Kenleer
Antieke Griekse filosofie
In de Westerse wereld houdt men zich al meer dan 2500 jaar bezig met de vraag wat kennis is en hoe
men tot kennis komt. De oude Grieken vereeuwigden hun gedachten op wastabletten, aardewerk en
dierenhuiden waardoor men tegenwoordig weet dat de oude Grieken zich bezighielden met deze
vraagstukken. Zij waren overigens niet de eersten of enigen die zich dit afvroegen. Ook in de antieke
Chinese en Indiase denktradities spelen deze vragen een rol. Hoewel oudere mythologieën
weliswaar minder rationeel zijn, vormen zij evengoed een antwoord op dergelijke fundamentele
vragen. Het is goed denkbaar dat nog voor mensen hun gedachten op schrift stelden, zij ongetwijfeld
soortgelijke vragen hebben gehad.
Filosofie is op te delen in een drietal subdivisies die zich elk met hun eigen vraagstuk bezighouden:
• Metafysica
De filosofische discipline die volgens Aristoteles na (in het Grieks: meta ) de fysica, de studie
van de natuur, komt. De metafysica onderzoekt de eerste oorzaken van de dingen. Waar
wetenschap zich richt op het zintuiglijk waarneembare, richt de metafysica zich op wat zich
aan de waarneming onttrekt. Wat zich onttrekt aan het zintuiglijke en daar in zekere zin
bovenuit gaat is in eerste instantie de aard en betekenis van het bestaan, het existeren, het
"er zijn" van iets, van de dingen, van ons mensen, van de kosmos.
• Ontologie
De tak van filosofie die vraagt naar de essentie van de dingen. Het gaat om de bepalende
eigenschappen van dingen en de wijze waarop deze ontstaan.
• Epistemologie
De afdeling van de filosofie die zich bezighoudt met de aard van kennis. De term
epistemologie is afkomstig uit het Grieks (de logos van de epistèmè) en betekent de leer van
de kennis, oftewel de filosofische kennisleer. De epistemologische positie die je kiest, is sterk
afhankelijk van je ontologische opvattingen.
Twee rivaliserende benaderingen van de filosofische vraagstukken die het debat domineerden zijn:
• Rationalisme
Daadwerkelijke kennis over de realiteit komt voort uit het passend gebruik maken van de
vaardigheden om te redeneren. Rationalisten stellen dat het vermogen om te denken ideeën
en concepten genereert die men niet verkrijgen door middel van het gebruik van de
zintuigen alleen.
• Empirisme
In plaats van de rede is de zintuiglijke ervaring de ultieme bron van kennis. De zintuigen zijn
betrouwbare graadmeters voor hoe de realiteit is.
1
,De eerste Griekse filosoof waarvan men goed weet wat zijn denkbeelden waren is Plato. Van de
filosofie van voor zijn tijd kent men slechts flarden. Zo weet men over het werk van Heraclites of
Parmenides maar weinig omdat er slechts sporadische fragmenten van hun werk zijn gevonden. Toch
is het mogelijk om via het werk van anderen er achter te komen wat eerdere filosofen dachten. Zo is
men goed op de hoogte van de filosofie van Socrates omdat diens leerling Plato veel heeft
geschreven over de ideeën van zijn leraar.
Heraclites
Geboren: 600 v. Chr. in Efeze, Turkije
Gestorven: 540 v. Chr.
Heraclites, die bekend stond als "de duistere", was er van overtuigd dat verandering de kern vormt
van het bestaan. Volgens hem was de werkelijkheid voortdurend aan verandering onderhevig: niets
is, alles wordt. Door de continue verandering zijn de meeste mensen niet in staat om kennis te
verkrijgen. Hij stelde dan ook dat de meeste mensen als slaapwandelaars door een eeuwig
veranderende wereld lopen zonder de verborgen werkelijkheid te zien. Enkel de mensen die in staat
waren de verborgen en fundamentele wetten achter verschijningen te begrijpen konden kennis
vergaren. Volgens Heraclites is verandering echt, en "zijn" niet.
Parmenides
Geboren: 510 v. Chr. in Elea, Italië
Gestorven: 440 v. Chr.
Parmenides betwistte de stelling van Heraclites dat verandering de essentie van de realiteit vorm. Hij
stelde hiertegenover dat de werkelijkheid juist statisch is: alles is, niets wordt. Volgens Parmemides
is de veranderlijkheid van de wereld waarover Heraclites spreekt slechts een suggestie die wordt
gewekt in de zintuigen. Achter alle veranderingen en verplaatsingen die men waarneemt met de
zintuigen ligt een onveranderlijke, statische werkelijkheid. Deze werkelijkheid is ondeelbaar,
onveranderlijk en onvergankelijk. Volgens Parmenides is er niets dat echt verandert, en als er iets
verandert is het niet langer. Echt bestaan betekent zijn zonder verandering. Als gevolg daarvan
behoort kennis tot de verborgen klasse achter de voorbijgaande verschijningen. Omdat de zintuigen
enorm misleid worden en de werkelijkheid niet kunnen waarnemen, moet men vertrouwen op de
rede om de onveranderlijke waarheden over de eeuwige werkelijkheid te ontdekken. Voor
Parmenides is "zijn" echt, en verandering niet.
Protagoras
Geboren: 490 v. Chr. in Abdera, Griekenland
Gestorven: 420 v. Chr.
Protagoras stelde dat de veranderlijke wereld waar Heraclites het over had een persoonlijke wereld
is. Iedereen kijkt vanuit een ander perspectief en op een ander moment naar de dingen en zal dus
een andere werkelijkheid zien. Kennis over de wereld was in zijn ogen relatief, ofwel kennis is
afhankelijk van degene die naar de wereld kijkt.
Socrates
Geboren: 470 v. Chr. in Oude Athene, Griekenland
Gestorven: 399 v. Chr. in Oude Athene, Griekenland
2
, Socrates, die men vooral kent door de geschriften van zijn leerling Plato, sloot zich aan bij de stelling
van Protagoras. Omdat een object voor de een er anders uitziet dan voor de ander, kan men via de
empirie nooit zekerheid bereiken over de aard van de werkelijkheid. De ultieme conclusie die
Socrates daaruit trok, was dat hij maar een ding zeker wist, namelijk dat hij niets wist. Dit idee, dat
zekere kennis onbereikbaar is, noemt men scepticisme. De ontologische opvatting dat de statische
werkelijkheid verborgen blijft achter de veranderlijke wereld die men ziet, leidde tot de
epistemologische conclusie dat men via de waarneming niet tot betrouwbare kennis komen.
Plato
Geboren: 427 v. Chr. in Oude Athene, Griekenland
Gestorven: 347 v. Chr. in Oude Athene, Griekenland
Plato onderschreef het standpunt van Heraclites dat de wereld van de zintuigen onderhevig is aan
constante verandering. De Protagoreaanse relativiteit van de waarheid en kennis was echt een
onacceptabele conclusie voor Plato. Volgens hem gaat het bij de waarheid en kennis over de wijze
waarop dingen daadwerkelijk zijn, en niet over hoe zij voor een persoon zijn. Kennis is geen perceptie
omdat dit zou leiden tot relativisme waarbij iedereen zijn eigen werkelijkheid heeft.
Plato ging grotendeels mee met Parmenides wat betreft de vraag wat echt is en wat niet. Volgens
Plato was "zijn" perfect en moest het daarom onveranderlijk zijn. Voor Plato was de echte wereld
niet de altijd veranderende wereld van verschijningsvormen. Hij geloofde dat de echte wereld een
supernatuurlijke staat was die de eeuwige en perfecte Vormen van vrijwel alles bevatte.
Om de relatie tussen onze zintuiglijke waarneming en onze kennis duidelijk te maken gebruikte Plato
zijn allegorie van de grot. Voor Plato symboliseerde dit de werking van het zintuiglijk systeem. De
allegorie laat zien dat men gevangen zit in de imperfecte zintuigen en daardoor nooit de
werkelijkheid kan aanschouwen, slechts een vage afdruk daarvan. Bovendien zijn de dingen die men
in de wereld aanschouwt niet de werkelijkheid, enkel imperfecte kopieën daarvan. De waarneming is
dus verre van perfect en zal nooit kunnen leiden tot ware kennis. Om die te bereiken moet men zich
bevrijden van de zintuigen, ofwel de grot van de zintuiglijke wereld verlaten en het licht van de
waarheid opzoeken. Dit licht is alleen te bereiken langs de weg van het verstand, van de ratio. Het is,
volgens Plato, de taak van de filosoof om de mens te helpen dit pad van de rationaliteit te
bewandelen.
De allegorie van Plato omvat zowel de wereld die Heraclites beschrijft, als de wereld die Parmenides
beschrijft. De schaduwen op de muur vormen de ervaringswereld van Heraclites, die bij ons een
eindeloze stroom van vage, veranderlijke indrukken achterlaat. De wereld buiten de grot
symboliseert de statische achterliggende werkelijkheid van Parminedes.
Beide werelden bestaan dus volgens Plato. Echter, de zintuiglijke wereld van Heraclites leidt slechts
tot onzekere kennis, tot dogmatische kennis waarvan men slechts kan geloven dat deze waar is.
Echte kennis bereikt men door langs de weg van het verstand op zoek te gaan naar de wereld van
Parminedes waarin we met zekerheid kunnen beredeneren wat waar is.
Deze wereld van het verstand, van ware kennis die niet voor onze zintuigen bereikbaar is, noemde
Plato de Wereld van de Vormen die in het Nederlands ook wel de Wereld van de Ideeën genoemd.
In deze wereld bevinden zich de ware Vormen of Ideeën in perfecte staat. De wereld die men ziet,
3