Gezondheidspsychologie samenvatting
Te leren hoofdstukken: 1 t/m 8 + masterclass, 11, 12, 9, 10, 13, 14
Hoofdstuk 1: Een overview van psychologie en gezondheid
Wat is gezondheid?
Gezondheid wordt omschreven als de absentie van objectieve en subjectieve signalen dat het
lichaam niet goed functioneert. Er is echter een probleem met deze definitie. Het is namelijk zo dat
gezondheid en ziekte niet ver uit elkaar hangen en het een continue schaal is. Aaron Antonovsky
stelde dan ook dat we allemaal terminaal zijn, en zolang als dat we leven, zijn we allemaal in een
bepaalde vorm ‘gezond’. Ook
introduceerde hij het illness/wellness
continuüm met overlijden aan de ene
kant en optimale gezondheid aan de
andere kant.
De juiste definitie van gezondheid is
dan ook: de positieve staat van fysieke,
mentale en sociale well-being, niet
enkel de absentie van ziekte of
gebreken.
Gezondheid vandaag en in het
verleden
Mensen in welvarende landen leven
langer dan vroeger en ervaren andere soorten ziekte. Tijdens de 17 e, 18e, en 19e eeuw leidde mensen
vooral aan een slecht dieet (wat ontstaat door slechte voeding) of ontstekingen (veroorzaakt door
bacterie en virussen). Een epidemie is een goed voorbeeld van een ontstekingsziekte waarbij veel
mensen tegelijkertijd overlijden en in grote hoeveelheden. Voorbeelden hiervan zijn smallpox, gele
koorts en influenza. Deze ziekten kunnen zowel zorgen voor directe dood of indirecte beschadigingen
waardoor mensen meer vatbaar zijn voor andere ziekten. In de koloniale tijd brachten de
Europeanen de ziekte mee naar Noord-Amerika, waar een hoog aantal natives overleed. De redenen
voor het overlijden van zoveel (native) mensen:
1. De native populatie was nog nooit in aanmerking gekomen met deze micro-organismen en
kende dus geen natuurlijke immuniteit
2. Door de lage genetische variatie waren immuun functies erg gelimiteerd.
Ook in de 19e eeuw waren ontstekingsziekten de grootste doodsoorzaak. Tegen het eind van de 19 e
eeuw is dit dodenaantal sterk verminderd. De redenen hiervoor zijn: (1) preventieve maatregelen,
zoals een betere hygiëne, (2) betere resistentie tegen ziekten (door bijvoorbeeld betere voeding), (3)
innovaties op het gebied van volksgezondheid, en (4) natuurlijk ook medische verbeteringen zoals
vaccins. Er overlijden nog steeds mensen aan ontstekingen, maar vooral in onderontwikkelde landen.
In de 20e eeuw waren er drastische veranderingen. Het aantal doden als gevolg van
ontstekingsziekten was enorm afgenomen en de levensverwachting steeg. Een grote oorzaak hiervan
is het verkleinen van de kindersterfte.
Vandaag de dag zijn chronische ziekten (ontwikkeld zich en blijft voor een lange periode) de
belangrijkste gezondheidsproblemen in ontwikkelde landen. Hoe komt het dat deze ziekten ineens zo
erg gestegen zijn?
1. Mensen worden ouder en chronische ziekten komen meer voor bij ouderen dan jongeren
mensen.
2. Door de industrialisatie ervaren mensen meer stress en blootstelling aan giftige chemicaliën.
,De doodsoorzaak verschilt ook sterk per leeftijd. De meest voorkomende ziekten tussen 1-24 jaar:
Accidental injury (44%)
Moord
Zelfmoord
Kanker
Cardiovasculaire ziekten
Viewpoints van de geschiedenis: fysiologie, ziekteprocessen en de geest
Is ziekte enkel een fysieke conditie? Heeft een persoon zijn/haar geest invloed op het ziek en beter
worden? Deze vragen worden al sinds een lange tijd gevraagd en beantwoord:
Vroege culturen
De meeste opgeleide mensen duizenden jaren geleden geloofde dat fysieke en mentale ziekte
veroorzaakt werden door mysterieuze krachten en ‘evil spirits’. Bewijs: uit die tijd zijn er schedels
gevonden met erin gemaakte gaten; trephinaton. Dit is waarschijnlijk gedaan om slechte geesten
het hoofd te laten verlaten.
Oude Grieken en Romeinen
Hippocrates introduceerde de humoral theory; hierin staat dat het lichaam bestaat uit 4
vloeistoffen (in de biologie ook wel humor genoemd), wanneer de mix tussen deze 4 vloeistoffen
goed en in balans is, dan is iemand gezond. Wanneer deze uit balans is door een surplus
bijvoorbeeld; ontstaat er ziekte. Hippocrates benoemde het belang van een goed dieet. Plato was
de eerste die stelde dat de geest en het lichaam 2 losse onderdelen zijn. Hierbij was er
weinig/geen invloed van de geest op de lichamelijke gezondheid.
De vraag of geest en lichaam samenwerken of afzonderlijk wordt ook wel gezien als de mind/body
problem. Galen geloofde in eerste instantie in de humoral theory maar voegde hier wel het een en
ander aan toe. Hij deed namelijk onderzoek naar de hersenen, de bloedsomloop en de nieren. Zijn
conclusie: ziekte kunnen gelokaliseerd worden met pathologie in een specifiek lichaamsgedeelte
en verschillende ziekten hebben verschillende effecten.
De middeleeuwen (500-1500)
De invloed van de kerk vertraagt de medische kennis. Dit omdat de kerk macht heeft over alles. Zo
mochten er bijvoorbeeld geen dieren meer opengesneden worden voor wetenschappelijke
informatie. Ziekte werd gezien als straf van God en de heling ervan lag ook in de handen van de
kerk. Vaak door het mishandelen van het lichaam werden de evil spirits weggejaagd. Aquinas
stelde dat het lichaam en de geest onderling verbonden waren, zijn rol was niet erg groot maar
wel beïnvloedde hij een hoop mensen om anders te denken dan voorheen.
De Renaissance (14e en 15e eeuw) en daarna
Renaissance: wedergeboorte van het onderzoek, de cultuur en de politiek. Geleerde worden meer
mens georiënteerd en minder god georiënteerd. Er ontstond een zoektocht naar de waarheid
vanuit allerlei verschillende perspectieven. Descartes zag ook dat het lichaam als de geest
gescheiden onderdelen was. Ook introduceerde hij 3 belangrijke innovaties: (1) hij zag het lichaam
als een machine en beschreef hoe actie en sensatie zich in het lichaam voordeden, (2) ondanks dat
het lichaam en de geest losse onderdelen zijn, toch kunnen zij met elkaar communiceren via de
pijnappelklier in de hersenen, en (3) dieren hebben geen ziel en de ziel van de mens verlaat het
lichaam bij overlijden. Dit laatste punt zorgde voor de doorbreking van de regel eerdergenoemd.
Dieren/mensen mochten weer opengesneden worden voor wetenschappelijke doelen.
Dit en het gebruik van de microscoop leidde in de 18 e e 19e eeuw tot nieuwe kennis en
wetenschap. Wetenschappers verworpen de humoral theory en namen nieuwe theorieen aan.
, Ook bloeide de chirurgie door antiseptische methode en anaesthesia. Sindsdien is de reputatie van
ziekenhuizen positief veranderd.
Er ontstond een nieuw model voor het conceptualiseren van gezondheid en ziekte: het
biomedische model: alle ziekten of fysieke beperkingen kunnen uitgelegd worden door een
verstoring in fysiologische processen, die veroorzaakt kunnen worden door letsel, biochemische
onbalans en bacteriële- of virale infecties. In dit model werd gesteld dat psychologische en sociale
processen losstaan van fysieke ziekte. Toch waren er ook een aantal wetenschappers die
geloofden dat de geest gezondheid kon beïnvloeden. Bijvoorbeeld William Osler.
Seeing a need; psychologie zijn rol in gezondheid
Het biomedische model heeft geleid tot het ontwikkelen van vaccins en antibiotica, toch heeft het
biomedische model ook behoefte aan verbetering:
1. Problemen in het gezondheidszorgsysteem: wereldwijd zijn de zorgkosten enorm duur, en deze
blijven oplopen. De persoon ansich heeft ook een enorme invloed op de vatbaarheid voor ziekte.
De persoon wordt echter niet meegenomen in het biomedische model. Sommige mensen
worden meer ziek dan anderen, dit kan verklaard worden door een verschil in fysiologische
processen en de blootstelling aan gevaarlijke stoffen.
2. Lifestyle en ziekte: een alledaags patroon van gedrag. Dit kan zorgen voor een vermindering van
ziekten, zoals chronische ziekten. Condities die geassocieerd worden met de ontwikkeling van
een ziekte worden ook wel risico factoren genoemd. Hiervan zijn sommige biologisch (genen) en
sommige gedragsmatig (wat je doet). Een aantal voorbeelden van gedragsmatige risicofactoren
zijn: roken, hoge cholesterol, obesitas, weinig sporten en alcoholgebruik.
Een groot onderdeel van de hoge ziektekosten is te wijten aan mensen hun lifestyle, dit komt omdat
het individu zelf niet de kosten alleen draagt, maar de gehele samenleving. Onderzoek toont dan ook
aan dat mensen die gezond gedreven gedrag vertonen het risico op ziekte verminderen. Waarom
doen mensen dan toch niet wat goed voor hen is? (1) de druk om mee te doen in ongezond gedrag
(2) vaak leiden de ongezonde gedragingen tot korte termijn plezier.
3. Persoonlijkheid en ziekte: persoonlijkheid is de term die verwijst naar een persoon zijn/haar
cognitieve, affectieve of gedragsmatige neigingen die relatief stabiel zijn in zowel tijd als situaties.
Onderzoek laat een relatie zien tussen persoonlijkheid en gezondheid. Namelijk:
Individuen met lage levels van conscientiousness hebben een grotere kans om op jongere
leeftijd te overlijden
Individuen met hoge levels van positieve emoties leven langer en herstellen sneller van
bepaalde situaties dan de hierbeneden aangegeven groep
Individuen met hoge levels van angst, depressie, vijandigheid en pessimisme (bijvoorbeeld
als gevolg van stress) hebben een risico om jong te overlijden en ziekten te ontwikkelen
De relatie tussen persoonlijkheid en ziekte is dubbel; ze kunnen elkaar beiden beïnvloeden.
Hoe de rol van de psychologie is ontstaan
Sigmund Freud constateerde dat sommige patiënten fysieke symptomen hadden maar geen
waarneembare fysieke beperking. Als verklaring had hij de psychoanalytische theorie waarin werd
gesteld dat deze symptomen het gevolg zijn van onbewuste emotionele conflicten. Dit noemde hij
conversion hysteria. De behoefte om dit soort condities te begrijpen leidde tot de ontwikkeling van
psychosomatische medicijnen.
Psychosomatische geneeskunde
Psychosomatische geneeskunde werd gevormd rond 1930, toen zij hun eigen tijdschrift publiceerde:
psychosomatic medicine. Psychosomatisch in deze term betekend niet dat een persoon zijn/haar
symptomen ‘denkbeeldig’ zijn maar dat zowel de geest als het lichaam betrokken zijn. Vandaag de
dag is het een bredere tak die kijkt naar de relaties tussen psychologische factoren, sociale factoren
en biologische en fysiologische functies en de ontwikkeling van ziekten.
, Gedragsgeneeskunde en gezondheidspsychologie
In 1970 ontwikkelde zich twee nieuwe takken die wilde kijken naar de rol van psychologie in ziekten
1. Gedragsgeneeskunde: er werd een organisatie gevormd die twee karakteristieke eigenschappen
had:
1. Het lidmaatschap is interdisciplinair; het bestaat uit veel takken zoals psychologie, sociologie
en verschillende geneeskunde.
2. Het kwam voort uit het behaviorisme, een visie die geloofd dat mensen hun gedrag een
gevolg is van twee soorten leren:
i. Klassieke conditionering: pavlov; experiment met honden
ii. Operante conditionering: skinner, experiment met muizen
Deze conditioneringsmethode kan veel invloed hebben in therapie en het helpen van mensen
om om te gaan met hun gedragsproblemen.
In 1970 toonde onderzoekers aan dat psychologische gebeurtenissen, in het specifiek emoties,
invloed hebben op lichamelijke processen, zoals bloeddruk. Ook werd aangetoond dat mensen
bepaalde fysiologische systemen konden controleren wanneer zij feedback ontvingen over wat deze
systemen aan het doen waren.
Wat is er zo belangrijk aan deze bevindingen?
Zij toonde de sterke relatie tussen het lichaam en de geest aan.
Het leidde tot biofeedback: een persoon zijn/haar fysiologische processen worden
gemonitord door de persoon zelf zodat hij er makkelijker controle over kan nemen.
2. Gezondheidspsychologie: werd in 1978 geïntroduceerd door Joseph Matarazzo die 4 doelen
beschreef van de gezondheidspsychologie:
1. Om gezondheid te bevorderen en behouden: door het bestuderen van bepaalde
onderwerpen (waarom mensen roken) kan er hulp worden geboden bij een gezonde
lifestyle
2. Om ziekte te voorkomen en behandelen: psychologische principes hebben een groot effect
gehad op het voorkomen van ziekte
3. Het identificeren van de oorzaken en de diagnostische correlaties in betrekking tot
gezondheid, ziekte en disfunctie
4. Het analyseren en verbeteren van gezondheidszorgsystemen en het gezondheidszorgbeleid
Een integratie
Psychosomatische geneeskunde, gedragsgeneeskunde en gezondheidspsychologie lijken erg op
elkaar. Alle drie geloven dat gezondheid en ziekten het gevolg zijn van een wisselwerking tussen
biologische, psychologische en sociale krachten. Het grootste verschil tussen deze 3 takken is de
hoeveelheid focus die zij geven aan bepaalde onderwerpen en standpunten:
Psychosomatische geneeskunde: bestaat uit artsen en gedragswetenschappers maar is nauw
verbonden met medische disciplines, zoals de toepassing van psychiatrie.
Gedragsgeneeskunde: de focus is hier meer op interventies die gezonde lifestyle bevorderen
zonder het gebruik van medicijnen en operaties
Gezondheidspsychologie: gebaseerd op verschillende takken van de psychologie om zo
lifestyle en emotionele processen, die lijden tot ziekten, waar te nemen en te wijzigen. En
ook om zo het functioneren van zieke mensen te verbeteren.
Gezondheidspsychologie; het beroep
Het is een redelijk nieuwe tak en breid zich snel uit. De meeste gezondheidspsychologen werken in
ziekenhuizen, klinieken of academische afdelingen van universiteiten. Hierbij geven zij directe hulp
aan patiënten of indirect via onderzoek.
Huidige perspectieven op gezondheid en ziekte