HC1 Introductiekeuzevak
Risico- en beschermende factoren
Draagkracht en draaglast
Veerkracht
Positieve gezondheid model
Preventie in Nederland mentale gezondheid
‘GGZ in maatschappelijke context, cultureel/historisch’
Belangrijkste begrippen in beeld
De belangrijkste begrippen bij elkaar gezet, als een ‘visuele leeswijzer’
Verheldering begrippen
Gebruikte definities van welbevinden, problemen en stoornissen
Mentaal welbevinden
Een positieve geestelijke gezondheid, bepaald door optimisme, zelfvertrouwen, geluk, vitaliteit, gevoel van betekenis hebben, eigenwaarde, ervaren van ondersteuning uit
de omgeving en het goed weten om te gaan met de eigen emoties.
Psychische problemen
Emotionele (internaliserende) problemen; depressieve klachten en angst- of spanningsklachten die niet zo ernstig zijn dat de persoon voldoet aan de criteria voor een
psychische stoornis, zoals een depressieve stoornis of een angststoornis volgens de DSM.
Op basis van vragenlijsten voor psychische problemen kan geen onderscheid worden gemaakt tussen psychische problemen en stoornissen.
Een verhoogde score op een vragenlijst kan dus ook wijzen op een stoornis.
Psychische stoornissen
Internaliserende geestelijke problemen die voldoen aan de criteria van de DSM, waaronder angststoornis, depressie en aanpassingsstoornis.
Hoewel burn-out geen officiële diagnose in de DSM is, rekenen we deze hier ook toe.
Voor het vaststellen van een stoornis is een diagnostisch interview noodzakelijk; vragenlijsten zijn daarvoor niet geschikt.
, Beïnvloedende factoren – individueel en in de sociale omgeving
In de literatuur over psychische problemen wordt ook wel omschreven als draaglast (bovenin figuur) en draagkracht (onderin figuur).
1 Prestatiedruk
- De ervaren druk om te voldoen aan vooraf bepaalde verwachtingen en eisen op het gebied van onderwijs, sport of werk, opgelegd door de omgeving.
2 Stress
- Ervaren spanning of druk geeft stress. Stress brengt het lichaam in een staat van paraatheid. Stress hoeft niet ongezond te zijn. Stress kan problematisch worden
als de draaglast groter is dan de draagkracht.
3 Weerbaarheid
- Een combinatie van cognitieve, emotionele en sociale vaardigheden die iemand in staat stellen een zinvol, lerend en productief leven te leiden en succesvol
verschillende sociale rollen en functies te vervullen gedurende de verschillende stadia in de levensloop.
4 Veerkracht
- De mogelijkheid om terug te veren bij tegenslag, met andere woorden het goed om kunnen gaan met moeilijkheden, tegenslagen, veranderingen en stress.
Beschermende en risicofactoren voor psychische problemen
Maatschappelijke context
Dit alles speelt zich af in een bredere maatschappelijke context, waarin culturele en maatschappelijke veranderingen zich kunnen vertalen in individuele problemen.
Denk aan macro-economische ontwikkelingen, sociale media en veranderingen in het onderwijs.
Andersom kunnen individuele problemen weer leiden tot maatschappelijke gevolgen, zoals schooluitval, financiële problemen, suïcide of criminaliteit.
, HC2 Universele en geïndiceerde preventie: H1 Preventie in het sociale domein
Preventie inleiding – Universele preventie – Geïndiceerde preventie
3 verschillende soorten preventie
Ieder met zijn eigen kenmerken:
1 Geïndiceerd → met lichte psychische klachten (gericht op het versterken van sociale vaardigheden)
2 Selectief → voor kinderen en jongeren die in moeilijke omstandigheden opgroeien (ouders en kinderen ervaringen uitwisselen, verschillende spellen om onderliggende contact te
verbeteren)
3 Collectief → voor alle kinderen en jongeren (bijvoorbeeld Happyles)
Het doel van preventie…
Doel van preventie:
“Is te zorgen dat mensen gezond blijven door hun gezondheid te bevorderen en te beschermen. Ook heeft preventie tot doel ziekten en complicaties van ziekten te voorkomen of in een zo
vroeg mogelijk stadium te signaleren”
Belang van preventie…
Preventie heeft tot doel om gezondheid te bevorderen en ziekte te verminderen of voorkomen, maar er is, vooral voor financiers nog een doel:
het voorkomen van hoge zorgkosten (en druk op de zware zorg). Door mensen ontwikkelen mensen geen ernstigere ziektes of stoornissen waar ze zwaardere en duurdere zorg voor
nodig hebben. En dat maakt preventie ook populair.
Vormen
Vormen van preventie:
- Hoe veelzijdig preventie wel niet is blijkt uit de verschillende vormen die preventieve werkzaamheden aannemen.
- Als werknemer kan je betrokken worden in 1 of meer van de volgende vormen:
1 Collectieve vs. Individuele → doelgroep vs. één persoon
2 Generale vs. Specifieke → breder en algemener van aard, problemen in meer algemene zin te voorkomen vs. één specifiek, min of meer duidelijk afgebakend probleem
3 Situationele vs. Persoonsgerichte → criminaliteit verkleinen door ingrepen in de fysieke omgeving vs. Focus op (potentiele) daders; PG valt samen met individuele
4 Indirecte vs. Directe → op een indirecte wijze proberen te beïnvloeden (campagnes) vs. Rechtstreeks in contact treden met betrokkenen
Varianten
Varianten van preventie:
- Welke vorm we ook kiezen, van belang is op welk niveau van een gevaar of probleem je inspeelt en op welke probleemfase je aansluit
- Klassieke, maar nog altijd vaak aangehaald onderscheid is dat tussen:
1 Primaire preventie
Staat voor pogingen om te voorkomen dat redelijkerwijs te verwachten gevaren, aandoeningen, problemen of stoornissen daadwerkelijk zullen optreden
Interventies → op groepen of individuen met een hoog risico, nog voordat zij daadwerkelijk problemen krijgen of veroorzaken
‘Bemoeizorg’ kan daar bijvoorbeeld een rol in spelen
2 Secundaire preventie
Voor activiteiten die ten doel hebben om de impact en de duur van lopende problemen te verzachten en te verminderen
Deze activiteiten gaan van start op grond van een zo vroegtijdig mogelijke signalering van (beginnende) problematiek
3 Tertiaire preventie
Betrekking op het zo veel mogelijk ondervangen van de gevolgen die uit manifeste problemen, gevaren of stoornissen voortvloeien, en om verergering daarvan te voorkomen