Veiligheid
GHS-symbolen- Globally Harmonised System of Classification and Labelling of Chemicals
(GHS-CLP) de wijze van indeling, kenmerking en etikettering van chemische stoffen en
preparaten. 9 verschillende.
Sensibiliserend- Sensibiliserende stoffen worden ook wel allergenen genoemd en zijn
stoffen die een overgevoeligheidsreactie kunnen veroorzaken doordat ze in contact komen
met het afweersysteem of immuunsysteem. Door het veelvuldig dragen van latex
handschoenen kan de huid gesensibiliseerd worden. Je krijgt eczeem.
Water op zuur is bloed aan de muur- Sommige stoffen reageren heftig met water. Een
voorbeeld hiervan is zwavelzuur. Bij toevoeging van water aan zwavelzuur is de hoeveelheid
warmte die vrijkomt door het oplossingsproces groot genoeg om het mengsel te doen
spatten. Giet daarom nooit water over zuur, maar zuur over water als je een zuur wilt
verdunnen.
H-zinnen- hazard, gevaarszinnen
P-zinnen- precautionary, voorzorgzinnen
Basisingrediënten brand- brandstof, ontstekingsbron, temperatuur
Vlampunt- Dit is de laagste temperatuur (bij atmosferische druk 1013 mbar = 1013 hPa)
waarbij een vloeistof zoveel brandbare damp afgeeft (aan of nabij het vloeistofoppervlak) dat
de damp met lucht vermengd door een vlam of vonk ontstoken kan worden.
Zelfontbrandingstemperatuur- De laagste temperatuur bij atmosferische druk waarbij een
brandbare vloeistof spontaan ontbrandt (ontstekingsbron is niet nodig).
Categorieën carcinogeniteit- Categorie 1 is onderverdeeld in 1A en 1B. Voor stoffen welke
in categorie 1A geplaatst zijn is het bewezen dat deze kanker bij de mens kan veroorzaken.
Het verschil tussen 1A en 1B heeft te maken met de mate van bewijs. Voor stoffen welke
verdacht worden van het veroorzaken van kanker vallen in categorie 2.
• Categorie 1A: bewijs op basis van gegevens voor de mens
• Categorie 1B: bewijs op basis van voldoende diergegevens
• Categorie 2: bewijs op basis van beperkte diergegevens
LD50- De LD50 is de hoeveelheid van een stof die bij 50% van een populatie proefdieren tot
de dood leidt binnen een bepaalde tijd (48 uur). De stof wordt in een keer toegediend en
hierdoor is de LD50 een maat voor de acute giftigheid en zegt niets over de lange termijn
toxiciteit van de stof. Eenheid is mg/kg.
Risicofactoren in een laboratorium- fysisch, biologisch, chemisch
Ongeval- ongewilde gebeurtenis met schade of letsel tot gevolg
Bijna-ongeval- gebeurtenis met kans op schade of letsel, loopt goed af
Risico- kans op ongewenst effect bij uitvoeren van een activiteit
Maatregelen arbeidshygiënische strategie:
- Bronmaatregelen: gevaarlijke stof vervangen, nieuwe apparatuur aanschaffen.
- Collectieve maatregelen: bron afschermen en contact met bron te vermijden,
ventilatie in laboratorium (m3/uur), afzuigpunten, zuurkasten, biologisch
veiligheidskabinet
, - Individuele maatregelen: rouleren tussen experimenten (belasting en risico wordt
verspreid over meerdere mensen)
- Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM): labjas, veiligheidsbril, handschoenen,
adembescherming
Aërosolen- verspreiding van (gevaarlijke) stof door de lucht d.m.v. damp, aërosolen of
stofdeeltjes.
Waarom is het van belang risico’s eerst aan de bron te bestrijden en pas als dit niet
lukt, de bron af te schermen? Volgens de arbeidshygiënische strategie zijn de maatregelen
welke je mag nemen hiërarchisch, wat betekent dat altijd eerst gekeken wordt of bestrijding
aan de bron mogelijk is. Zo niet, dan kijkt men of een collectieve maatregel voldoende is om
de risico’s beheersbaar te maken. Lukt dat niet dan wordt naar individuele maatregelen
gekeken. Zijn er nog steeds risico’s dan zijn persoonlijke beschermingsmiddelen sowieso
verplicht
Voorzieningen calamiteiten- Brandblusser, oogdouche (controleer op kalkaanslag), slow
whoop, BHV organisatie bestaande uit EHBO en gebouwontruimers. Oogspoelflessen,
nooddouche, branddeken. Handbrandmelders noodstopknoppen enz.
Stofeigenschappen- geur, kleur, pH, smeltpunt, kookpunt, vlampunt, ontvlambaarheid,
explosiegrenzen, dampspanning, dichtheid en oplosbaarheid in water
Grenswaarde- maximaal toegestane concentratie van een (gevaarlijke) stof in de individuele
ademhalingszone van een werknemer. De stof kan voorkomen als gas, damp, deeltje,
aërosol of vezel, in mg/m3. Grenswaarde TGG-8u is de grenswaarde voor 8 uur (1 werkdag).
TGG-15min is piekbelasting op een werkdag/15 minuten.
Formule gezondheidsrisico- dampspanning/grenswaarde
Gevarenklassen:
1. Fysisch chemische effecten (ontplofbaar, oxiderend, ontvlambaar, bijtend voor
metalen)
2. Effecten op gezondheid van de mens (toxisch, carcinogeen, sensibiliserend,
mutageen)
3. Effecten op milieu (gevaar voor aquatisch milieu/ozonlaag)
Vlampunt- de laagste temperatuur waarbij een damp-lucht mengsel brandbaar is