Hoorcollege 1: De Sociologische Verbeelding
Waarom sociologie?
Centrale vraag tijdens opleiding Bestuurskunde: Hoe kan het openbaar bestuur het beste
maatschappelijke problemen oplossen?
Relevantie sociologie:
Het beter begrijpen van de maatschappelijke context van het openbaar bestuur. Om 2
redenen belangrijk:
1. Inzicht ontwikkelingen in de oorzaken en gevolgen van oude en nieuwe
maatschappelijke problemen waar het openbaar bestuur zich mee bezighoudt of
door wordt beïnvloed.
- bijv. waarom geven we uitkeringen, partnerverlof?
- bijv. ontwikkelingen als migratie, vergrijzing, ontgroening.
2. Sociologische inzichten helpen om beleidsmaatregelen te ontwikkelen en evalueren.
- bijv. onderwijsachterstand: rol van scholen, ouders; waar ligt het aan?
- beleid is niet neutraal en heeft een bepaald theoretisch perspectief in zich.
- verzorgingsstaat → privatisering overheid, groepen in de samenleving
gingen minder profiteren; meer verschillen in sociaaleconomische klasse
→ participatiesamenleving; niet alle burgers zijn even mondig en in staat
om dingen te veranderen.
Verschillend beleid heeft dus verschillende perspectieven op de
samenleving, er zijn onvoorziene gevolgen die de sociologie kan verklaren.
Hoe laten we deze 2 functies van de sociologie tijdens dit blok zien?
1. Aandacht voor hoe sociologen naar de samenleving kijken (sociologische
verbeeldingskracht van de vier klassieke sociologische perspectieven) geeft
handvatten aan openbaar bestuur.
2. Aandacht voor sociologische hoofdvragen (identiteit, modernisering, cohesie en
ongelijkheid), kernbegrippen en theorieën geeft inzicht in belangrijke
maatschappelijke puzzels/problemen.
Wat is sociologie?
Sociologie is de studie van hoe mensen met elkaar samenleven.
Latijnse socius (samen) en griekse logos (het bestuderen van).
Berger (1963) Introduction to sociology
● Zien van het algemene in het bijzondere;
● Het vreemde zien in het bekende;
- hoe eerlijk is het belastingssysteem?
- hoe eerlijk/realistisch is een onderscheid maken tussen mannen en vrouwen: blauw
- jongens, roze - meisjes?
● Individualiteit binnen een sociale context.
- als individu vorm je de samenleving en het openbaar bestuur (door te gaan
stemmen).
, - de samenleving vormt jou ook: wetten, beleid, cultuur.
● ‘’De wetenschappelijke studie van het sociale leven, sociale verandering en sociale
oorzaken en gevolgen van menselijk gedrag’’ . (Ballantine).
● ‘’Sociologen bestuderen hoe de samenleving vormgeeft aan en wordt vormgegeven
door de individuen, kleine groepen mensen, organisaties, nationale samenlevingen
en globale netwerken.’’ (Ballantine)
● ‘’De systematische, sceptische en kritische studie van het sociale.’’ (Macionis)
Sociologie is géén psychologie.
Focus sociologie: samenleving; richt zich op groepspatronen. Probeert gedragingen binnen
groepen te verklaren vanuit sociale posities of taken zoals lidmaatschap klasse, etniciteit,
gender.
Sociologie is géén sociaal werk.
Sociologie = observeren en analyseren.
Sociaal werk = doen, helpen.
Sociologie versus lekenpraat
Lekenpraat: ‘’Als je er maar hard genoeg voor werkt, dan kom je er wel. Er is werk genoeg
voor iedereen. Sommige mensen willen gewoon niet!’’
Sociologie: Gaat dit onderzoeken; bijv. inkomen en beroep ouders afzetten tegen inkomen
en beroep van kind. Gaat het om netwerk, cultureel kapitaal, omgangsvormen?
Lekenpraat:
- Aannames gebaseerd op zeer beperkte observaties.
- Onderliggende veronderstellingen worden slechts zelden onderzocht.
Sociologie:
- Ruime variatie van zorgvuldig uitgekozen observaties.
- Poogt om deze observaties theoretisch te begrijpen en verklaren.
Sociologische verbeeldingskracht
In de sociologie worden analyses op 3 niveaus uitgevoerd
1. Micro (relaties tussen individuen)
2. Meso (organisaties, instituten, subculturen)
3. Macro (nationale samenlevingen en globale structuren)
Meeste dagelijks interacties vinden plaats op microniveau, hier is men zich bewust van. Men
denkt minder na over hoe het meso en macro niveau ons beïnvloeden, dit is juist belangrijk
voor de sociologie en de bestuurskunde.
Voorbeeld: koffie drinken
→ Micro: koffie drinken als sociale interactie, routine
→ Micro/meso: politieke en levensstijl-keuze: bijv. alleen maar fairtrade koffie, je
niet willen associëren met starbucks.
,→ Meso/macro: sociaal-geaccepteerde drug: bijv. in sommige landen is cafeïne
verboden. in westerse landen niet verboden, maar andere drugs wel. welke
groepen zijn hier aan te verbinden? heeft dat te maken met sociale ongelijkheid?
→ Macro: sociaal-economische relaties over de gehele wereld om koffie te
kunnen produceren: bijv. productie, transport, verkoop. Land waar koffie wordt
gedronken is niet land waar het wordt geteeld.
→ Macro: lang proces van sociale, politieke en economische ontwikkelingen. bijv.
land waar koffie wordt geteeld was vroeger gekoloniseerd.
Simpele handelingen, zoals het drinken van een kopje koffie, worden beïnvloed door grotere
sociale structuren en globale ontwikkelingen.
Micro, meso en macro beïnvloeden elkaar, er is een wisselwerking tussen individu en
samenleving.
Bedenker sociologische verbeeldingskracht Charles Wright Mills
= de complexe en interactieve relatie tussen individuele ervaringen en publieke zaken,
tussen micro en macro.
Veel ‘persoonlijke ervaringen’ kunnen en zouden moeten worden geïnterpreteerd in de
context van grootschalige krachten in de samenleving.
bijv. armoede hangt samen met waar je woont en welke bronnen je al hebt.
Voor sociologische verbeeldingskracht:
onderscheid maken tussen persoonlijke problemen en publieke zaken cruciaal.
● Persoonlijk probleem
- gebonden aan een individu en zijn directe omgeving: is persoonlijk.
- gaat dus over dingen die door een individu gevoeld worden.
● Publieke zaken
- overstijgen het individu en zijn directe omgeving
- publieke zaken worden door veel mensen gevoeld en worden vaak gezien als een
bedreiging
- individuele kenmerken kunnen publieke zaken niet verklaren
Persoonlijke problemen en publieke issues zijn echter sterk aan elkaar verbonden.
Persoonlijke problemen vs. Publieke Zaken
- 1 werkloze = een persoonlijk probleem
bijv. altijd te laat
- heel veel werklozen = publieke zaak
bijv. automatisering, werk naar andere landen verplaatst
-1 vechtscheiding = een persoonlijk probleem
- heel veel vechtscheidingen = een publieke zaak
bijv. werkloosheid in de regio leidt tot stress en spanningen binnen huwelijk
- 1 vluchteling bij Calais = persoonlijk probleem
- heel veel vluchtelingen bij Calais = publieke zaak
bijv. waarom zo veel juist naar Engeland?
Welke vragen stellen sociologen?
, Sociologen stellen vragen over mensen in sociale groepen en organisaties: hoe komen
groepen tot stand?
Sociologen zijn geïnteresseerd in de oorzaken en gevolgen van (groeps)gedrag.
De vier hoofdvragen binnen de sociologie
1. Ongelijkheidsvraagstuk (wie krijgt wat?)
Hoe om te gaan met ongelijkheid?
2. Cohesievraagstuk (wat verbindt en scheidt mensen?)
Hoe kan beleid het gevoel van cohesie bevorderen? hoe kan solidariteit zorgen voor
meer steun voor beleid? kan echter ook zorgen voor wij vs zij.
3. Rationaliserings- of moderniseringsvraagstuk (hoe rationeel handelen mensen en
instituties?)
Efficiëntie, winst maken, bureaucratisering ipv nadruk op religie. hoe kun je ervoor
zorgen dat processen menselijk blijven en cohesie blijft bestaan?
4. Identiteitsvraagstuk (wie zijn wij?)
Waar houdt de vrijheid van meningsuiting op? Hoe kan beleid ervoor zorgen dat we
mogen zijn wie we zijn?
Niet alleen beschrijven, maar ook verklaren.
→ Vereiste ontwikkelen valide theoretische verklaringen: verklaring toetsen op
basis van empirisch onderzoek.
→ Feiten spreken niet voor zich.
→ Feiten moeten worden geïnterpreteerd, en interpretatie vereist positie kiezen
binnen een set van onderliggende theoretische aannames.
bijv. turven wie bij hoorcollege is en naar cijfers tentamen kijken: mensen die naar
hoorcollege kwamen hadden hogere cijfers.
Theorie 1: bij hoorcollege leer je, bij tentamen pas je toe.
Theorie 2: bij hoorcollege zitten meest toegewijde studenten, heeft niets met hoorcollege te
maken.
Sociologen proberen bewijs te vinden door een van de twee theorieën: vragenlijsten laten
invullen over motivatie (empirisch onderzoek).
Menselijk gedrag is geen wetmatigheid en is niet helemaal voorspelbaar, veel verschillende
zaken spelen een rol. Dit maakt de relatie tussen oorzaak en gevolg lastig te duiden.
Sociologie bevat diverse theoretische perspectieven
3 belangrijke assen
1) Micro/meso/macro
2) Coöperatief/conflictueus
3) Agency/structure (in hoeverre hebben we zelf invloed op hoe de samenleving eruit
ziet)
Leerdoelen: