Verdiepend Staats- en bestuursrecht
Hoorcollege 1
De persoon als burger en de rechten van de burger
De constitutionele levenscirkel
de wet als
normatief
medium
van bijzonder van algemeen
naar naar bijzonder:
algemeen: bestuur en
representatie rechtspraak
rechtspositie
van de burger
Wat kan die burger in de democratische rechtsstaat nu precies doen? Hoe kan hij invloed
uitoefenen op tot stand brengen van algemene regels?
Door representatie (van bijzonder naar algemeen)
Andersom: hoe komen we van algemene regels naar individuele rechtspositie? Wat is
invloed van burgers? Hoe gebeurt dat? Van belang: functioneren openbaar bestuur.
Bestuursorganen. Gelede normstelling van algemene regels via beleid naar de vaststelling
van de individuele rechtspositie. Bijv. nemen van beschikkingen. Daar speelt ook
rechtspraak belangrijke rol. Niet alleen bestuursrechtspraak! Bestuursrechter is ervoor om te
controleren of openbaar bestuur zijn werk goed heeft gedaan, door te toetsen of besluiten in
overeenstemming zijn met het recht, rechtsbeginselen. Maar ook burgerlijke rechter.
Bestuur en rechtspraak (van algemeen naar bijzonder)
Spoorboekje voor vandaag
- Deel 1: Rechten van de burger/rechten van de mens
- Deel 2: Rechtsbescherming en constitutionele toetsing
Hoe verhouden individuele rechten zich tot vastgestelde algemene regels? Hoe doen
we dat in NL? welke ontwikkelingen zijn er? Toetsing: door rechter van wet en
regelgeving. Zitten we ook in de kern van deel 3
- Deel 3: Institutionele verhoudingen
Want wat mag die rechter? wat kan die rechter? gelet op een concept als de trias
politica en alle discussie die daar op dit moment plaatsvindt over al te activistische
rechters. Bijv. met name in de zaken Urgenda, stikstof.
Grondrechten = rechten van de mens + burgerrechten
- Rechten hebben is juridisch persoon zijn (in het procesrecht: legal standing), stem
hebben is juridisch burger zijn
Rechten van de mens zijn rechten die eigenlijk verwijzen naar de menselijke
waardigheid, waarvan we eigenlijk kunnen zeggen dat die universeel erkend worden
(slavernij, foltering). Verwijst dus naar mens als juridisch persoon.
Burgerrechten onderscheiden zich van die rechten van de mens, geldt voor een
groep personen, staatsburgers. Zij die door nationaliteit verbonden zijn aan de staat.
, - Burgerrechten zijn de aan de staatsburgers gewaarborgde fundamentele rechten die
hen in staat stellen actief en volledig aan het openbare leven van hun staat deel te
nemen
Denk aan kiesrecht.
- Rechten van de mens komen aan iedere persoon zonder onderscheid toe en
beschermen de menselijke waardigheid
- “Burger” verwijst naar nationale verbondenheid
- “Persoon” verwijst naar de waardigheid van ieder mens, waarvan we verlangen dat
die universeel wordt erkend. Absoluut verbod van slavernij en van mensonterende
behandeling, zoals foltering. Vrijheid te gaan en staan waar je wilt, behoudens
beperkingen op wettelijke basis
Declaration des droits de l’homme et du citoyen van 26 aug 1789
Onderscheid is niet nieuw. Gaat ver terug. Dit is een van de bekende documenten uit Franse
revolutie. Hierin werden mensenrechten en burgerrechten geformuleerd. Document dat later
ook als inpiratiebron heeft gediend voor de Staatsregeling voor het Bataafsche Volk
Staatsregeling Bataafsche Volk (1798)
Art 16: Iedere burger mag zijn gevoelens uiten en verspreiden, op zoodanige wijze, als hij
goedvindt, des niet strijdig met het oogmerk der Maatschappij. Etc. etc.
Hier zie je dus begrip burger terugkomen. Onderscheid tussen mensenrechten en
burgerrechten is dus al heel lang.
Sporen van burgerrechten in onze grondwet
- Kiesrecht (actief en passief)
- Bijstand (art 20 Gw)
Hier zie je begrip Nederlandschap terugkomen.
- Gelijke benoembaarheid in openbare dienst (art 3 Gw)
Alle NL zijn op gelijke voet in openbare dienst benoembaar.
Constitutionele levenscirkel
Van individueel naar algemeen door representatie. In dat verband is bijv. art 50 Gw van groot
belang.
- Art 50 Gw: Staten-Generaal vertegenwoordigen het gehele NL volk.
Dus onze Gw kent naast klassieke mensenrechten ook burgerrechten. Dat roept wel
de vraag op: Maar wie waren en zijn die burgers?
Maar wie waren en zijn die burgers?
- 1796 einde uitsluiting van Joden van de gilden (geen Jood zal worden uitgesloten van
enige rechten of voordelen die aan het Bataafsch Burgerrecht verknocht zijn)
Joden waren dus verboden toe te treden tot de gilden. Belangrijk voor
werkverschaffing.
- 1863 opheffing slavernij (Engeland in 1833 en Frankrijk in 1848)
Civil rights war
In Amerika werd dit gevochten, president Lincoln. Inzet = vrijheid van slaven. In 1865
leidde het tot 3tal amendementen op Gw in amerika. Dat ook Afro-amerikanen in
staat stelden aan openbare leven deel te nemen, kiesrecht bijv. Maar dat wilde niet
zeggen dat daarmee ook de gelijkheid volledig werd gerealiseerd. Zeker niet in de
zuidelijk staten. Heeft nog heel lang geduurd. Ook daar waren de juristen heel
belangrijk. Civil rights movement in jaren 50/60, met aantal zeer belangrijke arresten
van Amerikaanse Supreme Court (onder leiding van Earl Warren). Denk aan Brown
vs board of education 1954, wat eigenlijk pas leidde tot het formeel juridisch einde
van de segregatie. Dus heeft heel lang geduurd en misschien nog steeds wel voordat
dat deel van de bevolking als volwaardig burger werd gezien.
, - 1917 vrouwenkiesrecht (passief kiesrecht voor mannen en vrouwen, maar actief
kiesrecht alleen voor mannen; bij wet kon het actief kiesrecht ook aan vrouwen
worden toegekend > Wet Marchant van 28 september 1919)
- 1954 een gelijkwaardig staatsburgerschap in het gehele Koninkrijk
- 1956 opheffing handelingsonbekwaamheid van gehuwde vrouw
Het heeft best wel een historische ontwikkeling doorgemaakt om te komen op het punt waar
we tegenwoordig zijn; volwaardig burgerschap
Nederlanderschap
Rijkswet op het Nederlanderschap. Hierin bepaling: wanneer je wordt geboren uit NL
moeder, althans als u na 1985 bent geboren, dan ben je NL’er. Als je uit huwelijk bent
geboren waarbij vader getrouwd is met moeder, vader is NL, ben je ook NL’er.
- Jus sanguinis
Over van moeder of vader op kind.
ECLI:NL:HR:2015:1749 (vaststelling Nederlandschap)
Art 15 lid 2 RWN bevat 3 uitzonderingen op de hoofdregel van art 15 lid 1, aanhef en onder a
RWN, volgens welke het NL’schap verloren gaat bij het aanvaarden van een andere
nationaliteit. Die uitzonderingen houden in dat de Nederlandse nationaliteit niet verloren gaat
indien betrokkene:
a. In het land van die andere nationaliteit is geboren en daar ten tijde van de verkrijging
zijn hoofdverblijf heeft
b. Voor het bereiken van de meerderjarige leeftijd gedurende een onafgebroken periode
van tenminste 5 jaren in het land van die andere nationaliteit zijn hoofdverblijf heeft
gehad, of
c. Gehuwd is met een persoon die die andere nationaliteit bezit.
Arrest
Ging om de vraag, wat moeten we nu verstaan onder de sub’s. Wat moeten we onder een
land verstaan. Want hier ging het over meneer die in 1952 was geboren in Suriname. Toen
was Suriname nog een district van Koninkrijk der Nederlanden. In 1975 pas zelfstandige
republiek geworden. Hij had NL nationaliteit, had na het zelfstandig worden van Suriname
(1983) de Surinaamse nationaliteit aangevraagd. Daarmee NL nationaliteit verloren gegaan.
Hij heeft vervolgens later weer om naturalisatie gevraagd. Dat leidde weer tot verval
Surinaamse nationaliteit. Toen hij uiteindelijk die Surinaamse weer wilde, rees de vraag: gaat
nu met het vrijwillig aanvaarden van Surinaamse nationaliteit mijn NL’schap verloren? Als
bedoelt in 15 RWN.
HR: In dit geval, weliswaar op het moment dat betrokkene werd geboren, in Suriname, moet
het worden gezien dat betrokkene in land van andere nationaliteit (Suriname) is geboren,
ook al was het toen geen zelfstandige republiek. Voldeed ook aan sub b van 15 lid 2 RWN.
Betekende dus dat die Surinaamse nationaliteit en aannemen daarvan niet leidde tot het
verval van de NL nationaliteit.
Rechten EU-burger volgens EU-verdragen en Handvest
- Art 9 VEU
Hierin heten we BvdU. Dat is een ieder die nationaliteit van een lidstaat bezit. Dat
komt naast het nationale burgerschap, en treedt niet in de plaats daarvan. (= art 20
lid 1 VWEU)
- Art 10 VEU
Recht op democratische representatie en participatie (dus burger wordt EU-niveau
vertegenwoordigt in EU-parlement)
- Art. 20 lid 2 VWEU
, Vrij verkeer, actief en passief kiesrecht EP en gemeenteraden, diplomatieke en
consulaire bescherming en petitierecht, uitgewerkt in artt. 21-23 VWEU (vgl. artikelen
39-46 Handvest)
Dus niet: Tweede kamer verkiezingen, Provinciale Staten verkiezingen.
Arrest Eman & Sevinger / B&W Den Haag
Eman en Sevinger waren woonachtig op Aruba. We hebben het over 2006. Beide heren
wilden deelnemen aan de EP verkiezingen. De NL kieswet destijds, stond daaraan in de
weg. Dit omdat werd bepaald dat degene die aan de verkiezingen voor EP kon deelnemen,
dezelfde waren als die aan Tweede Kamer verkiezingen konden deelnemen. Maar voor 2e
kamer (art b1 kieswet): kiezers zijn Nederlander en op dag van stemming: 18 jaar, m.u.v. NL-
Antillen + Aruba.
Eman en Sevinger:
Wij zijn BvdU. NL is lidstaat EU, dus ook wij (woonachtig in Aruba), zijn BvdU. Dan moeten
we kunnen meedoen aan EP verkiezingen.
Afdeling: behandeling zaak geschorst, prejudiciele vraag gesteld aan HvJEU.
Hof: Er mogen wel voorwaarden worden gesteld aan dat kiesrecht, maar het beginsel van
gelijke behandeling staat er evenwel aan in de weg dat de gekozen criteria meebrengen dat
onderdanen die zich in vergelijkbare situaties bevinden, zonder objectieve rechtvaardiging
ongelijk worden behandeld.
Dus: kiesrecht EP komt ook aan inwoners van Aruba toe.
Heeft geleid tot wijziging van onze kieswet
Arrest Rottmann
Al zegt het HvJEU in elke zaak waarin het gevraagd wordt uitleg te geven aan BvdU, begint
het steevast met een overweging waarin het zegt: bepalen van de voorwaarden tot verkrijgen
van of verloren gaan van staatsburgerschap, is aangelegenheid die bij uitsluiting de
nationale lidstaten toekomt. Dus zij mogen bepalen wanneer iemand als staatsburger kan
worden gezien.
Hof: Stelt hier wel zekere grenzen aan, aan vrijheid lidstaten om te bepalen wie als
staatsburger kan worden beschouwd.
In deze zaak: Rottmann was een man van Oostenrijks staatsburger. Hij werd verdacht, Sr
onderzoek, vanwege fraude. Fraude in de uitoefening van zijn beroep. Hij besloot te
emigreren naar Duitsland. Vestigde zich in Beiern. Vroeg daar bij de deelstaat de Duitse
nationaliteit aan. Hij verzweeg dat tegen hem een Sr onderzoek in Oostenrijk liep. Dus hij
kreeg de Duitse nationaliteit. Gevolg van toekennen van een andere nationaliteit op vrijwillige
basis (art 15 RWN = vrijwillige aanvaarding = verval NL), is verval Oostenrijkse nationaliteit.
Op enig moment meldt Oostenrijks OM zich bij Beiern met mededeling dat er een Sr
procedure zal worden gestart tegen Rottmann. Dat is voor Duitse autoriteiten aanleiding om
die naturalisatie met terugwerkende kracht in te trekken, want zo zeggen Duitse instanties,
Rottmann heeft verzwegen dat er Sr onderzoek tegen hem liep. Gevolg daarvan: geen
Oostenrijks staatsburger meer, ook geen Duitse meer, hij is staatloos. Daarmee dus ook
geen BvdU meer. Daar komt het recht van de EU in beeld. Want kan dat zomaar? Dat is dus
de vraag die aan Hof werd voorgelegd
Hof: Bepalen van de voorwaarden waaronder iemand nationaliteit kan krijgen, is
bevoegdheid van lidstaat zelf. Unierecht, met name art 17 EG (=art 20 VWEU), verzet zich er
niet tegen dat een lidstaat de door naturalisatie verkregen nationaliteit van die lidstaat van
een BvdU intrekt wanneer deze door bedrog werd verkregen, mits deze intrekkingsbeslissing
in overeenstemming is met evenredigheidsbeginsel.