H6: De integrale kostprijsberekening
De variabele kostencalculatiemethode houdt bij het berekenen van de kostprijs alleen rekening met
de variabele kosten. Bij de integrale kostprijsberekening worden zowel de variabele kosten als de
constante kosten betrokken bij het berekenen van de kostprijs. Bij het berekenen van de kostprijs van
een product of dienst gaat het vooral om het toerekenen van de kosten aan producten en diensten.
De toegestane kosten zijn normen of standaarden die onder normale omstandigheden besteed
mogen worden aan de fabricage van een product. De op basis van deze standaardhoeveelheden en
standaardprijzen berekende variabele kosten noemt men variabele standaardkosten of toegestane
variabele kosten. Het toerekenen van de constante kosten aan producten of diensten is minder
eenvoudig. Hierbij maken we een onderscheid tussen de normale bezetting, de verwachte of begrote
bezetting en de werkelijke bezetting. De normale bezetting is de gemiddelde capaciteitsbenutting die
in komende jaren wordt verwacht. Bij de integrale kostprijsberekening worden de constante kosten
gekoppeld aan de normale bezetting van de productiecapaciteit.
𝑡𝑜𝑡𝑎𝑙𝑒 𝑐𝑜𝑛𝑠𝑡𝑎𝑛𝑡𝑒 𝑠𝑡𝑎𝑛𝑑𝑎𝑎𝑟𝑑𝑘𝑜𝑠𝑡𝑒𝑛 𝑡𝑜𝑡𝑎𝑙𝑒 𝑣𝑎𝑟𝑖𝑎𝑏𝑒𝑙𝑒 𝑠𝑡𝑎𝑛𝑑𝑎𝑎𝑟𝑑𝑘𝑜𝑠𝑡𝑒𝑛 𝐶 𝑉
𝑆𝑡𝑎𝑛𝑑𝑎𝑎𝑟𝑑𝑘𝑜𝑠𝑡𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠 = 𝑛𝑜𝑟𝑚𝑎𝑙𝑒 𝑝𝑟𝑜𝑑𝑢𝑐𝑡𝑖𝑒/𝑎𝑓𝑧𝑒𝑡
+ 𝑏𝑒𝑔𝑟𝑜𝑡𝑒 𝑜𝑓 𝑣𝑒𝑟𝑤𝑎𝑐ℎ𝑡𝑒 𝑝𝑟𝑜𝑑𝑢𝑐𝑡𝑖𝑒/𝑎𝑓𝑧𝑒𝑡
= 𝑁
+ 𝐵
𝐶 𝑉
● Hierbij is 𝑁
gelijk aan de toegestane constante kosten per eenheid product en 𝐵
gelijk aan de
toegestane variabele kosten per eenheid product.
De toegestane kosten van een product - de standaardkostprijs - hangt voor wat de constante kosten
betreft, samen met de normale productie of normale bezetting en hangt voor wat de variabele kosten
betreft, samen met de totale begrote of verwachte productie. De standaardkostprijs is geheel
gebaseerd op standaarden (normen) en niet op de werkelijke kosten van de productie.
Bij de integrale kostencalculatie zit in de kostprijs van een product een dekking voor de constante
kosten en variabele kosten. Omdat je bij het bereken van de constante kosten uitgaat van de normale
bezetting worden de totale constante kosten alleen dan gehele terugverdiend indien de begrote
productie gelijk of groter is dan de normale productie.
𝐶
● Bezettingsresultaat = (𝐵 − 𝑁) · 𝑁
○ Standaardkosten - werkelijke kosten
● Er is sprake van onderbezettingsverlies als de begrote productie kleiner is dan de normale
productie. De ondernemer krijgt dan uit de verwachte verkoop minder dekking binnen dan zou
moeten om de constante kosten volledig te dekken. (𝐵 − 𝑁) < 0
● Er is sprake van overbezettingswinst als de begrote productie groter is dan de normale
productie. De ondernemer krijgt dan via de verkoop meer dan zijn constante kosten terug.
(𝐵 − 𝑁) > 0
● Bij een begrote productie gelijk aan de normale productie worden de totale constante kosten
volledig gedekt. (𝐵 − 𝑁) = 0
Het verschil tussen het verwacht verkoopresultaat en de verwachte nettowinst is het verschil tussen
de te begrote productie en de normale productie keer de toegestane constante kosten per product.
De begrote nettowinst kun je zodoende op twee manieren berekenen:
● Begrotte nettowinst = verwachte omzet - verwachte totale kosten
● Begrote nettowinst = verwachte verkoopresultaat +/- verwachte bezettingsresultaat.
Het budgetresultaat is het verschil tussen de standaardkosten (toegestane kosten) en de werkelijke
kosten. De werkelijke kosten kunnen om diverse oorzaken afwijken van de toegestane kosten, wat
invloed heeft op de nettowinst:
● Het grondstoffenverbruik kan groter of kleiner zijn dan het toegestane grondstoffenverbruik.
● De grondstofprijs kan hoger of lager zijn dan de toegestane grondstofprijs.
● Het werkelijk aantal arbeidsuren kan hoger of lager zijn dan het toegestane aantal
arbeidsuren.
● De prijs van een arbeidsuur kan hoger of lager zijn dan de toegestane prijs van een arbeidsuur.
● De werkelijke constante kosten kunnen hoger of lager zijn dan de begrote constante kosten.
○ standaardkosten heeft te maken met de werkelijke afzet
Het budgetresultaat is verder uit te splitsen in een budgetresultaat op de variabele kosten en een
budgetresultaat op de constante kosten. Deze resultaten worden op hun beurt weer uitgesplitst in
prijsverschillen, efficiëntieverschillen (hoeveelheidsverschillen) en een bezettingsresultaat. Je telt
alle negatieve en positieve verschillen bij elkaar op, dan krijg je het budgetresultaat: (kostprijs x
werkelijke afzet) - totaal aan werkelijke kosten.
Daarnaast kan de gerealiseerde nettowinst afwijken van de begrote nettowinst omdat:
● De werkelijke verkoopprijs anders is dan de voorgecalculeerde verkoopprijs
● De werkelijke productie/afzet groter of kleiner is dan de begrote productie/afzet.
Een nauwkeurige analyse van de gerealiseerde nettowinst is noodzakelijk. Deze kun je opsplitsen in
hoeveelheidsverschillen en prijsverschillen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper imkejanssen2. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.