Fysiotherapeutisch handelen:
FH 1 & 2 – Liesklachten - diagnostiek en behandeling:
Definitie:
o Een verzamelnaam voor aandoeningen van verschillenden anatomische structuren met als
gemeenschappelijk kenmerk pijn in de regio inguinalis(liesregio).
o They are difficult to diagnose and treat correctly because they invole a compex regional
anatomy that produces diffuse, indsidious symptoms and uncharacteristic presentatations.
Bij liesklachten wordt er onderzoek van de heup gedaan, spieren die hierbij aanwezig
zijn, zijn de adductoren en de illiopsoas. Vaak zijn liesklachten gecombineerd met
rugklachten.
Het SIG is van wezenlijk belang bij liesklachten. SIG zorgt voor vooroverbuigen
kluster van Laslett distraction test, tight thrust, compression test, sacral thurst. Bij 2
positieve testen mag de testprocedure worden gestopt.
http://www.fysio-oebe.nl/content/2014/05/SI--Cluster-laslett
De gracilus is een belangrijke spier die aan de knie vast zit, deze spier heeft ook een
reactie op de bekken genu valgus/genu varus.
Pathomechanica:
o Cochrane(1971) surmenage adductoren(overbelasting/overspanning van de adductoren).
o Harris(1974) microtraumata/insabiliteit SIG
o Bowerman(1977) trek en schuifkrachten op symfyse(tussenwervelschijf van je bekken).
Bij mensen na een trauma of na een geboorte kunnen er problemen met de symfyse
ontstaan.
o Hanson(1978) spondylarthropathie, dit is een probleem van het wervelgewricht facet
gewricht of tussen de corpus en de rug(probleem in de rug). In combinatie met liesklachten
heeft dit meestal met de onderrug te maken.
o Williams(1987) endorotatie heup
o Lloyd-Smith(1985) excessieve symfyse beweging
o Snijders(1993) self bracing model/functionele eenheid
SI-gewricht:
o A. weergave van de werking van de vorm
sluiting. Door het liggen van het
heiligbeen op het bekken zorgt dit door
de vorm alleen al voor stabiliteit.
o B. weergave van de werking van de
kracht sluiting. Door de invoer van krachten rondom het heiligbeen door banden, pezen en
spieren geeft dit het SIG meer stabiliteit.
o C. bij het SIG zijn zowel de vorm sluiting van toepassing door de schuifkrachten van het
heiligbeen naar benen en kracht sluiting door de banden, spieren en pezen rondom het SIG.
Symptomen:
o Subjectief:
Pijn
Stijfheid
Bewegingsbeperking
Gevoelsstoornissen
o Klinisch:
Dysfunctie
Hypermobiliteit:
- Regels hypermobiliteit:
10 graden overstrekking van de elleboog en knieën.
Met platte handen op de vloer met je benen gestrekt.
Duim op je arm kunnen leggen.
, Zwelling
Spierinsufficiëntie
Sensibiliteitsstoornissen
Paramedische routing:
o Wanneer er sprake is van reuma worden de ligamenten
laxer. Pezen en ligamenten rekken uit, de stabiliteit
wordt hierdoor minder.
Differentiaal diagnostiek:
o Hoe te benaderen van pijn in de lies?:
Heup/bekken, dij, buik, geslachtsdelen en pijn.
o Aanvullend onderzoek:
Beeldvormende diagnostiek:
- Röntgen brengt botstructuren in beeld, hoe witter hoe meer bot, hoe zwarter
hoe minder bot.
- Echo in beeld brengen van spieren en pezen.
- MRI brengt soft-tissue in beeld, voor alles wat geen bot is(kapsel, ligamenten,
bloedvaten enz.
- CT-scan röntgen die uit meerdere vlakken bestaat.
Bekke
ndysfunctie:
o Bekken
band –
test
je gaat
naast
je
patiënt
staan
en kijkt
de
patiënt
aan.
Vervolgens vraag je de patiënt zijn benen in een hoek van 90 graden te plaatsen en plaats je
een bal/kussen tussen de knieën van de patiënt. Daarna omvat je de bekken en druk je ze
, naar beneden, vervolgens vraag je of de patiënt de bal of het kussen fijn kan knijpen met
zijn/haar knieën.
Hoelang moet je deze bekkenband dragen? Zolang als het systeem werkt, het dragen
van de band moet je over de tijd heen afbouwen.
o Transversus abdominus:
Zorgt ervoor dat je een ‘korset’ kweekt, dat de platen aan de voor en achterkant naar
elkaar toe worden getrokken en dat de bekken en de heupen worden gestabiliseerd.
Het zorgt ervoor dat je dingen kunt doen.
Feedforward/backward maganism de transversus abdominus wordt onbewust
aangespannen.
Het voelen van de spier kan d.m.v. het plaatsen van de handen voor de crista iliaca/SIAS
en daarna te hoesten/kuchen.
o Stabilisatie van het bekken en de romp is noodzakelijk voor alle bewegingen in de
extremiteiten.
o Bij een gezonde populatie is, significant, M. transversus abdominus “feed-forward” activiteit
gemeten, voordat er activiteit van de onderste extremiteiten plaatsvindt.
o Bij australian footbal spelers met een chronische liesblessure is significant vertraagde
spierlatentie-tijd gemeten van de m. transversus abdominus, t.o.v. spelers zonder
liesklachten.
o Vertraagde spierlatentie tijd:
Vertraagde Rompspieractiviteit reflex reacties verhogen het risico op lage rugklachten.
Latentietijd tijd tussen prikkeling en reactie.
M. vastus medialis obliques
Knieklachten
M. Multifidus
LWK klachten
M. trapezius, pars ascendens
Schouderklachten
M. transversus abdominis
Liesklachten
o Sporters die herstellende zijn van een osteitis pubis hebben significant minder lies en
bekkenpijn als zij gedurende de oefeningen een compressiebroek dragen.
o Conclusies:
Waarschijnlijk wordt adductie gerelateerde liespijn niet veroorzaakt door tendinopathie
van de adductoren maar eerder door ‘straining’ inspanning van de ligamenten in de
bekken.
Waarschijnlijk is bekkenstabiliserende oefentherapie de meest adequate behandeling
voor adductie gerelateerde liespijn.
Therapie:
o Sportfysiotherapie protocol adductie gerelateerde liespijn:
Fase 1 – vrije mobiliteit fase(week 1 – 6)
- Intake & screening & uitleg protocol + ADL-instructie
- Reduceren reactiviteit(ADL instructie/cryothearpie/NSAID)
Ontstekingsreactie moet naar beneden, je met ervoor zorgen dat je ADL
steeds beter kunt uitvoeren.
- Mobiliseren/controleren
- TLO, LWK, SIG, heupen.
- Opstarten huiswerkoefentherapie mobiliserende oefeningen
Fase 2 – isometrische fase(1 – 4):
- Isometrische aanpassingen
- M. transversus abdominus
, - M. multifidus
- Adductoren
- Gluteaal musculatuur
- Basale “core stability”
- Basale aërobe capaciteit training(wanedelen, fietsen, roeien)
Fase 3 – dynamische fase(week 3 – 6):
- Geavanceerde core stability
- Dynamische pulley oefeningen
- Aërobe capaciteit uitbouwen(fietsen-crosstrainer-roeien-loopband)
- Introductie loopscholing(loopband-zaal-veld)
- Introductie technieken krachttraining(squat/lunges etc.) doelstelling: kracht
uithoudingsvermogen/hypertrofie.
- Balansverstoring locaal(heupgewricht)/ divers.
Fase 4 – intergratie fase(week 6 – 9):
- Krachtoefeningen uitbouwen(doelstelling maximaalkracht/snelkracht)
- Uitbreiden balans/balansverstoring divers(met bal etc.)
- Uitbreiden loopvormen multi-directioneel, acceleratie/deceleratie).
- Anaërobe capaciteitstraining
- Introductie sprong ABC
Fase 5 – sportspecifieke training
Chronische liesklachten langer dan 18 weken