Mobiliteit samenvatting
Meten van verkeersonveiligheid
week 1
Definitie mobiliteit:
Het verplaatsen van de ene naar de andere plek. Waar komt mobiliteit voor:
Verkeer:
-Verkeer heeft een stroomfunctie: verplaatsen van de ene naar de andere plek
-Verkeer heeft een uitwisselingsfunctie: van het ene systeem naar het andere systeem (vervoer
werk).
4 soorten verkeersongevallen:
1. Verkeersongeval
-Verkeer op openbare weg
-Schade aan objecten/letsel aan personen
-Ten minste één rijdend voertuig betrokken
2.Eenzijdig verkeersongeval
-Geen andere verkeersdeelnemers en geen objecten betrokken
3.Enkelzijdig verkeersongeval
-geen andere verkeersdeelnemers, soms ook objecten of dieren betrokken.
4.Letselongeval
-1 of meer personen letsel opgelopen
Het werkelijke aantal ernstig verkeersgewonden/doden bepaald door:
-Werkelijke omvang is niet exact vast te leggen.
-Werkelijke aantallen worden bepaald door registraties uit 2 bronnen:
1. BRON: Bestand geregistreerde ongevallen in Nederland → door politie vastgelegd
2. LBZ: Landelijke basisregistratie ziekenhuiszorg.
Het risico wordt bepaald door:
-Risico geplaatst in perspectief → aantallen slachtoffers in relatie tot afstand.
-Mobiliteitsgegevens hebben beperkingen en dienen behoedzaam gebruikt te worden. (niet altijd
betrouwbaar).
Toename in mobiliteit door:
1. Demografie
-Groei bevolking
2. Sociale cultuur
-individualisering
3. Economie
-groeiende welvaart
4. Ruimtelijke ordering
-verdeling werk en woonlocatie
,Relatie tussen snelheid en risico:
-Risico = kans x effect
-Hogere snelheid → langere remweg, kortere reactie tijd, hardere botsing
-Dus: kan en ernst wordt vergroot.
Risicofactoren van snelheid:
1.Hogere snelheid
2.snelheids- en massaverschil
3.fysieke kwetsbaarheid
Factoren voor snelheidslimiet:
-Verkeersveiligheid
-Bereikbaarheid
-Doorstroming
-Milieu
Verschillende manieren op de snelheid van automobilisten te beïnvloeden:
1. Bepaald een veilige snelheidslimiet
2. Zorg voor een geloofwaardig limiet
3. Goede informatie over het snelheidslimiet
4. Plaats zo nodig passende snelheidsremmers (drempels, rotonde)
5. Gericht politietoezicht
6. Educatie en voorlichting
7. ISA (intelligente snelheidsassistentie)
Mogelijke toename verkeersdoden door:
-Toename aantal kilometers afgelegd door motorvoertuigen.
-Vergrijzing
-Toename mobiliteit minder ervaren bestuurders
-Toename gebruik mobiele telefoons en andere apparatuur
-Afname handhavingsinspanningen
-Verhoging snelheidslimiet 130km/uur
,Externe veiligheid
week 1
Definitie externe veiligheid:
Het beheersen van de risico’s die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het
vervoer van gevaarlijke stoffen.
-Benadering: 100% veiligheid is onmogelijk, altijd (klein) restrisico! (ALARA)
-Grote mogelijke effecten → Kleine kans, groot gevolg risico’s (KKGG)
-Kwantitatieve benadering → er wordt mee gerekend (cijfers bekend).
Externe veiligheid 3 onderdelen:
- Gevaarlijke stoffen (opslag en productie) bij inrichtingen
- Transport gevaarlijke stoffen
- Luchthavens en windturbines
Hoe meet je externe veiligheid:
-Plaatsgebonden risico (PR)
-Groepsrisico (GR)
Waar kom je externe veiligheid tegen (voorbeelden):
-LPG → tankstations
-BRZO → Bedrijven die gevaarlijke stoffen bewerken. 400 in NL
-Vuurwerkbedrijven
-Spoorwegenemplacementen
-Vervoer gevaarlijke stoffen (GS)
-Buisleidingen
Voorbeelden waar het fout ging:
-Gellingen (2004) 24 doden
-vuurwerkramp enschede (2000) 23 doden
-Giframp in Seveso (1976) Dieren moesten worden afgemaakt
-Wetteren (2013) wagons met gevaarlijke stoffen explodeerde.
Eerst moet het een paar keer fout gaan voordat het goed geregeld wordt.
Beheersen van risico’s externe veiligheid:
1. Effect beperken door afstand te nemen tot risicovolle activiteiten. (bv. Geen woningen direct
naast een spoorlijn te bouwen)
2. Kans beperken ontstaan grote ongevallen. (veel mogelijk, bv. Betere veiligheidsmaatregelen. Kost
alleen geld en moeite.)
, Ruimtelijke ordening
week 1
Gaat over:
-Gaat dus over ruimte en samenleving
-Ruimtelijke ordening gaat over balans, over afwegingen die we maken bij het inrichten van ons
landschap.
-Gaat over een optimale oplossing
→ wat komt waar (inrichtingsopgave)? Op welke manier (planningsopgave)?
Afwegingen bij het maken van ruimtelijke ordening:
-Het moet een oplossing bieden (woningnood, economie, milieu, etc.)
-Het moet aansluiten op de doelstelling van overheid
-Het moet passen in de omgeving
-Het moet aan de wet voldoen
-Het moet óók nog veilig… ( voor de veiligheidskundige)-Eigenschap van stof geeft risico
→dus altijd restrisico
-Effecten kunnen groot zijn
-Afstand houden helpt!
→ vaak te weinig ruimte…
Belangrijke instrumenten ruimtelijke ordening:
1. Structuurvisies
-Bevat het te voeren ruimtelijke beleid op hoofdlijnen. Kan worden opgelost door Rijk, Provincie of
gemeente.
2. Bestemmingsplannen
-Instrument voor de daadwerkelijke uitwerking en vaststelling van ruimtelijk beleid.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper emmabergevoet98. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.