar en
voor de meeste orgaansystemen ligt de grootste kwetsbaarheid in het eerste trimester, in de
12 weken van de zwangerschap.
Kortom:
Conceptie – 28e dag: aanleg kiemschijven
1e trimester: organogenese, ca 6 weken AD à hartslag (echografisch)
2e trimester: differentiatie, rijping en groei, circa 4 maanden AD: geslacht vaststellen
(echografisch), “leven voelen” (18-20 weken, 1e zwangerschap) (AD 15 weken, volgende
zwangerschap).
3e trimester: groei
Prenatale zorg
Er is tijdens de zwangerschap ook de moeder en het lichaam van de moeder verandert. Dat
is ook belangrijk tijdens de prenatale zorg om te kijken naar de moeder en hoe het lichaam
zich aanpast aan de zwangerschap.