Lecture 1: Introductie Political Science
Today:
- wat is political science & politiek?
- kernconcepten in political science.
- politieke regimes.
Wat is Political Science?
- Politieke instituties.
- Politieke processen.
- Politiek gedrag.
Misvatting dat het alleen gaat om wat politici doen en welke beslissingen maken; het gaat
hier deels wel over, maar het gaat ook over andere actoren zoals burgers!
bijv. waarom steunen sommige Biden en andere Trump?
bijv. waarom wordt er geprotesteerd tegen de overheid?
bijv. waarop stemmen mensen en waarom, op basis van welke informatie, is er sprake van
een echo chamber?
Het bestudeert de theorie en praktijk van politiek.
Maar wat is politiek?
Definitie van politiek
Verschillende definities
Poly = veel ticks = bloedzuigende parasieten → normatief statement!
Geeft weer hoe veel mensen politiek zien; geeft afnemende vertrouwen in overheid en
politieke instituties aan.
Wij gebruiken:
● Proces waarbij mensen onderhandelen en strijden.
● Proces van het maken en uitvoeren van collectieve beslissingen (het moet
mogelijk zijn om ze op te leggen; ze moeten bindend en autoritatief zijn).
Waarom is politiek relevant voor political science?
- gedrag van politici en burgers begrijpen.
- consequenties van politieke transformaties weten (populisme, opkomst illiberale
democratie).
- begrijpen hoe je politieke informatie moet interpreteren.
Politieke systemen
,Welke actoren zijn betrokken bij de politiek?
- Overheden, maar ook burgers; overheid wordt beïnvloed door de publieke opinie
door bijv. verkiezingen en protesten en overheid stelt regels op voor burgers.
- Macht van overheden naar boven (EU, UN, IMF).
- Macht van overheden naar de zijkant (belangengroepen, politieke partijen, lokale
autoriteiten, media).
Om politieke systemen te begrijpen moet je kijken naar hoe de actoren met elkaar
interacteren. Overheden spelen een centrale rol.
Relevantie van overheden
Overheden spelen een centrale rol in politieke systemen: waarom?
Without a common power to keep them all in awe,” men are “in a condition [of] war, as of every man
against every man.” (Hobbes)
Overheid is nodig volgens Hobbes om anarchie te voorkomen; overheid moet geweld voorkomen.
Kritiek op Hobbes: overheid kan geweldsmonopolie misbruiken tegen eigen volk.
Andere collectieve goederen: veiligheid (Hobbes), dijken, wegen, schone lucht, etc.
Kernconcepten in de politiek
● Power: ‘’capaciteit om de gewenste effecten tot stand te brengen’’ (Hogue et al, 2019, p.6)
→ is breder dan invloed, want power is ook incl. dwingend.
● Autoriteit: recht om macht uit te oefenen.
→ bijv. andere profs geven onze prof advies over dit vak; de andere profs hebben power,
maar geen autoriteit, want de autoriteit over ons vak ligt bij de prof.
● Legitimiteit: macht van overheid wordt geaccepteerd door zij die onderworpen zijn aan
de regels en door de gemeenschap.
→ gaat om de acceptatie van de autoriteit.
→ bijv. leiders worden niet meer geaccepteerd en verliezen legitimiteit,
maar behouden wel autoriteit omdat ze niet meteen hun functie verliezen.
Drie dimensies van power:
1. Wie prevaleert over politieke uitkomsten?
2. Wie bepaalt welke voorkeuren worden uitgedrukt?
3. Wie vormt voorkeuren?
Eerste dimensie van macht
Wie wint het debat (winnaars vs verliezers): invloed over uitkomsten en gedrag.
In de praktijk
In democratie:
● stemgedrag; welke partij wint de verkiezingen?
● parlementaire debatten; welke partij wint het debat?
● juridische beperkingen; bijv. rechters oordelen dat de overheid niet genoeg doet om
beleid over milieu na te komen.
In autoritaire regimes:
● politieke elite heeft de macht.
● politiek geweld door de politieke elite.
Tweede dimensie van macht
Invloed over de problemen/beleidsalternatieven die worden besproken tijdens beslissingsmakingsproces.
Agenda setting macht.
Controle over de uitdrukking van voorkeuren.
,In de praktijk
In democratische regimes:
● government.
● initiatieven door parlement en burgers.
bijv. social media geeft ‘gelijke kansen’ voor alle partijen, oppositiepartijen kunnen zichzelf zo
ook laten horen.
In autoritaire regimes:
● wetten die publiek protest verbannen.
● media die van de staat is die de zendtijd van oppositieleiders beperkt.
bijv. bepalen wie er bij de krant werkt.
Derde dimensie van macht
Controle over voorkeuren van politici en burgers.
Sociale breuklijnen, politieke ideologie, politieke communicatie en media(hoe media de
voorkeuren kan vormen, bijv. door framen).
bijv. Boris Johnson schorst regering vanwege Brexit om de Brexit te versnellen → twee kranten
brengen dit nieuws anders; Guardian bekritiseert Johnson, Telegraph bekritiseert tegenstanders
Johnson, zo vormen de kranten de voorkeuren van lezers.
In de praktijk
In democratische regimes?
● bij publieke debatten en open deliberatie processen kunnen politici problemen framen,
en zo de voorkeuren te vormen.
In hybride/autoritaire regimes?
● propaganda door media van de staat.
Drie typen autoriteit (Max Weber)
1. Traditioneel: heiligheid van traditie, vaak door erfelijkheid, verandert niet makkelijk.
2. Charismatisch: waargenomen buitengewone kenmerken van een individu; kenmerken
die burgers belangrijk vinden voor een leider, bijv. welsprekendheid, vastberadenheid.
Wat burgers charismatisch vinden verschilt per sociale groep en per tijdsperiode.
3. Legaal-rationeel: formalistische geloof in de wet (legaal) of natuurlijke wet (rationeel).
Politieke regimes
, In een liberale democratie hebben burgers niet alleen politieke rechten (bijv. stemrecht),
maar ze zijn er ook van verzekerd dat hun individuele rechten (bijv. vrijheid van
meningsuiting en andere fundamentele rechten voor bijv. minderheden) worden beschermd,
ook al is de overheid het niet met deze individuele rechten eens.
Hybride regime: er zijn
wat elementen van een
democratie (bijv.
verkiezing, competitie
tussen media), maar
toch is er vaak één
groep die alles kan
manipuleren.
Autoritair regime: één
groep heeft controle
over het hele politieke
systeem. Een land met
oneerlijke verkiezingen
is GEEN hybride regime,
omdat de uitkomst al
vastligt en er niet
werkelijk competitie is.
Lecture 2: Opkomst van illiberale democratieën en politieke cultuur
Referendum in Zwitserland
Clash tussen representatief en directe democratie: politieke partijen (representatief) waren
niet tevreden met de uitslag van referendum (instrument van directe democratie).
Typen politieke regimes
.