Samenvatting Hoofdstuk H3,5,9,10,11,12,14,15,16,17,18
Leereenheid 3 Het onderwijs
3.1. Het onderwijs in Nederland
Openbaar onderwijs: Algemene richtlijnen van de overheid, geen specifieke uitgangspunten,
iedereen toegankelijk.
(algemeen) Bijzonder onderwijs: Bijzonder is godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging.
Algemeen bijzonder is op grond van opvoedkundige uitgangspunten of onderwijsvisie: dalton,
montessori en jenaplanonderwijs.
Sectoren:
• Primair:
o Basis en brede school: combinatie onderwijs, opvang, zorg, welzijn, sport, cultuur.
o Speciaal basisonderwijs: leermoeilijkheden of opvoedingsmoeilijkheden en extra
ondersteuning en aandacht
o Speciaal onderwijs:
▪ Cluster 1: visuele beperkingen
▪ Cluster 2: auditieve beperkingen
▪ Cluster 3: Moeilijke lerend, meervoudige beperking en langdurig ziek
▪ Cluster 4: sociale beperking of psychiatrische stoornis
• Voortgezet: praktijk, VMBO, havo en vwo. LO-BOS leraarondersteuner bewegingsonderwijs.
• Middelbaar en volwassene educatie
• Hoger
• Wetenschappelijk
Onderwijswetten:
- Leerplichtwet
- Wet op voortgezet onderwijs
- Wet educatie en beroepsonderwijs
- Wet op hoger onderwijs
- Wet op basisonderwijs: kleuterschool en lagere school samen. Geen kerndoelen.
o Kerndoelen zijn geen einddoelen en worden elke 5 jaar bijgesteld.
o Leerlijnen en tussendoelen door Nationaal Expertisecentrum Leerplanontwikkeling
(SLO)
- Wet op primair onderwijs, ook voor speciaal onderwijs met wet op expertisecentra (clusters)
o Met vormingsbieden en kerndoelen. Bestrijken grote leergebieden: Nederlands,
Engels, rekenen, oriëntatie op jezelf en de wereld, kunstzinnige oriëntatie en
beweging.
o WPO regelt landelijke kwaliteitseisen waaraan scholen moet voldoen.
o Kwaliteitswet: schoolgids, schoolplan, klachtenregeling
o Wet passend onderwijs: elke basisschool moet samenwerken met school voor
speciaal basisonderwijs. De wet regelt dat elk kind een passende plek moet vinden
binnen het reguliere onderwijs. Hierdoor zorgplicht waarvoor verantwoordelijkheid
dat alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een passende plek vinden.
Steeds meer kinderen met een (lichte) aandoening zitten op een reguliere
basisschool.
o Verkleining van groepen
, o Vroegschoolse opvoeding
o Functiedifferentiatie
o Brede school
3.2. Schoolplan, groepsplan en individueel handelingsplan
Schoolplan: wettelijk verplicht document. Met onder andere een onderwijskundige paragraaf. Kan
beschreven worden met behulp van Protocol HandelingsPlan. Per kerndoel en niveau wordt het
onderwijsaanbod beschreven. Het geeft automatisch leerlijnen aan, waarmee opbouw van leerstof
door de jaren is voor dat specifieke leergebied.
Groepsplan: Geeft weer wat de groep gedurende een schooljaar doet. Onderwijsaanbod.
Individueel handelingsplan: Als een leerling uitvalt op een onderdeel. Dit wordt geconstateerd aan de
hand van toetsen en door het leerlingvolgsysteem.
Handelingsplan is een detailopname van het groepsplan en het groepsplan is een detail van het
schoolplan.
Handelingsgericht werken: aanbod is afgestemd op onderwijsbehoeften en basisbehoeften van
leerlingen. Binnen het passend onderwijs.
3.3. Bewegingsonderwijs en sport
Kerndoelen:
- Leren op een verantwoorde manier deel te nemen aan de omringende bewegingscultuur en
leren hoofdbeginselen van de belangrijkste bewegings- en spelvormen ervaren en uitvoeren.
- Leren samen met anderen op een respectvolle manier aan bewegingsactiviteiten deel te
nemen, afspraken te maken over het reguleren daarvan, de eigen bewegingsmogelijkheden
in te schatten en daarmee bij activiteiten rekening te houden.
12 leerlijnen:
1. Balanceren
2. Klimmen
3. Zwaaien
4. Over de kop gaan
5. Springen
6. Hardlopen
7. Mikken
8. Jongleren
9. Doelspelen
10. Tikspelen
11. Stoeispelen
12. Bewegen op muziek
Sinds 2017 zijn scholen verplicht om minimaal 2 lessen bewegingsonderwijs van driekwartier per
week aan te bieden door een bevoegde bewegingsdocent. Groep 1 en 2 dagelijks driekwartier.
,Fitte kinderen en leerlingen die fit en sportief vaardig zijn, scoren hoger op leeraspecten als
taakgerichtheid, planning, aandacht en probleemoplossend vermogen.
Bewegen met een goede motoriek draagt bij aan een actieve leefstijl en de algehele ontwikkeling van
kinderen.
Machteld Huber onderscheidt 6 dimensies aan gezondheid:
- Lichaamsfuncties
- Mentaal welbevinden
- Spiritueel-existentiele dimensie
- Kwaliteit van leven
- Sociaal-maatschappelijk participeren
- Dagelijks functioneren
Kennisoverdracht belangrijk in het onderwijs, maar ook persoonlijke ontwikkeling en voorbereiding
op deelname aan de maatschappij.
3.4 De brede school
Brede school werkt samen met andere instellingen. Met de lokale sportvereniging is de schakel naar
de BOS-driehoek. Het doel is om ontwikkelingskansen van kinderen te vergroten.
1. Kansenprofiel, gericht op creëren van kansen voor leerlingen en het voorkomen en
bestrijden van onderwijsachterstanden.
2. Zorgprofiel, gericht op het verbreden van de zorg voor alle leerlingen of voor specifieke
groepen leerlingen.
3. Wijkprofiel, gericht op het bieden van basisvoorzieningen voor kinderen en ouders in de wijk
4. Verrijkingsprofiel, gericht op een breed aanbod van sociale, culturele en sportieve
activiteiten
5. Opvangprofiel, gericht op het bieden van opvang buiten schooltijden, zoals dagarrangement
Doel van brede school
- Ontwikkelingskansen voor kinderen
- Verbeteren samenwerking tussen instellingen
- Realiseren doorgaande lijn in aanbod
- Verbeteren of uitbreiden activiteitenaanbod
- Meer sporten en bewegen
Ontstaan van brede school in 1995 in Nederland.
Aansturing van brede school eerder door de gemeente nu door de school zelf (coördinator)
Motieven sport in de brede school: leert samenwerken en samenspelen, doorzetten, op gezonde
manier agressie en energie kwijtraken, karaktervormend, omgaan met winst en verlies, suggestie
voor een hobby, gezondheid.
Brede scholen en sportverenigingen kunnen elkaar versterken. Belangrijkste argumenten voor
samenwerking:
- Groot, nieuw publiek
- Imago
- Ondersteuning van de gemeente
, 3.5 Sport en kinderopvang
Doelstellingen:
- Ontwikkelen bewegingsvaardigheid van kinderen
- Bijdragen aan sociale ontwikkeling door sport en spel
- Vergroten zelfvertrouwen
- Bijdragen aan een gezonde, actieve leefstijl
- Bijdragen aan de algemene ontwikkeling van het kind
- Kennis maken met grote variatie aan sport- en bewegingsvormen
3.6 Gezonde school
Ambitie: Het stimuleren van scholen om te komen tot schoolbeleid voor sport, bewegen en gezonde
leefstijl, leidend tot een kwantitatieve en kwalitatieve toename ervan in en rondom school.
Leereenheid 5 BOS-coordinator en beleid
5.1 Missie, visie en beleid
- Missie: geeft aan wat een organisatie wil zijn, wat het wil betekenen voor haar omgeving.
Welke functie wil en kan het in de markt vervullen.
o Wie zijn we? Waarom bestaan we? Belangrijkste doel en toegevoegde waarde?
- Visie: toekomstbeeld van zichzelf en geeft gewenste situatie aan in relatie tot de omgeving,
de plaats die de organisatie wil innemen en de functie die zij in de omgeving wil vervullen.
o Hoe ziet de toekomst eruit? Wat bereiken? Waar naartoe?
- Beleid: stellen van doelen, middelen en tijdpad in onderlinge samenhang. Doelen met acties.
5.2 Beleidsplan
Volgen van PDCCA-cyclus: Plan, Do, Check, Act
Stappen:
1. Beleidsanalyse: buurtscan en gebiedsgerichte gezondheidsanalyse.
2. Beleidsvoorbereiding: doelstellingen en plan
3. Beleidsuitvoering
4. Beleidsevaluatie
5.3 Beleidsinstrumenten
Gericht op externe omgeving: SWOT-analyse, scenarioplanning, vijfkrachtenmodel
- en DESTEP: Demografische, economische, sociaal-culturele, technologische, ecologische en
politieke factoren.
Gericht op interne omgeving: benchmarking, checklist
- en 7S-model: strategie, structuur, systemen, stijl, staf, sleutelvaardigheden, shared values
5.4 Gezondheidsbeleid
Landelijk niveau speerpunten: roken, alcoholgebruik, overgewicht, diabetes, depressie
Gezondheid is verantwoordelijkheid van mensen zelf. Drie belangrijke thema’s van de overheid:
1. vertrouwen in gezondheidsbescherming
2. zorgen sport dichtbij de buurt: wijkgerichte gezondheidsbevordering, veilig, ouderen
3. zelf beslissen over leefstijl: