100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Vraag en aanbod €2,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Vraag en aanbod

 0 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting van vraag en aanbod, begrippen goed en duidelijk uitgelegd.

Voorbeeld 2 van de 8  pagina's

  • 30 juni 2021
  • 8
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (2002)
avatar-seller
chimnedegroot
Hoofdstuk 1

1.1 soorten markten

Op een concrete markt komen vragers en aanbieders op bepaalde tijden direct met elkaar in
contact. Bij een abstracte markt is er geen sprake van een plaats waar vragers en aanbieders elkaar
ontmoeten, een abstracte markt is vaak opgebouwd uit zeer kleine concrete markten.

Een markt brengt de vragers en aanbieders van een product bij elkaar. Op een markt komt een
bepaalde prijs tot stand.

Economen onderscheiden verschillende soorten markten:

- Goederen/dienstenmarkt (kledingmarkt)
- Arbeidsmarkt
- Vermogensmarkt
- Valutamarkt

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) onderzoekt via budgetonderzoeken aan welke
producten de Nederlander zijn geld besteedt.

De omzet is gelijk aan de prijs x afzet (= hoeveelheid of volume)

2.1 De vraag naar spijkerbroeken

Qv = gevraagde hoeveelheid, P = prijs

Een vergelijking is een individuele vraagfunctie of een individuele vraagvergelijking. Op de
horizontale as van de grafiek staat de gevraagde hoeveelheid en op de verticale as op de prijs.

Als de prijs van een spijkerbroek daalt, koop je meer spijkerbroeken. Hierdoor verandert de vraaglijn
niet. Er vindt een verschuiving plaats over (langs) de vraaglijn.

De prijs van het product is niet de enige bepalende factor voor de gevraagde hoeveelheid.
Veranderingen van inkomen, smaak en de prijzen van andere producten bepalen mede de vraag
naar het product. De veronderstelling dat de andere factoren die de vraag beïnvloeden constant
blijven, noemen we ceteris paribus.

Wanneer je voorkeur uitgaat naar één bepaald merk spijkerbroeken maakt het niet uit wat de prijs
is. Hierdoor verandert de ligging van de vraaglijn. We hebben nu te maken met een verschuiving van
de vraaglijn. Ook als je inkomen of de prijs van concurrerende producten verandert, verschuift de
vraaglijn.

De individuele vraagvergelijking is informatie waar een verkoper weinig aan heeft. Hij wil weten
hoeveel vragers aanschaffen bij een bepaalde prijs. Deze gezamenlijke vraag van alle consumenten
noemen we de collectieve vraag. Een vraagvergelijking geeft het verband weer tussen de prijs van
een product en de totale vraag naar een product.

Zoals individuele vraaglijnen kunnen worden samengevoegd, zo kunnen ook individuele
vraagfuncties worden samengevoegd tot een collectieve vraagfunctie. Om de collectieve
vraagfunctie te maken, worden de individuele vraagfuncties bij elkaar opgeteld.

De collectieve vraaglijn geeft het verband weer tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid door
alle mogelijke kopers. Omdat de collectieve vraag is afgeleid van de individuele vraag, is deze
afhankelijk van dezelfde factoren die de vraag van de individuele consumenten bepalen.

, 2.2 Hoe sterk reageert de vraag naar spijkerbroek op een prijsverandering

De prijselasticiteit van de vraag geeft hoe sterk de vraag reageert op een prijsverandering.

Ev = procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid/procentuele verandering van de prijs

Door een prijsverandering kan de omzet toenemen waardoor ook de winst stijgt, maar een
omzetdaling en een lagere winst is ook mogelijk. Het minteken bij de prijselasticiteit van de vraag
(Ev) geeft een tegengesteld of negatief verband aan. Bij een sterke reactie is het getal groter dan 1
en bij een zwakke reactie is het getal kleiner dan 1. Is de absolute waarde van de prijselasticiteit
groter dan 1, is de vraag elastisch. De procentuele vraagverandering is dan groter dan de
procentuele prijsverandering. Is de absolute waarde van de prijselasticiteit kleiner dan 1, is de vraag
inelastisch. De procentuele vraagverandering is kleiner dan de procentuele prijsverandering.

Ek = procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid van een product/procentuele
verandering van de prijs van een ander product

Substitutiegoederen zijn goederen die elkaar kunnen vervangen. Bij substitutiegoederen is de
kruislingse prijselasticiteit positief. Complementaire goederen vullen elkaar aan, zij hebben een
negatieve kruislingse activiteit.

Ey = procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid/procentuele verandering van het
besteedbaar inkomen

Normale goederen hebben een positieve inkomenselasticiteit, dat wil zeggen dat bij een hoger
inkomen de gevraagde hoeveelheid naar dat goed stijgt. De vraag naar noodzakelijke goederen
reageert niet sterk op een inkomensverandering. Luxegoederen hebben een hoge
inkomenselasticiteit: de vraag is inkomens elastisch. Verder is er bij de meeste goederen sprake van
een verzadigingsinkomen. Vanaf een bepaald inkomen leidt een inkomensstijging niet tot een
verdere toename van de gevraagde hoeveelheid.

Goederen met een negatieve inkomenselasticiteit worden inferieure goederen genoemd. Als het
inkomen stijgt worden de inferieure goederen vervangen door luxere goederen.

Hoofdstuk 3. Productie van een spijkerbroek

3.1 De reis van een spijkerbroek

Tussen de schakels van een bedrijfskolom bevindt zich een markt.

Als een kledingbedrijf alleen kinderkleding gaat verkopen, is er sprake van specialisatie. Bij
specialisatie stoot een bedrijf activiteiten af naar een andere bedrijfskolom. Als een
dameskledingzaak ook herenkleding gaat verkopen, noemen we dit parallellisatie. Bij parallellisatie is
een bedrijf in verschillende bedrijfskolommen actief.

Als bedrijven meerdere schakels uit de eigen bedrijskolommen omvatten, is er sprake van verticale
integratie, meestal kortweg integratie genoemd. Het tegenovergestelde van integratie is
differentiatie. Bij differentiatie wordt een productiefase afgestoten. Ondernemingen kunnen
verschillende redenen hebben om te integreren. Het wegnemen van onzekerheid kan een reden zijn.
Integratie vindt ook plaats indien de transactiekosten te hoog zijn. Transactiekosten zijn alle kosten
die gemaakt worden om een ruil tot stand te brengen en deze af te wikkelen. Als de marktplaats plus
de transactiekosten hoger zijn dan de kosten van het zelf maken van het product, is verticale
integratie voordelig. Het sterk verminderen of elimineren van transactiekosten is de
bestaansvoorwaarde voor veel bedrijven.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper chimnedegroot. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 77254 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99
  • (0)
  Kopen