Leerdoelen: medische biologie (BS5/BS6)
1. Kan de anatomie en fysiologie van het zenuwstelsel uitleggen.
Axonen
Axonen zijn de primaire elementen van informatieoverdracht in het zenuwstelsel. Deze bestaan uit
een cellichaam, een axon en dendrieten. De impulsoverdracht komt bij de dendrieten binnen, het
axon geleidt de impuls en vervolgens wordt deze naar de synaps geleiden. De axonen zijn met de
cellen van Schwann bedekt, deze zorgen ervoor dat de actiepotentiaal sneller door wordt gegeven.
Actiepotentiaal
Een actiepotentiaal is een golf van
elektrische ontlading over de membraan
van een exiteerbare cel.
De actiepotentiaal begint wanneer de
drempelwaarde wordt bereikt, dit is -60
mV (minivolt). Daarbij komen er
natriumionen in de intracellulaire stof.
Wanneer dit er meer worden, komt het
+40 mV. Hierna komen er Kaliumionen
in de intracellulaire stof om dit weer
recht te trekken.
Refractaire periode: dit is de periode van
de actiepotentiaal, in deze periode kan
er geen andere actiepotentiaal ontstaan.
3. Kan de verschillende oorzaken, verschijnselen en behandelingsmogelijkheden
van een psychose, schizofrenie uitleggen, en de behandeling van schizofrenie
relateren aan de dopaminehypothese.
Schizofrenie
Schizofrenie is een psychotische stoornis waarbij iemand last heeft van een combinatie van
symptomen: psychotische verschijnselen (hallucinaties en waangedachten), ernstige sociale
problemen (teruggetrokken, oninvoelbaar gedrag).
Oorzaak
- Familiare belasting
- Dopaminehypothese: dit is de voorspelling dat bij schizofrenie overactiviteit van de
dopaminereceptoren in de hersenen een rol speelt. De overmatige dopaminereceptoren zijn
verantwoordelijk voor de positieve symptomen en de afname van reactiviteit is verantwoordelijk
voor de negatieve symptomen.
Neuroleptische geneesmiddelen blokkeren dopaminereceptoren, waardoor het effect van dopamine
afneemt (antipsychotisch geneesmiddel).
Symptomen
Je kunt de symptomen van schizofrenie indelen in positieve en negatieve symptomen. Positieve
symptomen zijn een breuk met de werkelijkheid (wanen, hallucinaties en onlogisch
samenhangende denkwijze). Negatieve symptomen zijn een verlies of verslechtering van normale
functies ().
Positieve symptomen ->
,- Inhoudelijke denkstoornis (wanen): vormen een verstoorde, niet met de werkelijkheid
overeenkomende inhoud van het denken.
- Formele denkstoornis: er is sprake van de afbraak van de organisatie, verwerking en de
beheersing van gedachten (onlogisch, chaotisch en niet samenhangend).
- Waarnemingsstoornis (hallucinaties): dit zijn zintuigelijke waarnemingen in afwezigheid van
externe prikkeling. Iemand kan dingen zien, ruiken, proeven en horen die er niet zijn.
Negatieve symptomen ->
- Aandachtsstoornis: problemen met het uitfilteren van irrelevante stimuli, waardoor het hen bijna
onmogelijk wordt gemaakt om zich op iets te concentreren.
- Emotionele stoornissen: een afgestompt (vlak) effect op de emotie. Ze spreken zonder intonatie
en zonder gezichtsuitdrukkingen.
- Stoornissen in de aandrift: verlies van initiatief om zich met doelgerichte activiteiten bezig te
houden. Ze zijn mogelijk niet in staat te plannen en er ontbreekt interesse en gedrevenheid.
Behandeling
Medicatie: antipsychotica (blokkeren een deel van de dopaminereceptoren, waardoor de activiteit
van dopamine verminderd. Hierdoor ontstaan er minder positieve symptomen).
Cognitieve therapie:
- Selectieve bekrachtiging van gedrag: aandacht geven aan adequaat gedrag.
- De symbolische economie: cliënten worden beloond (intramuraal) door het gewenste gedrag.
- Training van sociale vaardigheden: hierbij krijgen cliënten gespreksvaardigheden en andere
sociale vaardigheden aangeleerd. Dit wordt gedaan door coaching, modelleren, gedragsoefening en
feedback.
Psychosociale revalidatie
Hierbij werken de cliënten aan hun geheugen en concentratieproblemen.
Gezinsinterventie
De terugval wordt verhoogd wanneer de thuissituatie stressvol is. Hierdoor kan de wrijving in het
gezin afnemen en het sociaal functioneren van mensen met schizofrenie worden verbeterd.
Psychose (kortdurende psychotische stoornis)
Deze diagnose is van toepassing op een psychotische stoornis die een dag tot een maand duurt.
Hierna functioneert de cliënt weer volledig als voor de psychose.
Verschijnselen
- Wanen
- Hallucinaties
- Tekorten in zelfzorg, vervuiling en vermagering
- Totale psychische verwarring, sociaal isolement
- gedesorganiseerde spraak/catatoon gedrag
- Cognitieve stoornissen
Oorzaken
- Trauma
- Familiare belasting
- Genetische aanleg
- Middelenmisbruik
- Kraambed psychose (na de bevalling)
- mix van factoren
Behandeling
- Medicatie: antipsychotica (blokkeren een deel van de dopaminereceptoren, waardoor de activiteit
van dopamine verminderd. Hierdoor ontstaan er minder positieve symptomen).
4. Kan de verschillende oorzaken, verschijnselen en behandelingsmogelijkheden
van gedragsstoornissen, ASS, ADD en ADHD benoemen.
,ADHD (aandachtdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis)
Bij ADHD leggen kinderen een impulsiviteit, gebrek aan aandacht en hyperactiviteit aan de dag die
niet bij hun ontwikkelingsniveau past. Er worden drie subtypen onderscheiden;
- Gecombineerd beeld: er is zowel sprake van onoplettendheid als van hyperactiviteit-impulsiviteit
(zijn hyperactief en impulsief)
- Overwegend onoplettend beeld (hebben veel moeite met concentreren, moeite met plannen en
organiseren, komen vaak stil en teruggetrokken over en lijken passief en vergeetachtig) (ADD)
- Overwegend hyperactief-impulsief beeld (vooral het hyper-impulsieve gedrag komt naar voren)
Oorzaak
Bij ADHD is er sprake van een defect in de uitvoering van controlefuncties van de hersenen met
betrekking tot de aandachtsprocessen en uitvoering van doelgericht gedrag. Deze afwijkingen
treden vooral op in de prefrontale cortex: verantwoordelijk voor het reguleren van aandacht en
impulsief gedrag. Hierbij is er een tekort aan de neurotransmitters dopamine en noradrenaline. De
wisselwerking tussen omgevingsfactoren en erfelijke factoren spelen een rol bij ADHD.
Symptomen
- Prikkelbaarheid
- Moeilijk kunnen concentreren
- Moeite hebben met plannen
- Woede-uitbarstingen
- Eigenwijsheid
- Niet reageren op straf
- Comorbiditeit: angststoornissen, depressie- en communicatiestoornissen, normoverschrijdend-
gedragsstoornis, leerstoornissen.
Behandelingsmogelijkheden
- Opwekkende middelen verhogen de beschikbaarheid van de neurotransmitters dopamine en
noradrenaline in de prefrontale cortex van de hersenen. Wanneer deze beschikbaarheid wordt
verhoogd, lijken de hersenen beter in staat de concentratie te reguleren en controle over impulsief,
afreagerend gedrag te behouden. (Methylfenidaat, atomoxetine, dexamfetamine)
- gedragstherapieën die de nadruk leggen op het aanleren van vaardigheden. Dit leer je niet aan
de hand van medicatie en er is een groot percentage terugvallen te zien wanneer kinderen stoppen
met de medicatie.
ADD (overwegend onoplettendheidtype)
ADD is een subtype (overwegend onoplettendheidtype) van ADHD. Hierbij spelen impulsiviteit en
hyperactiviteit in mindere mate een rol of zijn geheel afwezig.
Oorzaken
Bij ADHD is er sprake van een defect in de uitvoering van controlefuncties van de hersenen met
betrekking tot de aandachtsprocessen en uitvoering van doelgericht gedrag. Deze afwijkingen
treden vooral op in de prefrontale cortex: verantwoordelijk voor het reguleren van aandacht en
impulsief gedrag. Hierbij is er een tekort aan de neurotransmitters dopamine en noradrenaline. De
wisselwerking tussen omgevingsfactoren en erfelijke factoren spelen een rol bij ADHD.
Symptomen
- Sneller afgeleid
- Rusteloos
- Stemmingsschommelingen
- Dromerig
- Probleem oplossend
- Overgevoelig voor geluid/beeld
- Slaapproblemen
- Ander tijdsbesef
- Ongeorganiseerdheid
- Onbewustheid
Behandeling
- Opwekkende middelen verhogen de beschikbaarheid van de neurotransmitters dopamine en
noradrenaline in de prefrontale cortex van de hersenen. Wanneer deze beschikbaarheid wordt
,verhoogd, lijken de hersenen beter in staat de concentratie te reguleren en controle over impulsief,
afreagerend gedrag te behouden. (Methylfenidaat, atomoxetine, dexamfetamine)
- gedragstherapieën die de nadruk leggen op het aanleren van vaardigheden. Dit leer je niet aan
de hand van medicatie en er is een groot percentage terugvallen te zien wanneer kinderen stoppen
met de medicatie.
ASS (autismespectrumstoornis)
Een autismespectrumstoornis is een ontwikkelingsstoornis. Er zijn verschillende categorieën
binnen autismespectrumstoornissen, namelijk;
- (klassiek) autisme (ernstige beperkingen in intellectuele, verbale en zelfverzorgende
vaardigheden)
- Syndroom van Asperger (patroon van abnormaal gedrag dat gepaard gaat met sociale
ongemakkelijkheid en stereotiep of herhaald gedrag)
- PDD-NOS (sociale en communicatieve problemen maar dan een mildere vorm)
Oorzaak
De precieze oorzaak van autismespectrumstoornissen is tot nu toe niet bekend. Er is wel sprake
van aangeboren erfelijke factoren. Hier is niet 1 gen verantwoordelijk maar een combinatie van
meerdere genetische factoren, onder invloed van omgevingsfactoren.
Het wordt veroorzaakt door een hersenafwijking, waarbij de informatieverwerking verstoord is. Het
gaat om verstoringen in de verbinding van neuronen en het verlies van hersenweefsel. De
hersendelen die verantwoordelijk zijn voor taal en sociaal gedrag, groeien veel trager bij
autistische mensen.
Symptomen
- Sociale interactie en verbeelding: Moeite met sociale interactie, geen oogcontact maken, in
zichzelf gekeerd zijn, moeilijk inleven in andere mensen.
- Communicatie en (lichaams)taal: Moeite met de communicatie, herkennen vaak geen
gezichtsuitdrukkingen, taalontwikkeling vaak vertraagd of afwijkend, figuurlijke uitspraken worden
letterlijk genomen.
- Stereotiepe interesses en gedrag: Beperkte of gefixeerde interesses, repetitief gedrag, dringt aan
op eenvormigheid of routines, vertoont extreme of juist geringe activiteit op prikkels vanuit de
omgeving.
Behandeling
- Autisme is niet te genezen. Vroegtijdige, intensieve gedragstherapie die educatieve principes
toepassen in de omgeving van het kind kunnen wel ondergaan worden. Deze kunnen leer- en
taalvaardigheden en sociaal aangepast gedrag bij kinderen verbeteren. Dit wordt toegepaste
gedragsanalyse genoemd.
- Hiernaast is het aanpassen van de omgeving ook belangrijk: denk hierbij aan een vaste
dagindeling, school en werk.
- Gebruik van antipsychotica om storend gedrag, zoals driftbuien, agressie, zelfbeschadigend
gedrag bij kinderen met autisme in toom te houden.
5. Kan de verschillende oorzaken, verschijnselen en behandelingsmogelijkheden
van angststoornissen benoemen.
Paniekstoornis
Bij een paniekstoornis is er sprake van herhaalde, onverwachte paniekaanvallen. Een
paniekaanval is een intense angstreactie die gepaard gaat met lichamelijke symptomen (hoge
hartslag, zweten, kortademigheid, moeite met ademhalen, duizeligheid). De betrokkene denkt
vaak dat hij alle controle kwijtraakt, doodgaat of gek wordt. Dit gebeurt plotseling en spontaan
zonder dat hier per se een aanleiding voor is.
Oorzaak
Cognitief;
- mensen kunnen lichamelijke sensaties verkeerd interpreteren als voorteken van naderend onheil.
Biologisch;
- een gevoelig alarmsysteem van het lichaam (limbisch systeem en frontale kwabben).
, - gamma-aminoboterzuur (GABA) is een remmende neurotransmitter, overmatige activiteit in het
centrale zenuwstelsel wordt gedempt en stressreacties worden onderdrukt. Wanneer deze
onvoldoende effect hebben, kan dit angstaanvallen verzorgen.
Behandelingsmogelijkheden
- Geneesmiddelentherapie: antidepressiva (Paxil en Lexapro) worden gebruikt voor de
behandeling van paniekstoornissen. Deze medicatie hebben namelijk een angst- en paniek
onderdrukkend effect. Wanneer mensen met deze medicatie stoppen, is er vaak sprake van een
terugval.
- Cognitieve gedragstherapie: hierbij kan iemand leren de cognitieve overreactie op lichamelijke
sensaties bij te sturen. Cognitieve gedragstherapeuten leren cliënten vaardigheden om
paniekaanvallen beter te hanteren, versterken de ademhaling, geven ontspanningsoefeningen en
stellen hen bloot aan situaties die zij samenhangen aan de paniekaanvallen.
- Ademhalingstraining: cliënten leren bepaalde technieken waardoor het CO2 niveau in het bloed
herstelt kan worden.
Gegeneraliseerde angststoornis
Een gegeneraliseerde angststoornis wordt gekenmerkt door excessieve angst en bezorgdheid,
die zich niet beperken tot een enkel object/situatie/activiteit. Mensen vertonen buitensporige angst
die moeilijk te bedwingen is, gepaard met lichamelijke symptomen (rusteloosheid,
schrikachtigheid, hoge spierspanning). Er is sprake van een chronische bezorgdheid.
Verschijnselen
- onrust/spanning
- concentratieproblemen
- snel geïrriteerd zijn
- slaapproblemen
- onrustige/onbevredigende slaap
- snel vermoeid zijn
Oorzaak
Cognitief;
- De aandacht is vaak sterk gericht op dreigende signalen in de omgeving, er ligt op elke hoek
gevaar. De perceptie van bedreiging of gevaar geeft continue een prikkel aan het sympathische
zenuwstelsel. Dit leidt tot een verhoogde staat van lichamelijke opwinding en de bijbehorende
gevoelens van angst.
Biologisch;
- onregelmatigheden in de neurotransmitters GABA en serotonine.
- (misschien) overactiviteit in de hersenstructuren die netrokken zijn bij de regulatie van
emotionele gesteldheden, waaronder angst en bezorgdheid.
Behandeling
Behandeling met medicijnen: Antidepressiva kunnen symptomen van angst verlichten. Ze
kunnen niet het onderliggende probleem oplossen, vaak vallen mensen daarom terug bij het
stoppen met medicatie.
Cognitieve gedragstherapie: cognitieve gedragstherapeuten maken hier gebruik van een
combinatie van technieken: ontspanningsoefeningen, vervangen van opdringerige/verontrustende
gedachtes door kalmerende, afleren van catastrofaal denken.
Fobische stoornissen
Bij een fobische stoornis staat vrees voor een object of situatie niet in verhouding tot de realiteit.
De meeste mensen met een fobie zien zelf in dat hun angsten buitensporig en irrationeel zijn. Een
fobie gaat vaak over normale dingen, dit kan een stoorzender worden bij gewone bezigheden.
Specifieke fobie
Een specifieke fobie is een aanhoudende, excessieve angst voor een specifiek object of een
specifieke situatie die niet in verhouding staat tot het werkelijke gevaar dat deze opleveren.