Uitwerking casussen PA blok 4
Fysiotherapie leerjaar 1
,Casus 1
Liesklachten
Raffie van der Vaart (32 jaar) is zeer atletisch, en zijn leven lang een enthousiast
sportbeoefenaar. De laatste zes jaren is hij een fanatiek beoefenaar van voetbal. Hij is een
sporter die zoveel plezier heeft in het spelletje, dat een warming up meestal niet aan hem
besteed is, en hij meteen begint met hetgeen hij het liefste doet, namelijk vrije trappen
keihard op goal knallen! Tot hij vorig weekend (3 dagen geleden) opeens een stekende pijn
in zijn lies voelde. De huisarts suggereerde een kleine ruptuur van de aanhechting van de
adductoren. Raffie werkt als metselaar in de bouw. Hij is met ziekteverlof geschreven omdat
het uitvoeren van zijn werk niet gaat. Hij maakt zich zorgen over zijn kansen om weer volop
aan het werk te gaan. Zijn baas heeft hem al vaker gewaarschuwd, dat voetbal eigenlijk een
blessuregevoelige sport is. ‘Werk ligt momenteel niet voor het oprapen!’ Bovendien is Raffie
bang, dat hij over twee maanden niet mee kan doen aan belangrijk voetbaltoernooi. De
hulpvraag van Raffie is dan ook: zo snel mogelijk weer aan het werk en weer voetbal
beoefenen. Over twee maanden meedoen aan het toernooi. Hij is alvast begonnen met flink
rekken, want hij had gehoord dat dat wel goed was!
Rode vlaggen
- (Recent) trauma
- Constante pijn die niet afneemt in rust of bij verandering van houding
- Recent onverklaard gewichtsverlies (> 5 kg/maand)
- Langdurig gebruik corticosteroïden
- Kanker in voorgeschiedenis
- Nachtelijke pijn
- Algemeen onwelbevinden
- Al langer bestaande (onverklaarde) koorts
- Uitgebreide neurologische tekenen en symptomen
Hypotheses
1. Raffie heeft moeite met voetballen vanwege een spierzwakte van de adductoren.
2. Raffie heeft moeite met voetballen vanwege een spierzwakte van de iliopsoas.
3. Raffie heeft moeite met metselen vanwege een disfunctie van het SI-gewricht.
4. Raffie heeft moeite met voetballen vanwege een verminderde ROM door een
capsulair patroon van de heup (veroorzaakt liesklachten).
5. Raffie heeft moeite met metselen vanwege een verminderde kracht in de adductoren
na een ruptuur.
,Onderzoek
Inspectie
Heup (knie/wervelkolom). Roodheid/zwelling huid, vorm, stand, valgus/varus, bekkenshift.
Palpatie
Heup en regio. Let op verdikking, temperatuur, zwelling, hypertonie, pijn, roodheid,
SIPS/SIAS.
Klinimetrie
NPRS, VAS, PSK.
Functioneel onderzoek
Lopen, rennen, schieten, dribbelen, springen, lunge, staan op 1 been.
Basisfunctie onderzoek
Heup: flexie, extensie, exorotatie, endorotatie, abductie en adductie.
Liesonderzoek volgens Holmich
Dit onderzoek bevat technieken die de pijn, kracht en lengte van de heup adductoren,
iliopsoas- en de abdominale musculatuur evalueren en pijn rond het symphysis
gewricht bekijken. Dit zijn aandachtspunten voor de klinische diagnose van liesklachten.
1. Adductie van de heup tegen weerstand in. Pijn en kracht worden geëvalueerd.
2. Palpatie van de aanhechting van de adductor longus insertie. Pijn wordt geëvalueerd
3. Passieve lengte test van de adductoren. Pijn wordt geëvalueerd.
4. Palpatie van het symphysis gewricht. Pijn wordt geëvalueerd.
5. Palpatie van de rectus abdominis. Pijn wordt geëvalueerd. De palpatie vindt plaats op
de onderbuik ter hoogte van het schaambeen.
6. Functietest van de abdominale musculatuur. Pijn en kracht worden geëvalueerd.
Houding: de patiënt ligt in ruglig met de armen op de borst gekruist en de knieën
geflecteerd op de bank.
Test: De patiënt tilt het bovenlichaam op (schouderbladen van de behandelbank)
tegen lichte weerstand van de therapeut in.
7. Palpatie van de psoas musculatuur boven het inguinale ligament. Pijn wordt
geëvalueerd. De therapeut palpeert de psoas musculatuur ter hoogte van de sips.
8. Functietest van de iliopsoas. Pijn en kracht worden geëvalueerd.
9. Passieve lengte test van de iliopsoas musculatuur. Pijn en spierlengte worden
geëvalueerd.
, Adductor squeeze test
Bij deze test wordt er gekeken of er een spierzwakte van de adductoren is, dit is een
risicofactor voor liesblessures. De patiënt ligt in ruglig met de heup in flexie; 0°, 45° en 90°
(multifactoriële rol van heup-adductoren). In alle drie de posities plaatst de therapeut
zijn hand tussen de knieën. De patiënt moet in de vuisten van de therapeut knijpen met
de adductoren maximaal aangespannen. De test is positief bij pijn in de adductoren of
botpijn aan de anterieure en mediale bekkenring.
Active Straight Leg Raise (ASLR)
Bij deze test wordt er gekeken of er een SI-instabiliteit is. De patiënt ligt in ruglig en probeert
zijn benen één voor één op te tillen tot 5°. Bij pijn wordt de test opnieuw uitgevoerd met
compressie van de therapeut op de SIAS. De test is positief bij pijn en het verdwijnen van de
pijn bij de compressie.
Cluster van Laslett
Een cluster van 4 testen die klachten veroorzaakt door het SI-gewricht kan
aantonen. Als er 2 van de 4 testen positief zijn, is het cluster positief. (Sens:
0.88 en spec: 0,78)
Distraction test De patiënt ligt op zijn rug. De therapeut geeft (met
gekruiste armen) met de handpalmen druk op de SIAS in dorso-laterale
richting (3-6 stoten). De test is positief bij herkenbare pijn.
Thigh trust De patiënt ligt op zijn rug met de heup in 90° flexie,
maximale knie flexie en lichte heup abductie. De therapeut staat aan de
niet-aangedane zijde met de ene hand op het sacrum en de andere om
de knie. De therapeut geeft dorsale druk in de lijn van het femur
(3-6 stoten). De test is positief bij herkenbare pijn.
Compression test De patiënt ligt op zijn niet-aangedane zij met de
heup in 45° flexie en de knie in 90° flexie. De therapeut geeft een
verticale, naar beneden gerichte, druk op de crista iliaca (3-6 stoten).
De test is positief bij herkenbare pijn.
Sacral thrust De patiënte ligt op zijn buik. De therapeut geeft
loodrechte druk op het sacrum (3-6 stoten). De test is positief bij
herkenbare pijn.