D2
1. Teledermatologie helpt om de juiste diagnose te stellen & het versnelt het stellen van
de diagnose.
2. Melanoom kan uit atypische naevi of de novo ontstaan.
3. Risicofactoren melanoom:
1. >100 naevi = RR 7
2. > 5 atypsiche naevi = RR 6,4
3. Huidcarcinoom in VG = RR 4,3
4. Rood haar = RR 3,6
5. Sproeten = RR 2,1
6. Blond haar = RR 2,0
7. AK/lentigo’s = RR 2,0
8. Blauwe ogen = RR 1,5
4. Verwijderen melanoom; met excisie 1 cm marge
5. PCC groeit vanuit de epidermis (str. spinosum)
6. Dhr Waal heeft een hard knobbeltje bij zijn oor; doet het pijn?
7. Naarmate een pt met kanker verder in het ziekteproces komt, verandert hun houding
tegenover de ziekte
8. Verhoogd risico PCC;
1. Kaal schedel
2. Huidtype 1 of 2
3. Oudere leeftijd
4. Donor
9. Acrolentioneusmelanoom komt op handpalmen en voeten voor
10. De BIG wet wordt gecontroleerd door het kwaliteitsregister paramedici
11. De roden vlaggenlijst is een cluster van symptomen waarbij medische verwijzing
noodzakelijk is wanneer er één van deze punten is aangetoond
12. Voorwaarde teledermatologie; ten minste één dermatoscopische foto
13. Mortaliteit van PCC is laag – weinig mensen sterven eraan
14. AK; je haalt niet alles weg ivm bijwerkingen behandelingen
15. Hydraterende middelen moeten occlusief zijn en een hemaculte werking hebben
16. Emoliant maakt de huid zacht
17. Verruca op lip behandel je niet
18. Behandel je NIET met coagulatie;
1. Lentigo
2. Carcinoma
3. Epheliden
19. Effect UVA
1. Gaat door glas heen
2. DNA-schade bij 2 min in de zon
3. Wordt door de huid afgebroken
20. Effect UVB
1. Opperhuid wordt dikker
2. Indirecte bruining
21. Diagnose bij spaakwielstructuren en vertakkende netwerken; BCC
22. Effecten elektrocoagulatie;
1. Osmotische wisseling door dehydratatie van weefsel
2. Wanneer je minder vocht in weefsel hebt, ontstaat er eerder
coagulatie
23. Hoe vaak komt het voor;
1. BCC= 1 op 5
2. PCC= 1 op 14
3. Melanoom= 1 op 38
, 4. AK= 1 op 2
24. Necrose bij elektrocoagulatie bij 40 graden
25. Effecten cryo;
1. Thermische shock
2. Cellen kapot door kristal
3. Osmose
26. NVH valt onder de BIG wet
27. Morbus Bowen is een intra-epidermale voorloper van PCC
28. Na transplantatie meer kans op PCC
29. Parasol houdt 40/50% tegen
30. UVB verdikt de opperhuid
31. UVA beschadigt de elastine vezels
32. SSM komt het meest voor bij melanomen
33. Borrelglaasje SPF voor lichaam
34. Condylmata lata wordt NIET veroorzaakt door HPV-virus
35. Pitted keratolytische wordt veroorzaakt door kytococcus
36. AK ontstaat na langdurige blootstelling zonlicht & bij albinisme
37. Dermatitis artefacte= ervan houden om jezelf pijn te doen
38. Dermale naevus is niet gepigementeerd
39. Herkennen ziektebeelden;
1. Pityrasis alba = kind met hypopig
2. Eczeem acrolentio = handen + voeten
3. Craquele eczeem = hele droge onderbenen
4. Seborrhoisch eczeem = gele, vettige schilfering
40. Hypertrofisch litteken; na 2 weken wond dicht & na vitopressie van 2 à 3 sec
41. Vermoeden melanoom = histopathologie van 2 mm
42. Teledermatologie wordt voornamelijk ingezet om onterechte doorverwijzing te
voorkomen + huisarts etc
43. Melanoom= 20%
44. PCC=2%
45. BCC=0%
46. Hoofddoel Cosmetica Verordening is het bewerkstelligen van vrije handel en
veiligheid
47. Geen risicofactoren AK; roken en alcohol
48. Geen behandeling AK; ktp + NOG EEN!
49. DD van AK; PCC, BCC, benigne lichenoïde keratose, porekeratose, gepigmenteerde
huidveranderingen, verruca seborrhoica en keratosis lichenoides chronica
50. Genoeg vit D = 15-30 min in de zon
51. UVA komt door glas heen
52. Wolken laten 80% door
53. UVA tast fibrine aan
54. MED= huidtype + zonkracht
55. Dagje strand = 5 MED
56. Dysplastische naevi;
1. Onregelmatige vorm
2. Onscherpe begrenzing
3. Niet egaal bruin
4. > 5 mm in doorsnede
5. Erytheem
57. Indicaties cryo: fibromen, cherry angioma, verruca seborrhoica, dermatotis papulose
nigra, wratten (verruca vulgaris), molluscum sontagiosum, verruca plantaris, verruca
planae, lentigo solaris, santhelasma palpabrarum, syringomen.
58. Vanaf 49 graden is weefselschade irreversibel
59. Goed doorbloed weefsel absorbeert de warmte beter
, 60. In weefsel met weinig vocht, kan de energie minder goed worden afgevoerd met
gevolg verbranding en carbonisatie
61. Hoe droger het weefsel, hoe meer kans op vonken. Er is meer energie nodig
62. Zorgen voor pigment; pil, antibiotica, grapefruit en sinaasappel
63. Alles met hoge concentratie kan gevaarlijk zijn, zelfs plantaardige oliën.
64. AHA= glycolzuur + melkzuur
65. BHA= salicylzuur
66. Je mag hormonale stoffen in cosmetica toevoegen
67. Pas Fagron NIET toe;
1. Propyleenglycol
2. Parabenen
3. Natriumlaurylsulfaat
4. Lanoline
68. Niet gebruiken bij overgevoeligheid SLS; lanettecrème FNA
69. Cosmeticaverordening sinds juli 2013 Europa
70. Eczeem jeuk= pruritogene jeuk
71. Psychogene jeuk= dermatitis artefacte, parasieten waan en acne excorie
72. Dermatitis jeuk= afwijking afbeelding balzak + NOG EEN!
73. Vijf kenmerken lipoedeem
1. Discongruente vetverdeling
2. Geen/zeer geringe invloed gewichtsverminder op discongruentie
3. Snel pijn + blauwe plekken
4. Gevoelig bij aanraken/vermoeidheid klachten extremiteiten
5. Geen afname pijnklachten bij hoog leggen
74. Verruca plana en verruca vulgaris zijn beide indicaties voor elektrocoagulatie
75. Mensen met een litteken hebben een grote kans voor het ontwikkelen van een
kwaadaardige maligne aandoening
76. Een DD van een BCC is talgklierhyperplasie
77. DD van PCC; keratoacanthoom, AK, M. Bowen en amelanotyisch melanoom
78. M. Bowen komt het vaakst voor op H-zone & HPV virus speelt GEEN rol
79. Weging asymmetrie volgens ABCD = 1,3
80. Intermitterende blootstelling aan de zon is het slechts
81. 60 tot 70% van BCC komt voor in hoofdhals-gebied
82. Corticosteroïden gebruik speelt GEEN rol bij etiologie AK
83. Langdurig prednison gebruik is GEEN risicofactor voor PCC
84. De NMF wordt o.a. gevormd door filaggrine
85. 70% kans dat mensen met FAMMM-syndroom een melanoom ontwikkelen
86. Seborrhoisch eczeem is een risicofactor voor AK
87. De behandeldiepte is ongeveer 5 sec per mm > cryo
88. Teledermatologie wordt voornamelijk ingezet om onterechte doorverwijzingen te
voorkomen
89. Teledermatologie wordt in NL voornamelijk in de eerstelijnsgezondheidszorg gebruikt,
zoals huisartsen, fysio en huidtherapeuten
90. Er vindt anoxie plaats waardoor de huidlaesie zal afsterven > cryo
91. Cryotherapie veroorzaakt epidermale - dermale scheiding door basaalmembraan.
92. De getransformeerde keratinocyten laten een hoge mutatiegraad van het
tumorsuppressorgen p53. De mutatie maakt het p53 onmogelijk om ernstig
beschadigde cellen apoptosis te laten ondergaan.
93. Het is aangetoond dat blauw licht vrije radicalen laten vrijkomen
94. Het is aangetoond dat blauw licht rimpels veroorzaakt
95. Hyaluronzuur is een product van bacteriën
96. Pseudohoorncysten en pseudofolliculaire openening > Verruca seborrhoïca
97. GEEN indicatie voor elektrocoagulatie door een huidtherapeut? Carcinoma
spinocellulare & Porfyrie