Gezondheidsrecht Week 1: Inleiding recht en juridische vaardigheden
ZS 1 Ethiek en Recht hoofdstuk 2
- Recht
o Slechts in beperkte mate invloed op gezondheidszorg, want een wettelijke regeling van patiëntenrechten is belangrijk, maar het slagen van
een arts-ptrelatie is van veel meer aspecten afhankelijk.
o Doelstellingen:
▪ Normatieve = wetgeving/ rechtspraak heeft tot doel om fundamentele rechtsbeginselen en grondrechten te regelen. Bijv.
lichamelijke integriteit, recht op bescherming van persoonlijke levenssfeer, recht op vrijheid en de manier waaro deze nader zijn
uitgewerkt in regelingen (bijv WGBO (wet op geneeskundige behandelingsovereenkomst), wet Bopz (bijzonderdere opnemingen in
psychiatrische ziekenhuizen) en Wod (wet op orgaandonatie)
• Binnen de samenleving kan er verschillend gedacht worden over de reikwijdte en juridische kracht vh recht van een pt op
zelfbeschikking en de manier waarop dat recht in de wetgeving moet worden uitgewerkt → nog sterker bij abortus,
euthanasie, onderzoek met embryo’s etc
▪ Instrumentele = duidelijke en doelmatige wijze reguleren vd samenleving. Bijv maxsnelheid of belastingtarief.
• Rechtsbeginselen/ grondrechten kunnen rol spelen, maar vaak gaat het om aanleidingen en overwegingen van andere orde.
o Toepassen van juridische regels:
▪ Interpretatie → medische richtlijnen kunnen helpen.
▪ Redelijkheid en billijkheid
▪ Belangenafweging: patiënt, anderen (medepten, familie van pt, zorgverleners) en algemeen (=tegengaan van ondoelmatige zorg en
bestaan van voldoende mogelijkheden om medisch-wetenschappelijk onderzoek te doen).
• Hiertussen kunnen spanningen ontstaan → gevolgen voor interpreteren, bijv gevaarscriterium in psychiatrische wanneer de
pt een gevaar veroorzaakt voor anderen óf uitzondering op wettelijke bepaling (bijv schending beroepsgeheim indien
ernstige gevolgen voor anderen).
HC1 Inleiding (gezondheids)recht
- Geschil tussen dhr. Vries (patiënt) en dhr. Rouvie (kaakchirurg). Tijdens ingreep bloed-bloedcontact. Dhr. Vries heeft een verleden van drugsgebruik
(verhoogd risico op HIV-virus). Nu moet dhr. Rouvie profylactische medicatie 6 wkn nemen, met enorme bijwerkingen (gezondheidsbelang
kaakchirurg). Moet dhr. Vries meewerken aan bloedonderzoek?
o Advocaat dhr. Rouvie:
▪ Grond: onrechtmatige daad → lichte ingreep van bloedafname bij dhr Vries vs ernstige bijwerkingen van medicatie bij dhr. Rouvie.
▪ Géén eigen schuld dikke bult, want de kans is groot dat zo’n fout ooit een keer in de carrière kan gebeuren.
1
, o Advocaat dhr Vries:
▪ Kan geen uitspraak doen over hoevaak dit in de carrière plaatsvindt.
▪ Dhr Vries bevond zich in gevangenis (detentie), waarvoor hij behandelt werd aan kaak (medisch noodzakelijk). Dhr Vries had geen
keuze over welke kaakchirurg hem ging behandelen.
▪ Dhr Rouvie heeft zichzelf gesneden (geen sprake van agressief gedrag)→ geen schuld van Dhr Vries (géén sprake van onrechtmatig
gedrag).
▪ Strijd van grondrechten (art 10 & 11 Nederlandse grondwet)
• Recht op privacy: HIV-besmetting is persoonlijk
• Lichamelijke integriteit (artikel 11): burgers mogen niet bij elkaar zomaar in lichamelijke levenssfeer mogen komen →
rechter mag niet afdwingen dat er in iemand anders wordt gesneden of geprikt. Er zou onder dwang bloed afgenomen
worden→ geen kleine ingreep.
o Advocaat dhr Rouvie:
▪ Recht op privacy weegt minder zwaar dan bijwerkingenbelang → belangenafweging ten voordele van Dhr Rouvie → compromis:
alleen dhr Rouvie + advocaat (beroepsgeheim) komenv op de hoogte van de uitslag.
▪ Artikel 162: niet meewerken aan het beperken van de schade kan een onrechtmatige daad opleveren.
o Uitspraak: dhr Vries moet meewerking verlenen aan de bloedafname.
- Recht:
o Definitie (positief) recht= geheel van de op een bepaald moment binnen een samenleving geldende rechtsregels → vrede binnen een
samenleving bewaren (voorkomen/ oplossen van conflicten) door belangen vd gemeenschap als vh individu in die gemeenschap te
beschermen.
▪ Plaats- en tijdgebonden.
▪ Recht kan worden afgedwongen, maar ethiek niet.
o Doel: de belangen van mensen in hun onderlinge verkeer en staat te beschermen en te ordenen, onder handhaving van de daarbij
betrokken normen en waarden. Normen en waarden zijn heel verschillend.
o Functies recht: bescherming/ veiligheid, gereguleerd, milieu
o Rechtsbronnen:
▪ Verdragen: NL heeft onderstaande verdragen ondertekent, waardoor deze wetten ook bij ons gelden→ basis voor grondrechten:
soms in NL’se wetgeving verwerkt anders op een internationale tekst beroepen of zich wenden tot een Europese rechter.
• EVRM (Europees Verdrag inzake de Rechten van de Mens), Rome 1950, Raad van Europa
o Art 2: recht op leven
o Art 3: verbod onmenselijke of vernederende behandeling
o Art 5: recht op vrijheid
o Art 6: recht op een eerlijk proces
2
, o Art 8: recht op bescherming van privé- en familieleden
• Het recht op (toegang tot) zorg voor de gezondheid:
o Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele rechten (IVESCR)
o Het Grondrechtenhandvest vd EU
• NL: monistisch stelsel, direct doorwerken internationaal recht.
▪ Overige regelgeving en voorschriften (bijv ook: protocollen in de zorg), omdat de overheid (werkgever) niet de kennis heeft om in
situatie A te zeggen “dit geneesmiddel moet je geven”.
• Comply or explain= arts houdt zich aan de richtlijn, tenzij er goede argumenten zijn om dat niet te doen.
• Richtlijnen zijn behulpzaam bij uitwerken en toepassen vd algemene wettelijke verplichting om ‘goede zorg’ te verlenen.
▪ Wetgeving:
• Wet= bindende norm met algemene strekking (alle burgers + overheid).
o Wetten in formele zin = wetten die door TK1 & TK2 zijn aangenomen.
▪ De meeste van deze wetten bevatten bepalingen die toestaan dat bepaalde onderdelen vd wet in aparte
regelingen nader worden uitgewerkt → AMVB (algemene maatregel van bestuur) of ministeriële regeling =
wordt vaak wel ter kennis gebracht vh parlement, maar hoeft niet te worden goedgekeurd door TK1 of TK2.
o Gelden voor een groot aantal situaties, die onderling sterk kunnen verschillen → om toegepast te kunnen worden
op een concrete situatie moeten ze nader worden uitgewerkt, bijv door rechters (interpreteren, mbt doelstellingen
vd wet, state of art in de gezondheidszorg, eerdere rechterlijke uitspraken etc).
• Wetgever: regering doet voorstel→ debat in TK2 → TK1 (Staten-Generaal)→ stemming→ publicatie in Staatsblad→
periodieke evaluatie
o Recht van amendement: TK2 heeft recht om onderdelen vh wetsvoorstel te wijzigen→ kan ook gebreken in de wet
herstellen, waardoor doelstellingen wel worden gehaald. Als doelstellingen door andere oorzaken niet worden
behaald, dan zijn andere maatregelen nodig: betere informatieverstrekking of meer geld beschikbaar stellen.
• NL = democratische rechtsstaat = overheid is ook gebonden aan de wetten die ze zelf uitvaarden →
volksvertegenwoordiging wordt gekozen door al het volk → geen wetboek = geen rechtsstaat
o Basis voor rechtsstaat: Montesquieu = trias politica = scheiding der machten
▪ Rechterlijke macht is onafhankelijk, omdat rechterlijke macht de overheid toetst.
o Democratische controle door rechtspraken openbaar te maken.
• Wetgeving;
o Grondwet (Gw): altijd ‘decor’ andere wetgeving
▪ Klassieke grondrechten = onthoudingsverplichting overheid.
• Art 1: recht op gelijke behandeling (non-discriminatie)
• Art 10: recht op privacy
3