Bachelor Psychologie – Open Universiteit
Onderzoekspracticum Inleiding Data-Analyse (IDA)
Tentamencasus: een theorie van emotie – 2020-2021 - kwartiel 4
Casus geldig vanaf 26 april 2021 (kwartiel 4) tot 14 november 2021 (einde kwartiel 1)
De casus betreft een replicatie van een klassieke studie over emoties. Een van de bekendste
emotietheorieën is de zogenaamde Two-way Theory of Emotion van Schachter en Singer (1962). In
hun baanbrekende onderzoek injecteerden zij mannelijke proefpersonen met adrenaline, een
hormoon waardoor de proefpersonen een verhoogde hartslag kregen, gingen trillen en sneller
gingen ademen. In het experiment werden de proefpersonen verteld dat ze een experimenteel
medicijn kregen om hun zicht te testen. De proefpersonen werden in vier groepen verdeeld:
1. Adrenaline-geïnformeerd; deze groep kreeg te horen dat de injectie de bijwerkingen zou
geven die gewoon zijn bij een adrenaline-shot.
2. Adrenaline-onwetend: deze groep kreeg te horen dat er geen bijwerkingen zouden zijn.
3. Adrenaline-misinformatie: deze groep werd verteld dat er andere bijwerkingen zouden zijn
(bijv. hoofdpijn en jeuk).
4. Controle groep: deze groep kreeg een placebo (suikerwater) toegediend.
Na het toedienen van de injectie verliet de ‘dokter’ de kamer en kwam terug met iemand die stiekem
onderdeel was van het experiment. De dokter gaf als verklaring dat deze nieuwe persoon ook een
injectie had gehad, en dat ze beiden over 20 minuten een oogtest zouden krijgen. De kamer was
rommelig, en voor de helft van de proefpersonen ging de nieuwe persoon euforisch gedrag
vertoonde (in de rommel zoeken naar dingen om te doen), terwijl de andere helft van de
proefpersonen werden blootgesteld aan een persoon die boos gedrag vertoonde (kwaad door de
rommel heen woedde).
De onderzoekers observeerden de proefpersonen om hun stemming vast te stellen. Tevens namen zij
een vragenlijst af waarin de proefpersonen werden gevraagd naar hun stemming en welke
symptomen zij ervaarden. Schachter en Singer hoopten vast te stellen of emotie voorafgaat aan
fysieke sensaties, of dat fysieke sensaties voorafgaan aan emotie.
Een onderzoekster wilde deze klassieke studie repliceren. Omdat de oorspronkelijke studie veel te
weinig power had, heeft ze ditmaal twee keer zoveel deelnemers geworven. In elke conditie wierf ze
ongeveer 50 deelnemers. Bij deze casus hoort een fragment van de dataset die de onderzoekster uit
dit experiment heeft verkregen. In deze gedeeltelijke dataset, die beschikbaar is bij de
cursusbronnen, zijn de volgende variabelen opgenomen:
,Er is discussie mogelijk over het meetniveau van de variabelen waarmee mogelijke bijwerkingen zijn
gemeten. Deze zijn immers gemeten op een vierpuntsschaal, en zonder verdere informatie zou die
zowel het ordinale als het intervalniveau kunnen hebben. In deze casus gaan we er vanuit dat dit is
uitgezocht en dat is gebleken dat deze laatste vijf variabelen het intervalniveau hebben.
Van deze negen variabelen zijn hartslag op de nameting en de vijf zelfgerapporteerde variabelen de
afhankelijke variabelen. De beide manipulaties zijn de onafhankelijke variabelen oftewel
voorspellers. Beantwoord op basis van deze dataset de volgende vragen:
1. Wat zijn de beschrijvingsmaten en verdelingsvormen van deze variabelen?
2. Hoe sterk is de samenhang tussen hartslag op beide meetmomenten?
3. Hoe ziet het model eruit waarmee hartslag op de nameting voorspeld kan worden uit de hartslag
op de voormeting?
4. Hoe ziet het model eruit waarmee gerapporteerde hartkloppingen voorspeld kunnen worden uit de
hartslag op de nameting?
5. Verschilt hartslag op de nameting van hartslag op de voormeting?
6. Heeft de manipulatie van het gedrag van de medeplichtige een effect op een of meer van de zes
afhankelijke variabelen?
7. Heeft de manipulatie van de injectie een effect op een of meer van de zes afhankelijke variabelen?
Hiervoor moet u eerst vaststellen wat de gepaste analyse is voor elke vraag. Vervolgens moet u die
analyse uitvoeren (voor de duidelijkheid: een analyse kan meerdere commando’s omvatten).
De uitkomsten van die analyses (de output) moet u meenemen naar het tentamen. Hier worden een
aantal vragen over gesteld. De antwoorden kunt u geven door de uitkomsten van deze analyses goed
te interpreteren.
Het databestand dat bij deze tentamencasus hoort kunt u vinden via de menu structuur: Bronnen -->
Cursusbronnen --> in de map SPSS databestanden.
Referenties
Schachter, S., & Singer, J. (1962). Cognitive, social, and physiological determinants of emotional
state. Psychological review, 69(5), 379. doi:10.1037/h0046234
, 1. Wat zijn de beschrijvingsmaten en verdelingsvormen van deze variabelen?
Frequency Table
condition_adrenalinea
Cumulative
Frequency Percent Valid Percent Percent
Valid 1,00 100 29,1 29,1 29,1
2,00 96 27,9 27,9 57,0
3,00 60 17,4 17,4 74,4
4,00 88 25,6 25,6 100,0
Total 344 100,0 100,0
condition_statea
Cumulative
Frequency Percent Valid Percent Percent
Valid ,00 199 57,8 57,8 57,8
1,00 145 42,2 42,2 100,0
Total 344 100,0 100,0