100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Uitwerking groepsopdrachten / cases - Business Law €3,99
In winkelwagen

Overig

Uitwerking groepsopdrachten / cases - Business Law

 25 keer bekeken  2 keer verkocht

Dit document bevat mijn uitwerkingen van alle vier de groepsopdrachten voor het vak Business Law. We hebben voor deze vier groepsopdrachten een gemiddeld cijfer gekregen van een 9 en heb deze uitwerkingen ook gebruikt als voorbeeld bij het maken van het tentamen.

Voorbeeld 3 van de 22  pagina's

  • 29 juni 2021
  • 22
  • 2020/2021
  • Overig
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (4)
avatar-seller
LawStudentTilburgUniversity
Business Law




Vakcode: 610066-B-6
Datum: 05-03-2021
Docent: Ger van der Sangen
Studenten:

, Case 1 - Hydrogyn Energy Solutions

Vraag 1
Geef een kort en bondig overzicht van de voor- en nadelen van elk van de drie rechtsvormen
waarbij u specifiek aandacht besteedt aan de vraag of het mogelijk is om de afspraken en
uitgangspunten van de samenwerking tussen Kid, Louis en Mieke daarin juridisch vorm te
geven. Welke rechtsvorm zou u hen op basis van de voor- en nadelen adviseren?

Kid, Louis en Mieke willen samen een nieuwe onderneming starten, maar zijn nog onzeker
over de vorm hiervan. Ze kunnen kiezen voor een een vennootschap onder firma, een
commanditaire vennootschap of een besloten vennootschap. Ze hebben met zijn drieën al het
een en ander afgesproken, namelijk:
 Kid brengt zijn octrooi niet mee in de onderneming, maar enkel een gebruiksrecht.
 De bestaande overeenkomsten van Kid met EZ en het energiebedrijf worden
meegenomen in de onderneming.
 Zij zullen alle drie alleen werkzaam zijn voor hun onderneming.
 Kid zal voor 50% verlies dragen en recht hebben op winst en Louis en Mieke zullen
elk voor 25% verlies dragen en recht hebben op winst.

Een vennootschap onder firma (hierna: VOF) is een samenwerkingsverband tussen twee of
meer personen. Iedere vennoot brengt iets in in de VOF. Dit kan in de vorm van arbeid,
goederen of geld (art. 7a:1662 BW). De VOF kan volgens art. 7a:1661 BW worden opgericht
door middel van een vennootschapsovereenkomst. Hier gaan niet veel kosten mee gepaard. Er
hoeft ook niet worden voldaan aan het minimumkapitaalvereiste. Alle vennoten zijn binnen
een VOF hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden die gemaakt worden. Dit geldt ook voor
de partner van de vennoot met wie hij in gemeenschap van goederen is getrouwd. Volgens art.
7a:1670 BW wordt de winst van een VOF in beginsel evenredig verdeeld over de vennoten,
tenzij ander is afgesproken. Kid, Louis en Mieke kunnen dus zelf de winstpercentages
vastleggen.
Een commanditaire vennootschap (hierna: CV) is een bijzondere vorm van een VOF. Net
zoals bij de VOF zijn de beherende vennoten met hun privévermogen aansprakelijk voor
eventuele schulden van het bedrijf. De beherende vennoten zijn ook aansprakelijk voor
schulden die zijn gemaakt door een andere beherende vennoot (HR Carlande). Het verschil
met de vof draait hier om de aanwezigheid van stille (commanditaire) vennoten. Dit is een
vennoot die alleen geld inbrengt (art 7:836 BW). Op grond van art. 21 lid 2 WvK mag de
stille vennoot zich niet bemoeien met de uitoefening van de CV, omdat er een beheerverbod
is. Hierdoor past een CV niet als ondernemingsvorm voor de onderneming van Kid, Louis en
Mieke, omdat zij alle drie ook arbeid willen verrichten in de onderneming.
Een besloten vennootschap (hierna BV) is een rechtspersoon die wordt opgericht door een of
meerdere personen. De BV kent een beperkte aansprakelijkheid waardoor het bestuur niet
persoonlijk aansprakelijk is voor de schulden van de BV, maar slechts de BV zelf
aansprakelijk is voor zijn schulden (art. 2:175 BW). Na het failliet gaan van de BV, raakt de
aandeelhouder alleen zijn investering kwijt en is zijn privévermogen veilig (art. 2:81 BW). De
kosten voor oprichting van een BV zijn hoger dan de oprichting van een VOF of een CV,
maar er is geen verplicht startkapitaal. Wel is er bij de oprichting van een BV een notariële
akte vereist (art. 2:175 lid 2 BW). Een onderhandse akte is hiervoor onvoldoende. Volgens
artikel 2:178 BW moet de nominale waarde van de verschillende aandelen, vermeld worden
in de statuten. Binnen een BV is het dus makkelijk om de afgesproken percentages winst en
verlies te realiseren. Volgens art. 2:191b lid 1 BW is de inbreng van alleen arbeid bij een BV

, niet toegestaan. Er is hierbij inbreng in geld of in natura vereist. Hierdoor is deze rechtsvorm
niet geschikt voor de onderneming van Kid, Louis en Mieke, omdat Louis en Mieke slechts
arbeid willen inbrengen en geen geld.
Gezien de genoemde voor- en nadelen per rechtsvorm adviseren wij om de onderneming van
Kid, Louis en Mieke als VOF op te richten. In deze rechtsvorm zijn de meeste afspraken van
de vennoten mogelijk. Bij een CV moet er namelijk een stille vennoot zijn die geen arbeid
mag verrichten in de onderneming en bij een BV is inbreng van slechts arbeid niet toegestaan.
Kid, Louis en Mieke willen echter alle drie arbeid verrichten in de onderneming en Louis en
Mieke willen geen geld inleggen, waardoor de CV en de BV dus geen gewenste rechtsvormen
zijn. Bij de VOF kan de inbreng van de vennoot zowel in de vorm van arbeid, goederen en/of
geld zijn (art. 7a:1662) en kan de afgesproken winstverdeling worden vastgelegd (art.
7a:1670).

Vraag 2
a. Wie zijn aansprakelijk voor de boete van € 100.000 en geldt ten aanzien van de
aansprakelijke personen en/of vermogens een verhaalvoorrang?
Alle vennoten zijn, naast de VOF, hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de
vennootschap ex. art. 18 van het Wetboek van Koophandel. Mieke, Kid en Louis hebben een
VOF opgericht, en elk van hen is vertegenwoordigingsbevoegd. Zij zijn als vennoten, naast de
VOF, alle drie hoofdelijk aansprakelijk voor de boete van € 100.000, ook als de schulden door
een andere vennoot zijn gemaakt. EZ kan dus elk van de vennoten voor het gehele bedrag
aanspreken. Uit HR Boeschoten/Besier blijkt dat de VOF een afgescheiden vermogen heeft.
Dit houdt in dat het vennootschapsvermogen een aparte doelgebonden gemeenschap is,
waarover de ondernemers in privé niet kunnen beschikken. Vorderingen van zaakscrediteuren
kunnen met voorrang verhaald worden op het afgescheiden vermogen. Het ligt hiermee dus
voor de hand dat EZ eerst de schuld kan verhalen op het afgescheiden vermogen van de VOF
en als dit vermogen geen verhaal biedt, dan kan EZ de boete verhalen op het privévermogen
van de vennoten. Mieke, Kid en Louis zijn dus naast de VOF aansprakelijk en ten aanzien van
de aansprakelijke personen geldt een verhaalvoorrang als het afgescheiden vermogen van de
VOF niet voldoende is.

b. Stel dat Mieke de boete van € 100.000 volledig aan EZ betaalt, heeft zij dan nog een
vordering op Kid en Louis? Zo ja, voor hoeveel en op grond waarvan? Zo nee, waarom niet?
Wanneer een van de vennoten de boete betaalt, dan heeft deze betalende vennoot op grond
van art. 7A:1670 BW een regresvordering op de andere vennoten, voor zover de betalende
vennoot intern niet draagplichtig is. Uit de casus blijkt niet dat Mieke intern draagplichtig is,
dus we kunnen er van uit gaan dat zij nog een vordering heeft op Kid en Louis op grond van
art. 7A:1670 BW. Ook blijkt uit het artikel Aansprakelijkheid, draagplicht en verhaal bij
personenvennootschappen van dr. G.J.H. van der Sangen dat de betalende vennoot regres kan
halen op de overige vennoten en dat als hoofdregel geldt dat vennoten naar gelijke delen
aansprakelijk zijn, tenzij de prestatie ondeelbaar is. Gezien het feit dat Mieke, Kid en Louis
alle drie hoofdelijk aansprakelijk zijn, heeft Mieke een vordering van 1/3e deel van €100.000
op zowel Kid als Louis op grond van art. 7A:1670 BW.

c. Zouden de antwoorden op de vragen 2a en 2b anders zijn indien de samenwerking
vormgegeven was in een commanditaire vennootschap waarbij Louis en Mieke
commanditaire vennoten zouden zijn?
De commanditaire vennootschap (CV) is een bijzondere vorm van de VOF. Er is een verschil
tussen de beherende vennoot en de commanditaire vennoot, ook wel de stille vennoot
genoemd. Dit blijkt uit de artt. 19 - 21 van het Wetboek van Koophandel. De commanditaire

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper LawStudentTilburgUniversity. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53068 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,99  2x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd