Drie hoofdvragen:
1. Wat voor bestuurshandeling is het? Een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke
rechtshandeling? (week 1)
2. Is privaatrechtelijk overheidshandelen geoorloofd? Zie de tweewegenleer (week 2)
3. Welk recht is er op de privaatrechtelijke rechtsbetrekking van toepassing? Dat zijn niet alleen
maar privaatrechtelijke normen maar ook publiekrechtelijke normen.
Totaalplaatje (schema)
1. Geen strijd met de wet
2. Geen onaanvaardbare doorkruising
- Inhoud en strekking van de wettelijke regeling
- Bescherming van de belangen van de burgers
- Vergelijkbaar resultaat
3. Geen strijd met abbb, grondrechten e.d.
4. Geen misbruik van bevoegdheid of feitelijke machtspositie (week 4)
Als je je afvraagt of de privaatrechtelijke weg geoorloofd is, zit je eigenlijk bij nummer 1 en 2 van
deze schema. Als privaatrechtelijk handelen in strijd is met de wet dan is het niet geoorloofd. Als het
evident is dat de wet de privaatrechtelijke weg niet toestaat dan handel je in strijd met de wet. Soms
is de wet echter niet duidelijk en dan moet je kijken of de (publiekrechtelijke) wet niet op een
onaanvaardbare wijze wordt doorkruist (toetsen aan de drie ijkpunten). Wat we nog niet hebben
besproken is nummer 3 van deze schema en dat gaan we vandaag bespreken. Als je de
privaatrechtelijke rechtsbetrekking hebt dan zijn de regels van het BW van toepassing maar
daarnaast zijn ook de normen van publiekrechtelijke herkomst van toepassing. We krijgen een soort
mix van regels van privaatrecht en regels van publiekrecht die tegelijkertijd in één rechtsbetrekking
van toepassing zijn. De publiekrechtelijke normen werken door in de privaatrechtelijke
rechtsbetrekking.
Publiekrechtelijke normen
Rechtsbeginselen werken:
• ten dele als geschreven recht (= codificatie)
• ten dele als ongeschreven recht (= rechtersrecht)
Bijv.:
- gelijkheidsbeginsel,
- zorgvuldigheidsbeginsel
Je kunt de publiekrechtelijke normen verdelen in twee klusters: de geschreven en ongeschreven
regels. Waar is het gelijkheidsbeginsel gecodificeerd? Art. 1 Gw en IVBPR. De hoofdregel is dat het
gelijkheidsbeginsel is gecodificeerd in de grondwet en verdragen en niet in de Awb maar je kunt heel
goed in art. 3:4 lid 2 Awb het gelijkheidsbeginsel lezen. In dit artikel is het evenredigheidsbeginsel
gecodificeerd. Het evenredigheidsbeginsel en gelijkheidsbeginsel zijn broertje en zusje van elkaar. Als
iets onevenredig is dan is het ook ongelijk.
Het zorgvuldigheidsbeginsel is op verschillende plekken in de Awb gecodificeerd. Art. 3:4 lid 1 Awb
codificeert het materiële zorgvuldigheidsbeginsel. Waar is het zorgvuldigheidsbeginsel nog meer
vastgelegd in de Awb? Het formele zorgvuldigheidsbeginsel is gecodificeerd in art. 3:2 Awb (= het
vergaren van kennis voordat het bestuursorgaan een besluit neemt). Zijn er nog meer plekken in de
Awb waarin iets over de formele zorgvuldigheid wordt gezegd? Zorgvuldigheid kan je op
verschillende manieren uitwerken. De hoorplicht in art. 4:7 en art. 4:8 Awb. De hoorplicht is een
nadere uitwerking van art. 3:2 Awb. Het horen is immers ook een aspect van kennis vergaren. De
hoorplicht is een lex specialis t.o.v. art. 3:2 Awb. Dat het zorgvuldigheidsbeginsel op verschillende
, plekken in de Awb is gecodificeerd kan consequenties hebben voor als we zometeen gaan kijken naar
het privaatrechtelijk overheidshandelen. Art. 4:7 en 4:8 Awb zijn niet van toepassing op
privaatrechtelijk overheidshandelen omdat hoofdstuk 4 van de Awb slechts betrekking heeft op
beschikkingen. Maar wij gaan nu is kijken wat het zorgvuldigheidsbeginsel betekent bij
privaatrechtelijk overheidshandelen? Dan houdt de rechter en de bestuursorganen rekening met het
gegeven dat die beginselen deels gecodificeerd zijn en deels als rechtersrecht functioneren. We
kijken vandaag naar de doorwerking van publiekrechtelijke normen in privaatrechtelijke
verhoudingen.
Toepasselijk recht
Hoofdvragen van dit college
• Wat betekent het dat publiekrechtelijke normen doordringen in privaatrechtelijke
rechtsverhoudingen?
• Hoe verhouden de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke normen zich tot elkaar?
Marginale toetsing
Twee betekenissen
- Soort normen waaraan wordt getoetst:
indirect <-> direct of rechtstreeks
-> Civiele rechter toetst nu rechtstreeks!
- Een wijze van toetsen, niet treden in de belangenafweging van het bestuur:
marginaal <-> integraal
->Civiele rechter toetst nog steeds marginaal!
Waarom zou de overheid in een privaatrechtelijke rechtsverhouding rekening moeten houden met
de publiekrechtelijke norm namelijk het gelijkheidsbeginsel?
Waarom is het blijkbaar niet vanzelfsprekend dat die algemene beginselen van behoorlijk bestuur het
privaatrechtelijk overheidshandelen niet binden? Waarom heeft de rechter hier lang mee gewacht?
Omdat het publiekrecht en privaatrecht als twee verschillende sferen of velden worden aangemerkt
(zie hoofdstuk 2 handboek).
Hoe toetst de rechter aan publiekrechtelijke normen in privaatrechtelijke rechtsverhoudingen?
Oud: Ockenburg
De gemeente Den Haag wordt gevraagd of ze een stuk grond willen verkopen door mensen die in de
omgeving Ockenburg wonen. Dat weigert de gemeente en dan ontstaat er een discussie of de
gemeente niet in strijd handelt met het gelijkheidsbeginsel. De gemeente had het verzoek in andere
gevallen onder dezelfde omstandigheden wel gehonoreerd. In het arrest Ockenburg werd het
privaatrechtelijk overheidshandelen indirect getoetst aan het gelijkheidsbeginsel. De rechter toetst
of onder de gegeven omstandigheden in redelijkheid (marginale redelijkheidsmaatstaf) niet tot
deze weigering had kunnen komen. Een redelijkheidstoets = een marginale toetsing. Tot
Amsterdam/Ikon toetste de civiele rechter indirect aan de abbb’s via de redelijkheidstoets. Dat doen
we nu niet meer. De civiele rechter toetst het privaatrechtelijk overheidshandelen rechtstreeks aan
de abbb’s.
Hou er rekening mee dat een marginale toetsing twee betekenissen heeft namelijk:
Soort normen waaraan je toetst als je privaatrechtelijk overheidshandelen indirect via de
marginale redelijkheidsmaatstaf toetst aan het gelijkheidsbeginsel spreken we ook van een
marginale toetsing en dat is met het arrest Amsterdam/Ikon afgeschaft, want nu toetst de
civiele rechter privaatrechtelijk overheidshandelen rechtstreeks aan abbb’s.
Een wijze van toetsen civiele rechter toetst nog steeds marginaal niet treden in de
belangenafweging van het bestuur
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper madiha_e. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.