Proces-verbaal van bevindingen
Politie N-H N, district Amsterdam West Dossier-paragraaf: 1
Mutatienr: PL 1254/01-779253
Hierbij verklaren wij Timmer, Noah hoofdagent van de politie, district Amsterdam
Amstelland, politie OW, Van der Koek, Liam, brigadier van de politie, district Amsterdam
Amstelland, Politie OW, het volgende:
Op Maandag 18 november 2019 omstreeks 17:15 waren wij, verbalisanten Timmer en Van
der Koek, ons in uniform gekleed en met handhaving belast op de openbare weg te
Amsterdam. Aldaar kregen wij via de mobilofoon van de collega’s aan het politiebureau te
Amsterdam, de opdracht om te gaan naar perceel Amstelkade 23 te Amsterdam.
Volgens de binnengekomen melding lag een bewoner van dit perceel bewusteloos op bed in
de slaapkamer. De melding zou zijn gedaan door zijn vrouw die net terug was van een
weekendje weg.
Na de melding begaven wij ons onmiddellijk naar het opgegeven adres, waar wij rond 17:35
ter plaatse waren.
Bij de woning troffen wij een uitgestrekte tuin aan, waar zich twee fietsen in bevonden. De
deur van de woning stond open en vrijwel meteen na aankomst kwam er een vrouw uit de
woning naar ons toe gerend. De vrouw verklaarde dat ze Nicoline Janssen was, de vrouw van
George Janssen die volgens haar bewusteloos op bed in hun slaapkamer lag.
Het inmiddels gearriveerde personeel van de ambulancedienst bestond uit Mark Geeuw en
Lidia Sneeuw. Sneeuw ving mevrouw Janssen op en Geeuw liep samen met ons, Timmer en
Van der Koek, door de voordeur het huis binnen. Het huis had een lange gang met aan het
einde een trap. De trap leidde naar de eerste verdieping van het huis, waar zich 2 kamers
bevonden. Wij, zijn vervolgens naar de deuropening toegelopen van de eerste kamer die zich
aan de rechterzijde bevond. Vanaf dat punt was er uitzicht op het bed waar wij, Timmer, Van
der Koek en Geeuw, een persoon op bed zagen liggen. Vervolgens hebben wij, Timmer en
Van der Koek, door middel van pennen die we op dat moment in bezit hadden een looppad
gemarkeerd naar het bed toe.
De slaapkamer was groot en bestond uit een langwerpige kast, nachtkastje en een groot
bed. Op het bed naast de overledene bevond zich een potje met pillen en op het nachtkastje
bevond zich een bord met etenswaar en een halfvol glas water erop. Tevens stonden er een
paar lades open van de langwerpige kast en brandde er licht uit de lamp die boven de
persoon hing.
De persoon, die volgens Nicoline haar echtgenoot George Janssen was, lag midden op bed.
Bij de persoon aangekomen zag ik, Timmer, dat de persoon plat op zijn buik lag met beide
armen verticaal langs zijn torso. Ambulancepersoneel Mark Geeuw verplaatste en
veranderde op mijn verzoek niks aan de situatie en voelde alleen aan de pols van de persoon
en bekeek het lichaam. Vervolgens verklaarde Geeuw, dat deze persoon gezien zijn kleur,