Dierfysiologie Hoorcolleges Deeltentamen 1
Circulatie H14+H15
Hoorcollege 2, circulatie 1
Functie circulatie vasculair systeem: Zuurstof naar de weefsels, CO2 van weefsel af vervoeren.
Warmte en afvalstoffen afvoeren. Arteriën: van het hart af, Venen: naar het hart toe.
- Open circulatie systeem: (Geleedpotigen, zuurstof systeem in tracheeën met hymolymfe),
arteriën sluiten niet aan op het hart.
- Dicht circulatie systeem: Het bloed blijft opgesloten in vaten (arteriën/venen).
o Enkele circulatie: vis, De twee capilaire netten zijn in serie geschakeld, het bloed
komt maar 1 keer langs het hart. 1 circuit, hart met twee kamers.
o Dubbele circulatie: Amfibie, Systemisch circuit + long circuit. 2 circuits, hart met 3
kamers (1 ventrikel).
Reptielen: 2 atria met ventrikel in 3 delen opgedeeld.
Krokodillen, twee aorta’s met een verbinding wel 2 circuits en 4 kamers.
Vogels: 2 circuits met vier kamers in het hart.
o Dubbele circulatie: zoogdier, Systemisch circuit + long circuit.
Het hart
- Myocardium inter-calated discs: adhesie +
gap junctions. Het hart is een grote spier en
1 geheel.
- Enkelkamer (geleedpotigen) vs.
multikamers.
Hart van de vis
Al het veneuze bloed komt aan in de sinus venosus, hierna atrium
en ventrikel. Het ventrikel zitten de spieren in. Kraakbeenvissen
Het conus arteriosus (spier) is het verlengstuk van de ventrikel,
deze trekken tegelijk samen. Beenvissen Bulbus arteriosus,
lijkt meer op de aorta als bij zoogdieren, het contraheert niet
maar is elastisch en kan de druk opvangen.
Het ventrikel van een vis wordt bijna helemaal
leeggepompt in de ventrale aorta waar lage druk is. Door de
kieuwen neemt de druk ook af.
Hart amfibieën
Reptielen hebben een dubbele aorta. In het rechter atrium
komt het veneuze bloed binnen naar het ventrikel. Het
ventrikel is opgedeeld met tussenschotten maar wel 1 deel.
Het bloed naar de longen is gemengt veneuz/zuurstof rijk.
Hart van reptielen
2 aorta’s. Bij de krokodil is het ventrikel beter opgesplitst dan
bij slangen/schildpadden/lizzards. Het hart is elastisch, omdat
er na een maaltijd meer bloed nodig is vergroot het hart
(hypertrofie).
,Zoogdier cardiovasculair systeem
Kleppen: Semilunair (naar de grote bloedvaten toe)
- Aortaklep
- Pulmonalisklep (naar arteria pulmonais)
Tussen Atrium en Ventrikel (AV kleppen)
- Tricuspidalis klep (rechts)
- Bicuspidalis klep (links, mitralis klep), tussen
atrium en ventrikel
Ectoderme dieren hebben een lager metabolisme dan
endoderme dieren. Dus ook lagere bloeddruk.
, Hoorcollege 3, Circulatie 2
Het hart heeft een autonome frequentie, dit wordt niet aangestuurd. De pacemaker activiteit zit in
de sinusknoop. Bij vissen in de sinus venosus. Bij zoogdieren/vogels zit deze in het rechter atrium.
Daar ontstaat depolarisatie en verspreidt zich over het atria: deze trekt samen. Tussen atria en
ventrikel zit een isolerende laag. Bij de AV knoop wordt het signaal opgehouden doorgezet naar de
apex van het hart. Hierna via bundel van His en vezels van Purkinje loopt het signaal weer naar
boven over het ventrikel
Rust membraan potentiaal
Membraan potentiaal = Vm = - 70 mV, ladingen zijn niet evenredig
verdeeld. Aan de binnenkant (cytoplasma) is meer negatief,
extracellulair juist meer positief. Na/K ATP ase pompt K+ naar
binnen en Na+ naar buiten. K+ zit vooral IC, Na+ zit vooral EC.
Actiepotentiaal
Exitable cells: neuronen en spiercellen. K+ kanalen (activation gate) langzame kanalen en Na+
kanalen snelle kanalen (activation + inactivation) zijn belangrijk bij neuronen. L type Ca2+ kanalen zijn
vergelijkbaar met Na+ kanalen (activation + inactivation).
Actie potentiaal: hartspiercel
Tijdens rust heb je lekkanalen van K+ zodat deze naar buiten kunnen stromen, hierdoor is een
negatieve membraan potentiaal. Door actiepotentiaal: depolarisatie voorbij drempelwaarde Na+
en Ca2+ gaan open. Deze kanalen gaan dicht door inactivation gates.
0. Na kanalen gaan open
1. Na kanalen gaan dicht
2. Snelle K kanalen gaan dicht + Ca2+ kanalen
gaan open (plateaufase)
3. Langzame K+ kanalen gaan open + Ca2+
kanalen gaan dicht
4. Rust potentiaal
Stabiele fase (plateau) door Ca2+ die naar binnen
gaat en K+ die naar buiten gaat. Calcium is nodig voor
contractie van spiercellen. Ca2+ heeft ook een
langzame piek, lang beschikbaar.
Actie potentiaal autoritmische cellen
Er is geen rustpotentiaal, pacemaker potentiaal: continue langzaam oplopende cel tot de
drempelwaarde actiepotentiaal. Dit komt door Na+ ion die langzaam naar binnen komt door
funny channels (If): Open tijdens ‘rust potentiaal’. De Na+ kanalen zijn vervangen door ‘funny
channels’ die Na+ lekken.