P. Nullens – Verlangen naar het
Goede
Bouwstenen voor een Christelijke Ethiek
Hoofdstuk 1. Ethiek en Moraal
1.1 Omschrijving van het vak
Het hele domein van levenswaarden en opvattingen over goed en kwaad behoort tot het domein van
de ethiek of moraal. Ethiek handelt dus niet alleen over de keuzes die we maken, maar vooral over
datgene wat aan onze specifieke keuzes voorafgaat, het geheel van onze opvattingen over goed en
kwaad.
Etymologie
Het Grieks kent twee sterk op elkaar gelijkende woorden: èthos en éthos. Èthos verwijst naar
iemands woonplaats en vervolgens abstracter naar gewoonten, levenswijze en gebruiken. Éthos, is
gelijkaardig en heeft gelijke etymologische wortels, maar is meestal abstracter in de zin van ‘zeden’
en zelfs de ‘innerlijke gezindheid’. > Ethiek gaat dus over hoe men leeft.
De Griekse termen éthos en èthos worden gewoonlijk met het Latijnse mos vertaald (afgeleid van
‘moraal’).
Reflectie op de zedelijkheid
Ethiek is een theoretische activiteit met praktische consequenties > ethiek is de methodische
reflectie op de zedelijkheid. Zedelijkheid en moraal verwijzen dan zowel naar principes en waarden in
onszelf als naar datgene wat in een bepaalde cultuur gangbaar is.
Ethiek in drie verdiepingen met een toenemende mate van abstractie. Ze klimmen van het concrete
handelen op tot overtuigingen en meer methodisch doordachte beschouwingen. De niveaus:
1. De Zeden: gaat om het leven zoals het geleefd wordt;
2. De Zedelijkheid: het normenkader zoals dat door een specifieke groep of specifiek individu
wordt geclaimd > deze is voorkritisch/prewetenschappelijk, maar niet onwetenschappelijk –
men gelooft in bepaalde normen en waarden zonder dat men deze daarom theoretisch wil
onderbouwen;
3. De Ethiek: deze gaat kritisch nadenken over de twee voorgaande gebieden, zeden en
zedelijkheid – moraal en moraliteit.
Bijbels ethiek
Op basis van bovenstaand onderscheid moeten we een verschil maken tussen Bijbelse moraal,
Bijbelse moraliteit en Bijbelse ethiek. Het eerste omschrijft zedelijke levenswijze die we terugvinden
in de Bijbelse geschiedenis. De Bijbelse moraal fungeert als een literaire spiegel waarin we onze eigen
schoonheid en lelijkheid ontdekken, maar hier tegenover staan de geopenbaarde normen van God.
Maar bestaat er ook iets als Bijbelse ethiek? De Bijbel geeft geen ethiek, het is geen handboek dat
een bepaalde wetenschappelijke methode van morele reflectie aanreikt. De Bijbels is een
verzameling van geschriften van verschillende auteurs, uit verschillende periodes in verschillende
situaties. We bevinden ons dus eerder op het niveau van de zedelijkheid dan op het niveau van de
,theoretische ethiek. Het is daarentegen wel mogelijk om uit de Bijbel een ethiek te ontwikkelen >
‘Bijbels gefundeerde ethiek’.
De Bijbel geeft ons een reeks ingrediënten voor een christelijke ethiek. Het gaat om een ethiek vanuit
de belijdenis ‘Jezus is Heer’. Het vertrekpunt van de reflectie ligt in datgene wat God gedaan heeft
door de openbaring van zijn Zoon. Het goddelijke handelen en ons geloofsantwoord daarop gaan
vooraf aan onze methodische reflectie.
Christelijke ethiek als vak gebeurt in dit geval a posteriori. Het is een nadenken over datgene wat we
eerst van God hebben ontvangen. Dat wat ontvangen hebben, leren we uit de Bijbel. Eer geloven en
vervolgens methodisch erover nadenken > Gods genadige handelen gaat a priori. Christelijke ethiek
is de reflectie op de ons geschonken moraal.
Definitie van christelijke ethiek
Baptist James McClendon: ‘Christelijke ethiek refereert aan theorieën over de Christelijke
levenswijze’.
J. Douma: ‘Christelijke ethiek is de bezinning op het morele handelen vanuit het perspectief dat ons
in de Heilige Schrift geboden wordt.’ Hij ziet het als bezinning en onthoudt zich van een geladen
uitdrukking als ‘wetenschappelijk nadenken over…’ De bezinning gebeurt vanuit het perspectief van
de Heilige Schrift.
W.H. Velema: ‘Christelijke ethiek is de wetenschappelijke bezinning op het door de geboden van God
genormeerde handelen van de mens als beelddrager van God in zijn relatie tot de naaste.’
Douma beperkt zich tot het ‘morele handelen’ en Velema richt zich op het ‘door de geboden van God
genormeerde handelen’.
Eigen definitie: Christelijke ethiek is de methodische reflectie op waarden, normen, deugden en
doelen van het christelijke leven in de hedendaagse context en dit gefundeerd op de Schrift en vanuit
het perspectief van de geloofstraditie en praktische ervaringen. > vierslag: waarden, normen,
deugden en doelen.
O’Donovan onderscheidt ‘reflectie’ van ‘deliberatie’. Het eerste gaat om een nadenken over de
structuur en het doel van de werkelijkheid. Reflectie is een dieper verstaan van de werkelijkheid.
Men krijgt inzicht in Gods plant met deze wereld, zijn doel met de schepping en de verlossing, het
fundeert de ethische deliberatie. Het tweede, de deliberatie, richt zich meer op de beslissingen die
we moeten nemen. Het is minder op het zijn gericht en meer op het doen. Deliberatie is ook de
algemene keuze hoe we ons leven willen leiden.
1.2 Verschillende onderzoeksvelden
Ethiek kan worden opgesplitst in de volgende subgebieden: beschrijvende ethiek, normatieve ethiek,
bijzondere ethiek en meta-ethiek.
Beschrijvende ethiek
Wordt ook wel de descriptieve ethiek of moraalwetenschap genoemd. Dit werkveld beperkt zich tot
het beschrijven van de zede en/of zedelijkheid. Het morele standpunt van de onderzoeker zou de
resultaten niet mogen beïnvloeden, hierom maken we gebruik van instrumenten uit andere
wetenschappen (sociologie, culturele antropologie, psychologie en geschiedenis).
, Het kan verschillende zijn: het kan gaan om een historische studie, of om een analyse van de
moraliteit van een bepaald volk.
Normatieve ethiek
Dit is de stap van wat ‘is’ naar wat ‘hoort’. Normatieve ethiek wil evaluatief, oordelen en normerend
werken en zo de grenzen aangeven tussen wat hoort en wat niet hoort. Beschrijvende ethiek is als
het ware de kaart en normatieve ethiek het kompas.
De Graaf: ‘Normatieve ethiek stelt zich ten doel ethische grondbeginselen te formuleren, die redelijk
verantwoord zijn en als hypothesen aan de praktijk kunnen worden getoetst en door de praktijk
kunnen worden genuanceerd.’ Het gaat niet alleen om het geven van richting, maar ook om een
kritisch nadenken over ons ethisch kader.
Bijzondere ethiek
Hierbij gaat het om een toespitsing van de normatieve ethiek. Telkens wordt een concreet
handelingsveld onder de loep genomen.
Bijzondere ethiek is altijd gebaseerd op de normatieve of algemene ethiek. Eerst stelt men de grote
lijnen op en vervolgens richt men zich op een concreet gebied <> vanuit een concreet werkveld kan
men kritische kanttekeningen plaatsen bij de normatieve ethiek. De bijzondere ethiek is disciplinair.
Het gaat altijd om teamwerk en de combinatie van expertises.
Meta-ethiek
Hier gaat het niet om het funderen van de morele normen, maar om een analyse van de morele taal.
Men bestudeert de logica van een ethische redenering en het gebruik van de concepten. Het is erg
abstract, net zoals dat het woordje ‘is’ in verschillende zinnen een andere betekenis kan hebben.
Persoonlijke en sociale ethiek
Het gaat hier om twee invalshoeken van de algemene ethiek. We kunnen de normen en waarden
verstaan vanuit het individu of vanuit de gemeenschap. Het eerste is micro-ethiek. De persoonlijke
ethiek argumenteert vanuit de individuele verantwoordelijkheid, het geweten, vrijheid en ook
naastenliefde. Het gaat om steeds kleinere groepsverbanden, groepen waarmee we een persoonlijke
relatie ervaren. De sociale ethiek denk eerder vanuit de grote structuren, entiteiten of instituties
waarmee we geen persoonlijke relatie ervaren. Beiden overlappen elkaar.
Binnen het protestantisme tendeert de evangelische ethiek sterk naar persoonlijke ethiek. Door de
nadruk te leggen op bekering en wedergeboorte krijgt het individu met zijn persoonlijke relatie tot
God een centrale plaats. Bij deze individualistische benadering wordt het kwaad of de zonde als strikt
persoonlijk-relationeel geïnterpreteerd > Er loopt iets fout tussen mij en God, mij en mijn naaste.
Een macro-ethische benadering benadert de zonde vooral als het grote kwaad dat we in de wereld
ontmoeten. We mogen zonde niet privatiseren alsof het alleen onszelf aanbelangt. De
reformatorische ethiek heeft een rijke traditie als het gaat om een evenwicht tussen persoonlijke en
sociale moraal. Zij kent een traditie van enerzijds consequente woordverkondiging en anderzijds
beïnvloeding van de omliggende samenleving.
1.3 Waarom Ethiek? Algemene motieven