Anatomie – colleges
ANA 1 – cervicale wervelkolom
Context:
• Deze periode staat complexe traumatische klachten in de sportcontext centraal. Bij de
diagnostiek en de behandeling van sport gerelateerde blessures is kennis van de anatomie
essentieel. In het eerste jaar heb je een basis gelegd in je anatomische kennis. Dit college staat in
het teken van verdieping van de anatomische kennis van de hoog-cervicale wervelkolom.
Daarnaast maak je kennis met de functionele anatomie van de cervicale wervelkolom.
• De meeste cervicale wervelkolom verwondingen in sport opgetreden bij personen tussen de 16
en 30 jaar oud. In de VS is de sport met het hoogste aantal van de cervicale letsels is American
football, gymnastiek en ijshockey.
• Cervicale wervelkolom verwondingen die resulteerde in permanente cervicale quadriplegia
gevolg van hyperflexie (10%), hyperextensie (3%), terwijl 52% werden toegeschreven aan het
laden axiale.
• Wanneer het hoofd en de nek worden gebogen ongeveer 30⁰ de normale lordotische curve
verdwijnt. Deze positie verwijdert de energieabsorberende elastische component van het
cervicale gebied. Whiplash-letsel kan ook plaatsvinden in contact sport (Eric Swartz 2005) nemen
• Bij een lichte flexie verlies je de lordose, hierdoor verlies je energie in de elementen.
• Vermogen om kracht op te vangen in de nek is minder wanneer je de natuurlijke lordose in de
nek opheft, dan komt er een lichte flexie. (bv: bij een klap, val of tekke)
Introductie:
• Bewegingssegment van Junghans:
o 2 wervellichamen
o Intervertebrale discus
o Facet gewricht (art. zygapophysialis); zygos = brug (tussen 2 vertebrae) → verbinding tussen
twee onderdelen
o Inferieur maakt contact met superieur
• Cervicale wervelkolom:
o Sup. facetten: superoposterior
o Inf. facetten: inferoanterior
o ROM in alle richtingen:
▪ Flexie – extensie
▪ Lateroflexie
▪ Rotatie
o Facet gewrichten hebben verschillende oriëntatie hoeken:
▪ Lumbaal: heel veel flexie en extensie mogelijkheden
- Rotatie is bijna niet mogelijk
▪ Cervicaal -→ hoek is +- 45 graden
- Geen enkele cervicale wervel is de vergelijken met elkaar, zijn allemaal compleet
verschillend
- Vrijwel alle bewegingen kunnen goed uitgevoerd worden (ook de 3d bewegingen),
dit komt door de oriëntatie/hoek
,• 7 cervicale wervels
• Atlanto-occipital junction (CO-C2)
o C1 en C2 hebben geen wervellichaam
o C1: ring van bot en heeft geen processus spinosi
• Midcervicale WK C2 tot C5
o Hebben wel wervellichamen
• Laag cervicale WK: C5 tot T1
o Hebben wel wervellichamen
• Cervicothorale overgang: C4 tot T3
o Belangrijk in de beweging van de bovenhandse
schouderbeweging
• C7 (meestal) de ‘uitstekende’ wervel
o Kun je makkelijk vinden door de enorme processus
spinosus
Osteologie hoog-cervicale wervelkolom:
• Bony landmarks:
o A: gewricht tussen schedel(C0) en C1 → je hebt hier
een linker en een rechter van → facetten vormen hier
een gewrichtje
o B: gewricht tussen C1 en C2
• Atlanto-occipitaal gewricht (C0-C1)
o Tussen de atlas en het occiput.
o Synoviaal ‘socket’ gewricht.
o Kommetje wordt dieper bij ouder worden.
o Géén discus!
o Geen tussenwervelschijf tussen C0 en C1
o Geen segment van jonghans
o Kommetjes van C1 waar het schede op rust heet een socket, hoe ouder we worden hoe
dieper de kommetjes worden (door slijtage), heeft gevolgen voor beweegpatroon.
o Linker en recht gewricht tussen het schedel en C1
↑↓
• Atlanto-axiaal gewricht (C1-C2)
o Tussen atlas-axis
o 3 synoviaal gewrichten !!
o Géén discus!
o bij C2 is aanwezigheid van een dens (odontoid process) vormt samen met ring van C1 een
gewrichtje
o In deze regio vind veel beweing plaats
• Alar ligament Test
, o Doel: Om de integriteit van de Alar ligamenten en dus hogere cervicale stabiliteit te
beoordelen.
o Test Functie: ruglig, hooklying.
o Performing de Test: Plaats een hand op het achterhoofd en met de andere hand aan de
processus spinosi van C2 palperen. Zijdelings flex of draai het hoofd naar één kant; je moet
de processus spinosi verhuizing naar de andere kant voelen. Herhaal aan de andere kant.
Afwezigheid van de processus spinosi verhuizen naar de andere kant kan alar ligament letsel
aan te geven. Als u de processus spinosi van C2 bewegen te blokkeren, kunt u het ligament
te benadrukken. Je moet een stevige end-feel tegenkomen in deze zaak. Significante
beweging kan ligamentous injury.
o Diagnostic Nauwkeurigheid wijzen: r = 0,76 ("geldigheid van de klinische tests voor Alar
ligament integriteit Construct, een evaluatie met behulp van magnetische resonantie
imaging
Atlas C1:
• Geen wervellichaam
• Ring van bot
• Ant. & Post. Arches
• Superior facet → communiceert met het schedel
• Inferior facet → communiceert met het superieure facet van C2
• Witte delen zijn de kommetjes → sockets
• Gewrichtjes waar synovia en kraakbeen in zit + een kapsel er omheen
Axis C2:
• Klein wervellichaam
• Palpabele proc. Spinosus (achterkant)
en transverses (zijkanten)
• Proc. transverses
• Dens (proc. odontoid); functioneert als spil
voor rotatie C1
• Foramen transversale → toegang tot
anterieure vertebale
, Dens/proc. odontoid:
• Dwarsdoorsnede van C1
o Ruggemerg
o Vertebrale arterie
o C2 dens
o Transverse Atlanto-Axial ligament
o Omliggende spieren
• Wittelijn is het kraakbeen van de dense.
Alar ligament:
• Verbinding tussen superieure deel van de dens naar mediale deel van de occpitale fossa
• Voorkomt te veel ant-post translatie van het occiput t.o.v. C1 → te veel translatie kan zorgen
voor klachten.
Belangrijk dat je kenmerken van posterieure diepe cervicale
spieren kennen
Vanuit C1 en C2 gaan er veel neurogene takjes naar de achter,
boven en zijkant van de schedel → forse tonus veroorzaakt hier
de pijn, vascualirsiatie wordt beïnvloed.
Processus spinosi van C1 en 2 zijn belangrijke uitgangspunten van
de spieren(origo’s), V-vormig verloopt. Vertrekken vanuit
processus spinosus C1 en C2 en hebben een lateraal craniaal
verloop omhoog. Korte extensie (korte knik naar achteren).
Kleine spieren tussen processus spinosi en transversi
Diepe nekflexoren (prevertebrale spieren):
• Deze spieren gebruik je bij een korte knik:
o M. longus colli
▪ Begint thorocaal
▪ Origo’s op voorkant van wervellichamen
o M. longus capitis
▪ Origo lateraal gelegen → C3, 4, 5 en 6
• Wanneer deze spieren verzwakt zijn zie je een antepositie van het
hoofd.
• Cervicale stabilisatie d.m.v. stabilazor
o Testen van uithoudingsvermogen
Normale ROM hoog-cervicale wervelkolom:
• C0-C1
o Flexie - hyperextensie 15⁰-20⁰
o Rotatie en lateroflexie niet mogelijk (vanwege de vorm van de atlas
→ socket)
• C1-C2
o 50% rotatie naar elke zijde, dit komt door een gewrichtje (deze is hier voor meer dan 50%
verantwoordelijk voor.
Normale ROM CWK:
• Flexie:
o Start in laag CWK C4 – C7
o Opvolgend in C0 – C1 – C2 – C3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kimvdeijnde. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.