100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
Eerder door jou gezocht
Complete samenvatting van het vak hematology 2 gebaseerd op alle gegeven theorielessen op het boek Hoffbrand's Essential Haematology€5,99
In winkelwagen
Complete samenvatting van het vak hematology 2 gebaseerd op alle gegeven theorielessen en het boek Hoffbrand's Essential Haematology: H2: Erythropoiesis and general aspects of anaemia; H3: Hypochromic anaemia; H5: Megaloblastic anaemias and other macrocytic anaemia; H6: Haemolytic anaemias; H7: Ge...
Chapter 2 Erythropoiesis and general aspects of anaemia
Erythrocyten (RBC’s)
→ verantwoordelijk voor het transporteren van O2 en CO2 door ons lichaam
- Biconcave disc (shape) met een diameter van 6 tot 8 µm
- Kan in 20 seconden het hele lichaam door circuleren en zal tijdens zijn levensduur
(120 dagen) zo 480 kilometer afleggen
- Bevat hemoglobine → eiwit verantwoordelijk voor het O2 transport
- Bevat GEEN organellen zoals mitochondria maar ook GEEN DNA
- Per seconden moeten 2 miljoen RBC’s vervangen worden (en dus nieuw
geproduceerd worden)
- De levensduur van een RBC is namelijk beperkt → 120 dagen
- Oude of beschadigde RBC’s worden verwijderd door macrofagen
- Dit proces vindt plaats in de spleen (milt), lever en/of beenmerg
→ RBC’s worden geproduceerd in het beenmerg of de spleen* door erythropoiesis (=
erythrocyte synthesis), hoe werkt dit?
1. Hematopoëtische stamcellen → myeloid progenitor cellen
2. Myeloid progenitor cellen → pro-erythroblasts (= pro-normoblast)
3. Pro-erythroblasts → early erythroblasts
a. Hier is synthese van ribosomen
4. Early erythroblasts → late erythroblasts
a. De gesynthetiseerde ribosomen gaan nu hemoglobine produceren
i. Hemoglobine kan O2 binnen RBC’s binden en transporteren
5. Late erythroblast → normoblast
a. Bevat al het aanwezige hemoglobine in uiteindelijk een mature RBC
b. De normoblast bevat nog wel DNA en RNA
6. Normoblast → reticulocyte
a. Reticulocyte migreren van het beenmerg naar het bloed (na 3 dagen) en
verliezen hun celkern (bevat nu dus geen DNA meer naar nog wel RNA, zo
kan er nog hemoglobine geproduceerd worden)
7. Reticulocyte → mature erythrocyte
a. Deze differentiatie vindt pas plaats nadat de reticulocyte 1 tot 2 dagen
aanwezig is geweest in het bloed
b. Mature erythrocytes kunnen ook aanwezig zijn in het beenmerg (het
beenmerg heeft immers ook O2 nodig)
*in de milt kan dus erythropoiesis plaatsvinden
- Witte pulpa (B-cellen) is omgeven door de rode pulpa, hier is kwaliteitscontrole en
integriteit van de RBC
- DNA restanten en siderotic granules (ijzer) worden verwijderd
- Macrofagen verwijderen oude en abnormale RBC’s
- Proces kan ook plaatsvinden in het beenmerg of in de lever
1
,Erythropoietin (EPO)
→ hormoon geproduceerd in de nieren die erythropoiesis stimuleert
- Hormoon bevat verschillende (2) disulfide bruggen en CH groepen
waar glycosylatie kan plaatsvinden
- Glycosylatie zorgt ervoor dat de half-life van het hormoon
verhoogd (hoe meer glycosylatie hoe langer de levensduur
van EPO)
- Gezonde mensen hebben voldoende hemoglobine (14-15 g/dL) en
weinig EPO in het plasma terwijl mensen met nierfalen verlaagd
hemoglobine hebben en weinig EPO
- Anemia wordt gekenmerkt door verminderde hemoglobine
en verhoogd EPO
- Bij verlaagde nierfunctie kan recombinant EPO toegediend
worden → zal erythropoiesis bij patiënten stimuleren
- EPO productie (door de nieren = 90%) wordt gereguleerd als
respons op de hoeveelheid O2*
- Kleine hoeveelheden EPO kan geproduceerd worden door de lever
- Per seconde moeten 2 miljoen RBC’s worden vervangen, dus er is altijd een kleine
hoeveelheid EPO aanwezig in het plasma
*Hoe gaat de productie van EPO (in de nieren)?
→ de nieren beschikken over O2 sensoren en kunnen zo de hoeveelheid O2 in het bloed
aanvoelen
- Normoxia (= voldoende O2) → EPO productie wordt geïnhibeerd
1. HIF-1α wordt continu geproduceerd en wordt gebonden aan prolyl
hydroxylase
a. Hierbij is O2 gebonden aan prolyl hydroxylase waardoor het eiwit kan
binden aan HIF-1α
2. HIF-1α wordt nu gekoppeld aan een hydroxylgroep en wordt hierdoor (via
ubiquitine) getarget naar het proteasome en afgebroken
- Hypoxia (= onvoldoende O2) → EPO wordt geproduceerd
1. HIF-1α wordt continu geproduceerd en door hypoxia wordt prolyl hydroxylase
geïnhibeerd → HIF-1α gaat ophopen
2. HIF-1α translokeert naar de kern en hier bindt het HIF-1β → samen vormen
de eiwitten een actieve transcriptiefactor
3. De transcriptiefactor bindt het DNA en zorgt voor expressie van genen
waaronder EPO (en andere genen)
→ niet alle progenitorcellen van erythrocyten beschikken over de EPO receptor
- EPO kan gebonden worden door de late BFU-E, CFU-E en (pro)normoblasts
- EPO bindt aan de EPO receptor, de receptor ondergaat een
conformatieverandering en de Jak2 kinases worden actief
- De Jak2 kinases fosforyleren elkaar gevolgd door de receptor
- STAT eiwitten kunnen nu binden aan de receptor en worden ook
gefosforyleerd → de STAT eiwitten kunnen migreren naar de kern en hier
zorgen voor de transcriptie van bepaalde genen (zorgen voor proliferatie en
differentiatie tot erythrocyten en inhiberen van apoptose)
- Reticulocyten en mature erythrocyten beschikken dus NIET over de EPO receptor
2
,Hemoglobine synthese en functie
→ wordt gevonden in het bloed en is verantwoordelijk voor de transport van O2
- Globular eiwit en bestaat uit vier polypeptide ketens (tetrameer) namelijk twee α
ketens en twee β ketens
- Elke polypeptide keten bestaat uit 8 α-helix secties (A tot H)
- Bevat een heme group (= prosthetic group) = Fe2+ + protoporphyrin (organische
groep)
- Elke subunit van hemoglobine bevat een
heme groep en is verbonden dus aan Fe2+
- Fe2+ is in staat om O2 te binden*
(hemoglobine kan dus vier O2
moleculen binden)
- Er zijn verschillende type hemoglobine
- Hb A (98%) = α 2β2
- Hb F (0,5 - 0,8%) = α2γ2
- Hb A 2 (1,5 - 2,3%) = α2δ2
*binding van Fe2+ aan O2
- O2 wordt gebonden aan Fe2+ onder een hoek van 60 graden tot de protoporphyrin
- Deze binding zorgt voor een conformatieverandering waardoor de andere
heme groepen een hogere affiniteit hebben voor O2 = cooperativity
- Tense vorm (deoxyhemoglobin) → O2 kan alleen gebonden worden
door de α ketens en niet aan de β ketens door sterische hinder
- Deze vorm is vooral aanwezig in verschillende weefsels
- Relaxt vorm (oxyhemoglobin) → O2 kan binden aan de α en β ketens
doordat er geen sterische hinder aanwezig is
- Alleen in de R vorm krijg je dus volledige verzadiging van Hb
- Deze vorm is vooral aanwezig in de longen
- Globin is verantwoordelijk voor het behouden van de juiste positie van heme zodat
O2 onder de 60 graden hoek gebonden kan worden
- Wordt O2 in een rechte lijn gebonden → irreversibele binding waardoor O2
dus niet meer los kan komen van hemoglobine
- His E7 inhibeert de rechte binding van O2
3
, Hemoglobine verzadigingscurve
→ hemoglobine heeft vier subunits en er is sprake van cooperativity
- Verzadiging van hemoglobine gaat hierdoor via een S-curve →
wanneer een enkel O2 molecuul gebonden is, gaat de binding
van een volgend O2 molecuul gemakkelijker
- CO2 en H+ gaan ook binding aan met hemoglobine en
kunnen zo de curve verschuiven (naar rechts) → de O2
delivery wordt hierdoor groter
- CO2 bindt NIET aan een heme groep maar aan
de globin ketens en stimuleert zo de T vorm
- Binding van CO2 en H+ aan Hb zorgt voor een T vorm
van Hb
- Bohr effect = CO2 en H+ beïnvloeden de binding en het vrijkomen van
O2 gebonden aan Hb
- Haldane effect = O2 beïnvloed de binding en het vrijkomen van CO2 en
H+ gebonden aan Hb
- Zonder cooperativity is er een hyperbolische curve
Synthese van hemoglobine vindt plaats IN de RBC
- De vier ketens en heme worden geproduceerd door de
ribosomen (dus wanneer de RBC nog wél organellen heeft)
- Fe2+ (voor de heme groep) komt de RBC in via
transferrin (= eiwit dat 2x Fe3+ kan binden), de RBC’s
hebben hier de juiste receptor voor
- Transferrin met Fe3+ komt de cel in, transferrin gaat de
cel weer uit en Fe3+ blijft aanwezig
- Fe3+ kan nu opgeslagen worden in een ferritin
molecuul of direct gebruikt worden voor heme
(hiervoor moet het eerst omgezet naar Fe2+)
- Protoporphyrin wordt geproduceerd in de mitochondria
2,3-bisphosphoglycerate (2,3-BPG)
→ molecuul dat ontstaat als bijproduct van de glycolysis en kan binden aan Hb
- Negatief geladen molecuul en kan binden in het midden van hemoglobine
- Bindt hierbij aan de β1 en β2 ketens van hemoglobine (aan de
positief geladen aminozuren = ionische interactie)
- Gebonden wordt de tense vorm van hemoglobine gestimuleerd
- In de verzadigingscurve verplaatst de curve zich nu dus
naar rechts en O2 kan moeilijker binden
- Kan alleen binden als er op dat moment GEEN O2 gebonden is
→ een embryo heeft vergelijkbare maar niet identieke hemoglobine genen
- Resulteert in een andere lading van hemoglobine
- 2,3-BPG kan hierdoor minder goed binden → de affiniteit van Hb
om zuurstof te binden is in een embryo dus groter dan bij een
volwassene
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sannewitziers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.