Hoorcolleges Inkomstenbelasting
Wettenbundel uit 2013 meenemen naar de herkansing!
Winst uit onderneming wordt niet behandeld in tentamen.
Hoorcollege 1
Heffing IB: waarom en hoe?
Waarom: financiering overheidsuitgaven
Hoe: draagkrachtbeginsel ‘sterkste schouders dragen de zwaarste lasten’.
- rekening houden met persoonlijke omstandigheden
- progressief tarief – hoe hoger het inkomen, hoe hoger het tarief.
Wet IB 2001
Analytische inkomstenbelasting
- onderscheid naar aard van inkomsten
- boxensysteem
- elke box heeft eigen regime; vaststelling inkomsten en tarief
- inkomsten uit vermogen bestaat niet meer
Heffingskorting
IB; algemeen
Er moet sprake zijn van een bron van inkomen.
Deelname aan het economisch verkeer – er moet arbeid verricht worden in het economisch
verkeer.
Voordeel beogen – subjectieve criterium.
Voordeel redelijkerwijs verwachten – objectieve criterium (hier wordt het meeste nadruk op
gelegd).
Bestaat uit 11 hoofdstukken:
1. Algemene bepalingen;
2. Raamwerk;
3. Heffingsgrondslag bij werk en woning;
4. Heffingsgrondslag bij aanmerkelijk belang;
5. Heffingsgrondslag bij sparen en beleggen;
6. Persoonsgebonden aftrek;
7. Belastingheffing bij buitenlandse belastingplichtigen;
8. Heffingskortingen;
9. Wijze van heffing;
10. Aanvullende regelingen;
11. Slotbepalingen.
,Algemene bepalingen (1)
Wet IB bestaat uit 11 hoofdstukken.
Partnerregeling (art. 5a AWR en art. 1.2 IB)
Definities (art. 1.4 t/m 1.7 IB)
Raamwerk (1)
Aanwijzing belastingsubjecten (art. 2.1 IB) – wie moet er betalen?
- binnenlandse belastingplichtigen –
inwoners van NL; feitelijke beoordeling. Wordt belast voor het totale inkomen.
- buitenlandse belastingplichtigen – wordt feitelijk beoordeeld; alleen belast voor
wat in NL verdiend wordt. Ook art. 2.5 IB (opteren voor binnenlands) belangrijk – gaat
echter wel verdwijnen. Ook in art. 2.6 IB is een keuzerecht geregeld voor personen
die hier werken maar voor hier (NL) verworven zijn (30% (wordt niet belast) regeling) -
specifieke kennis die hier schaars is. Dus beperkte binnenlandse belastingplicht.
Aanwijzing belastingobjecten (art. 2.3 IB) – waar wordt over geheven?
- belastbaar inkomen uit werk en woning (box 1)
- belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2)
- belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (box 3)
Raamwerk (2)
Berekening IB (art. 2.7 IB)
- totaal belasting box 1, 2 en 3 – wordt dus bij elkaar op geteld.
- verminderd met heffingskorting (alléén voor hen die het hele jaar binnenlands
belastingplichtig zijn). Heffingskorting ziet dus niet op bepaald bestanddeel.
Conserverende aanslag (art. 2.8 en 2.9 IB)
Speelt vooral bij de combinatie van emigratie en:
- pensioen- en of lijfrenteverzekering
- KEW
- AB
Tarieven
- box 1: schijventarief (art. 2.10 en 2.10a IB)
- box 2: 25% (art. 2.12 IB)
- box 3: 30% (art. 2.13 IB)
Raamwerk (3)
Toerekeningsregels
Tussen en binnen de belastbare inkomens (art. 2.14 IB)
- volgorde in de wet – eerste box gaat voor wanneer iets zowel gekwalificeerd kan worden als
winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden gaat eerste genoemde voor.
(lid 1 en 2)
- regeling voor schulden waarvan rente niet aftrekbaar is (lid 3) – bedrag schulden nog
, aftrekbaar in box 3.
- voorkoming oneigenlijk gebruik box 3 (lid 3) – bijv. bij box 2 en 3
Afgezonderd particulier vermogen (art. 2.14a IB)
Inkomstensbestanddelen minderjarig kind (art. 2.15 IB)
Aan ouder die het gezag uitoefent worden toegerekend:
- ROW, inkomsten uit EW, inkomsten uit AB en inkomsten box 3
Tussen partners (art. 2.17 IB) – toerekening inkomensbestanddelen partners
Raamwerk (4)
Verzamelinkomen (art. 2.18 IB)
Het totaal van het belastbaar inkomen in box 1, 2 en 3.
Totaal van inkomsten in box 1, 2 en 3;
Speelt o.a. rol bij:
- de bepaling bij niet-aftrekbare drempels bij persoonsgebonden aftrekposten
- sommige heffingskortingen.
Belastbaar inkomen uit werk en woning (box 1)
Art. 3.1 IB: belastbaar inkomen uit werk en woning is het inkomen uit werk en woning verminderd
met de te verrekenen verliezen uit werk en woning (lid 1)
Inkomen uit werk en woning is (lid 2):
- Belastbare winst uit onderneming;
- Belastbaar loon;
- Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden;
- Belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen;
- Belastbare inkomsten uit eigen woning;
- Negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen;
- Negatieve persoonsgebonden aftrekposten
MINUS
- Aftrek wegens geen of geringe eigen woning schuld;
- Uitgaven voor inkomensvoorzieningen;
- Persoonsgebonden aftrek
Belastbare winst uit onderneming (1)
Begrip ‘onderneming’ niet in de wet IB gedefinieerd. Klassieke definitie:
‘Een duurzame organisatie die erop is gericht met behulp van arbeid en kapitaal deel te nemen aan
het maatschappelijk productieproces met het oogmerk om winst te behalen’.
Onder onderneming is mede te verstaan ‘het zelfstandig uitgeoefende beroep’ (art. 3.5 IB) – bijv.
advocaten.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ave2. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.