Samenvatting injecteren tentamen
Medicatie geven: het klaarzetten, aanreiken en/of toedienen van medicijnen.
Bekwaam zijn, bekwaamheid: het hebben van de juiste competenties voor de taak/handeling; dat wil
zeggen de juiste kennis, vaardigheden en professionele houding
Een zorgmedewerker die bekwaam is in medicatie geven, heeft:
1. Voldoende kennis over de werking van medicijnen, het ziektebeeld van de zorgvrager, het
medicatieproces en medicatieproblemen, zoals bijwerkingen en complicaties .
2. Voldoende vaardigheden om medicatie in verschillende toedieningsvormen te geven, en
problemen met medicijngebruik te signaleren en op te lossen of over te dragen.
3. De juiste professionele houding (o.a. communicatievaardigheden) om medicatie te geven.
Bekwaamheid voor het druppelen van de ogen bijvoorbeeld, houdt daarom in dat de
zorgmedewerker:
1. Weet waarvoor de cliënt de oogdruppels krijgt, wat de risico’s zijn en bij welke signalen ze in
moet grijpen
2. Het oogdruppelen goed (volgens protocol/richtlijn) kan uitvoeren
3. Goed afstemt met de cliënt, dat wil zeggen de cliënt instrueert, motiveert en goed
observeert tijdens de handeling, en de handeling op adequate wijze rapporteert
De 5 J’s
1. Juiste medicijn
2. Juiste persoon
3. Juiste tijdstip
4. Juiste toedieningswijze
5. Juiste dosis.
Prikaccident:
- Stap 1: laat de prikwond goed uitbloeden.
- Stap 2: spoel het wondje met lauwwarm water of fysiologisch zout.
- Stap 3: desinfecteer de wond met alcohol 70%.
- Stap 4: meld het prikaccident.
(kijken ook altijd na blootstelling hepatitus B, C en HIV)
Wie mag een injectie toedienen? Verpleegkundigen mogen binnen hun
deskundigheidsgebied functioneel zelfstandig injecties in aders, spierweefsel en onderhuids
geven. Mondhygiënisten mogen binnen hun deskundigheidsgebied zelfstand lokaal
verdoven door het geven van een injectie.
, Toedieningswegen toedienen medicijnen:
- Oraal: via de mond.
- Via de luchtwegen: inhaleren
- Vaginaal: werkt plaatselijk
- Sublinguaal: onder de tong
- Via de huid: opgenomen via het bloed, of plaatselijke huidaandoening.
- Parenteraal: toediening per injectie, als de arts zeker wilt zijn van een snelle
toediening in het bloed.
- Neus, oog en oor: plaatselijke toediening.
- Rectaal: word in het laatste deel van de dikke darm of endeldarm ingebracht
Toedienen van medicijnen:
- Pas handhygiëne toe
- Zet de benodigdheden binnen handbereik
- Controleer het medicijn (soort, dosering, kleur/substantie, vervaldatum,
toedieningswijze en toedieningsvorm), de toedieningslijst (toedieningstijdstip) en de
gegevens van de zorgvrager (naam en geboortedatum).
Na het toedienen van de medicijnen pas je handhygiëne toe, teken de toedieningslijst af en
noteer het tijdstip, soort, concentratie, hoeveelheid, wijze van toediening en noteer
bevindingen.
- Toedienen sublinguaal: mag de stof niet opeten of inhaleren.
- Medicijndrank altijd schudden van tevoren
- Capsule medicijn zittend of staand innemen, mag niet altijd open gebroken worden,
overleg apotheker.
- Toedienen tabletten: fijnmalen mag alleen in overleg met apotheker/arts.
- Toedienen neusdruppels: neus snuiten, hoofd achterover.
- Toedienen oogdruppels: oog moet schoon zijn, hoofd achterover, achter patiënt
staan na toediening minstens 1 minuut traanbuis sluiten.
- Toedienen oordruppels: kamertemperatuur, na toediening 5/10 minuten blijven
liggen.
- Toediening via luchtwegen: zorg bij benauwdheid dat de luchtwegen optimaal
geopend zijn, bij ernstige benauwdheid vernevelen.
- Toediening via de huid: altijd handschoenen aan bij zalf, bij een medicijnpleister plak
op geschikte plaatsen zoals bovenarm, rug en sleutelbeenderen.