Week 1
Opgave 1
1.
a. Voorperiode = periode waarin je wel voor rekening van de BV handelt, maar
waarin de BV nog niet echt bestaat. Deze periode begint bij de
intentieverklaring en eindigt bij daadwerkelijke oprichting.
- Ruisende inbreng: niet een vastgesteld termijn, maar mag niet langer
dan 3 jaar (zie BNB 1987/2)
- Geruisloze inbreng: max 15 maanden (8ste sv), maar dit is inclusief
de voor-voorperiode. Het ligt eraan hoelang dat duurt, want dit trek je
ervan af.
Hoofdregel: in welk moment ben je echt de bv ingegaan? → 8ste
standaardvoorwaarde, blz 281, voor geruisloze omzetting.
Moment van tekening voorovereenkomst is tijdstip van overgang.
b. Voor-voorperiode = de periode voor de voor-periode, begint bij het moment
waarop je achteraf gezien voor rekening van de BV handelde en eindigt bij de
verklaring.
- Ruisende inbreng: max 3 maanden, zie besluit staatssecre. Dit is om
praktische redenen. (1 jan voor terugwerkende kracht)
- Geruisloze inbreng: max 9 maanden, zie 8ste standaardvoorwaarde
2. Ik ben uitgegaan van wet 2021
Zelfgekweekte goodwill mag je niet activeren ogv gkg (voorzichtigheidsbeginsel: niet
te rijk rekenen).
a. Stakingswinst = fiscale + stille reserves + goodwill = x →
minus mkb-winstvrijstelling is 14%
minus omzetting FOR
500.000 (pand) + 200.000 (goodwill) + 50.000 (FOR) = 750.000 euro
stakingswinst. Minus mkb-winstvrijstelling (art 3.79a). Hiermee wordt
belastbare winst verhoogd. Dus 750 - 105 = 645.000
Volgens art 3.128 kan dit worden omgezet in lijfrente van max FOR,
dus 50.000 euro. Dit trek je af ⇒ 645 - 50 = 595.000
Volgens art 3.129 lid 2 sub 6 ten eerste, is het maximum van omzetting
€ 237.267. Hier trek je de 50.000 vanaf ⇒ 187.267
Uiteindelijk is de echt belastbare winst: 645.000 - 50.000 - 187.267 = 407.733
Als je zuiver gaat toepassen, zou je cijfers van 2019 moeten toepassen.
b. (cijfer FOR van wet 2020)
Waarde fiscaal vermogen moet minimaal €0,01 zijn. Voor de rest maakt het
niet uit.
R/C is dan sluitstuk, samen met fiscaal vermogen.
ruisend - fiscaal en commercieel
, debet credit
pand 700000 fiscaal vermogen 1000
voorraad 100000 R/C 615470
goodwill 200000 lijfrente 233530
bank 100000 schuld 250000
totaal 1100000 totaal 1100000
c. Bij geruisloze inbreng wordt er fiscaal in de plaats getreden met oude
boekwaarden (art. 3.65 Wet IB jo. svw 2). Op grond van art. 3.65 lid 1 en 2 is
er geen staking en dus geen stakingswinst. Over de FOR moet wel worden
afgerekend voor 50.000 euro, maar er kan een lijfrente worden bedongen ogv
art 3.128 IB.
Stakingswinstvrijstelling zou wel in mindering kunnen als je kiest voor
afrekening.
d. Creditering →
Latentie is percentage van goodwill en stille reserves
Svw 4 maximaliseert creditering, max is €25.000
100.000 (kap.) + 500.000 (pand) + 200.000 (goodwill) = 800.000
min: latentie 10%*700.000 = 70.000
= 730.000
creditering: (5/105)*730000 = 34762, max is 25000→ - 25.000
totaal = 705.000 euro
hoort 3.128 te zijn!
Dus EV - HIR - bedongen lijfrente - creditering
Geruisloos - commercieel
debet credit
pand 700.000 kapitaal 630.000
voorraad 100.000 agio 75.000
goodwill 200.000 lijfrente 50.000
bank 100.000 schuld 250.000
latentie 70.000
r/c 25.000
totaal 1100000 totaal 1100000
creditering is r/c
, Tip praktijk: verkrijgingsprijs ook verwerken. In principe maakt het niet uit wat
bij agio staat, maar je kan beter verkrijgingsprijs neerzetten.
Geruisloos - fiscaal
debet credit
pand 200.000 fiscaal vermogen 75.000
voorraad 100.000 lijfrente 50.000
bank 100.000 schuld 250.000
r/c 25.000
totaal 400000 totaal 400000
Fiscaal geen goodwill en latentie
Fiscaal vermogen is hetzelfde als verkrijgingsprijs
3. Bij ruisende inbreng is er geen probleem voor een nieuwe participant, er is immers
afgerekend.
Bij geruisloze inbreng moet er worden nagegaan hoe de nieuwe participant zijn
aandelen verkrijgt. Er geldt namelijk een driejarige vervreemdingsverbod (svw 1)
voor de aandelen van X. Als er sprake is van een vervreemdingsfictie, moet X alsnog
afrekenen in box 1. Het is wel mogelijk om nieuwe aandelen uit te geven aan Y dmv
emissie, mits tegen reële waarde.
4. Bij ruisende omzetting geen problemen, let wel op FOR. Bij geruisloze inbreng
zouden er gevolgen kunnen zijn. Het betreft de verkoop van activa/passiva, dus de
bewijslast om aan te tonen dat er ten tijde van inbreng een vervreemdingsvoornemen
was, ligt bij de inspecteur. Anders wordt faciliteit art 3.65 teruggedraaid.
Voortzettingstermijn is niet beschreven in wet. In praktijk is de drie jaar ook een safe
harbour.
Opgave 2
Winstverdeling was 50/50, dus verdeling aandelenkapitaal moet ook 50/50, zie art 3.65.
A: 100.000 (kap.) + 250.000 (pand) + 100.000 (goodwill) = 450.000
min: latentie 10%*350.000 = 35.000
= 415.000
creditering: (5/105)*415000 = 19762 - 19.762
totaal = 396.238 euro
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper meghankeijzer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.