1. Leefwijze van jagers en boeren
De eerste moderne mensen leefden als nomaden en werden jager-verzamelaars genoemd.
Deze mensen leefden in de prehistorie dus ze hadden geen schrijftaal of schrift om dingen
op te schrijven. Hierdoor zijn er weinig bronnen over dit volk. Wel zijn er bepaalde
ongeschreven bronnen gevonden zoals grafgiften, deze bronnen kunnen betekenen dat er
sprake was van sociale verschillen aangezien niet iedereen ze kreeg.
2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
Aangezien het klimaat veranderde rond 20.000 v.Chr. was er voedsel in overvloed en
hoefden de mensen niet meer rond te trekken, er kwamen dorpen met enkele honderden
inwoners. Dit kwam alleen voor in gebieden aan de oostkust van de Middellandse Zee. Rond
12.000 v.Chr. veranderde het klimaat weer en begonnen mensen zelf dingen proberen te
verbouwen, de landbouwrevolutie. Rond 5000 v.Chr. kwam de landbouwrevolutie ook naar
West-Europa. Vanwege de overgang naar de landbouw moesten mensen sedentair gaan
leven (in b.v. Dorpjes), hierdoor kwam er een ongelijkheid in het aantal bezittingen (dus
macht) en namen de sociale verschillen toe. Deze levensstijl wordt ook wel
landbouwsamenleving genoemd.
3. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.
Rond 3500 v.Chr. waren tientallen dorpen te groot geworden en veranderd in steden.
Sommige steden gingen het omringende plattenland overheersen, ook wel stadstaten. In
een stadstaat was de samenleving hiërarchisch opgebouwd en ze geloofden in meerdere
goden (polytheïsme). Aangezien het moeilijk werd om gegevens te onthouden werd het
schrift uitgevonden, hierop communiceerde ze met herkenbare afbeeldingen en later via
klankletters.
, Oudheid
Tijd van Grieken en Romeinen.
4. De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over
burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat.
Aangezien stadstaten zelfstandig waren, verschilden de manier van regeren. Een veel poleis
werd er met een monarchie geregeerd, een koning was aan de macht via erfopvolging. Na
een tijdje werd in de meeste poleis met een aristocratie geregeerd, edelen hadden de
belangrijkste bestuursfuncties in handen. Een andere regeringsvorm was tirannie, een tiran
was een alleenheerser met alle macht (soms met goedkeuring van het volk). In 509 v.Chr.
werd in Athene een tiran verdreven en hierdoor ontstond democratie. In deze bestuursvorm
heeft het volk de macht (niet de vrouwen slaven en inwoners zonder Atheense afkomst). De
mannen die wel burgerschap hadden waren vrij en gelijk (stemmen & dezelfde rechten). Er
was ook de raad van 500, hier konden burgers d.m.v. stemmen inkomen. Om mee te kunnen
stemmen moest een burger persoonlijk aanwezig zijn bij de vergadering (directe democratie)
Alles wat om de Grieken heen gebeurden (natuurverschijnselen), gebeurden volgens hen
door goden, dit wordt mythisch denken genoemd. De Grieken beschreven goden in mythen.
In de zesde eeuw v.Chr. begon de ontwikkeling van het wetenschappelijk denken. Sommige
mensen begonnen de mythische denkwijze in twijfel te trekken en zochten logische
oorzaken, deze mensen worden filosofen genoemd.
5. De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse
cultuur zich in Europa verspreidde.
In 509 v.Chr. is de laatste koning in Rome verdreven, hierdoor werd Rome vanaf die tijd een
republiek. Het resultaat van honger, macht en status was dat Rome eeuwen daarna een
groot rijk veroverden. Opstandige steden liepen het risico met de grond gelijk te worden
gemaakt, net zoals Carthago. Het gevolg van de enorme Romeinse gebiedsuitbreiding was de
overwinning op deze Noord-Afrikaanse grootmacht. Hierna volgden Spanje, Noord-Afrika en
het Oostelijk Middellandse zeegebied. Rome was een imperium geworden. Door de
verovering van de Griekse koloniën werd de Romeinse cultuur beïnvloed door die van de
Grieken. Met de oorlogsbuit kwam hoogstaande Griekse kunst naar Rome. Romeinen
voegden ook dingen toe aan de Griekse cultuur zoals: boogconstructie en beton. Romeinen
namen hun manier van bouwen mee naar de veroverde gebieden en kwam zo tot
verspreiding van de Grieks-Romeinse cultuur.
6. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.
Aangezien de Romeinen Griekse koloniën in Italië veroverden raakte de Romeinse cultuur
beïnvloed door die van de Grieken. Met de oorlogsbuit kwam de Hoogstaande Griekse kunst
naar Rome, deze werd zo bewonderd dat er vanaf de eerste eeuw v.Chr. overal in Italië
Grieks-Romeinse cultuur kwam te staan (dit was de Griekse cultuur maar dan een beetje
aangepast door de Romeinen).
, 7. De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse
cultuur van Noordwest-Europa.
De Romeinen stichtten zelf steden in het westen. De volken in Noordwest-Europa, ook wel
de Germanen, namen veel elementen van de Romeinse cultuur over, dit wordt romanisering
genoemd. Aan het einde van de 2e eeuw vielen grote groepen Germanen het noordwesten
van het rijk binnen. Sommige verdreven door andere volken en wilden zich vestigen in het
Romeinse rijk, andere Germanen maakten hiertegen plundertochten. Voor het voorkomen
van deze plunderingen werden aan Germaanse stammen steeds hogere afkoopsommen
betaald. Financieel was dit niet meer mogelijk omdat er geen inkomsten uit de oorlogsbuit
meer tegenover stonden. De keizers probeerden minder zilver in de munten te doen, maar
dit maakte het geld juist minder waard. Deze problemen verzwakte het westen van het Rijk.
8. De ontwikkeling van het Jodendom en het Christendom als de eerste
monotheïstische godsdiensten.
Joden waren in de tijd van de Grieken en romeinen anders dan andere, ze geloofden
namelijk dat er maar één god bestond (monotheïstisch). In de zesde eeuw v.Chr. wordt hun
geloof beschreven in heilige boeken, deze schreven ze toen ze als slaven werden
weggevoerd. Joden leefden vanaf toen diaspora (verspreid over vele landen), veel joden
werden toen als aparte groep gezien aangezien ze zich vasthielden aan het jodendom.
Binnen het jodendom bestond er geloof van de komst van een Messias, hij zou door god
gezonden zijn en de joden bevrijden van vreemde overheersing. In Nazareth leefde die tijd
de joodse Jezus, hij probeerde mensen te overtuigen van een betere manier van geloven en
leven. De joodse elite voelde zich bedreigd door Jezus en op voorstel van de joodse priesters
werd hij door de Romeinse gouverneur ter dood veroordeeld. Na drie dagen stond Jezus
weer op uit de dood en bewees hiermee zijn goddelijkheid. Het aantal volgelingen na de
dood van Jezus bleef groeien, deze mensen noemde zichzelf christenen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper evaoverweg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.