100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting alle begrippen van ak €6,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting alle begrippen van ak

 2 keer bekeken  0 keer verkocht

handig overzicht van alle begrippen

Voorbeeld 2 van de 12  pagina's

  • 14 juli 2021
  • 12
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (1611)
avatar-seller
juulwestdijk
Begrippenlijst 5havo
1 WERELD Globalisering
actoren* – Supermarkten, boeren, overheden, consumenten, milieuorganisaties, die
allemaal hun specifieke rol in voedselproductie spelen.
agri-business* – Multinationals die wereldwijd de gehele agrarische productieketen
beheersen, inclusief transport, handel en verkoop aan de consument.
amerikanisering – De verbreiding van de Amerikaanse (westerse) cultuur over niet-
westerse gebieden.
arbeidsmigratie – Verhuizen naar een ander gebied of plaats om daar te gaan werken.
bedrijfsbeëindiging* – Boeren stoppen met hun bedrijf.
biologische landbouw* – Alternatief voor de reguliere landbouw, werkt zonder
chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest.
concurrentie* – De strijd tussen bedrijven om de afzetmarkt.
de-industrialisatie – Proces waarbij de industriële activiteiten in een gebied voor een
belangrijk deel verdwijnen.
dekolonisatie – Proces waarbij de kolonies zelfstandig worden.
diversificatie* – De boer verdient naast de landbouw ook geld aan toerisme, recreatie
en zorg, of natuur (de boer heeft nevenactiviteiten).
exploitatiekolonie – Een kolonie die door het moederland gebruikt wordt als
wingewest. De kolonie wordt door het moederland aan de ene kant gebruikt om
grondstoffen te leveren en dient aan de andere kant als afzetmarkt voor de
producten van het moederland. De kolonisten zijn hier vaak tijdelijk (zie ook
vestigingskolonie).
geografische ligging – Positie van een gebied of land ten opzichte van andere
gebieden of landen.
global shift – Een (mogelijke) verschuiving van het economische en politieke
zwaartepunt in de wereld, bijvoorbeeld van de landen rond de Atlantische Oceaan
naar gebieden rond de Grote Oceaan.
globalisering of mondialisering – Proces waarbij de verwevenheid tussen gebieden en
samenlevingen op aarde toeneemt. Economische globalisering of internationalisering
en culturele globalisering zijn hier twee belangrijke aspecten van.
grondgebonden landbouw* – Landbouw die afhankelijk is van het land voor de teelt
van (voeder)gewassen, weidegang of mestafzet. Dit in tegenstelling tot intensieve
landbouw, zoals bio-industrie of glastuinbouw.
identiteit – Kenmerken die typerend zijn voor een persoon, groep of gebied
(streektaal, cultuur, landschap).
industrialisatie – Proces waarbij de industriële sector een steeds belangrijkere plaats
in de samenleving inneemt.
informatie- of communicatietechnologie – Alle technieken die het mogelijk maken
informatie van het ene punt naar het andere punt te verspreiden.
inkomenssubsidie* – Een bedrag per hectare voor boeren die duurzaam en
verantwoord werken, omdat dit minder oplevert.
intensivering* – Hierbij probeert de boer een grotere opbrengst per hectare, per dier
en per arbeider te behalen. Vaak is schaalvergroting het gevolg.
internationale arbeidsverdeling (nieuwe) – De manier waarop tegenwoordig de
agrarische, industriële en dienstverlenende activiteiten in het wereldsysteem
verdeeld zijn.
landschappelijke kwaliteit* – De aantrekkelijkheid van het landschap.
lingua franca – De voertaal in een gebied waar meerdere talen gesproken worden. Op

, wereldschaal is dat het Engels.
megastad – Een stad met meer dan 10 miljoen inwoners.
mondiaal netwerk – Zie netwerk.
multinationale onderneming (mno) – Groot bedrijf met vestigingen in meerdere landen.
netwerk – Verbinding tussen gebieden en landen op economisch, politiek en sociaal-
cultureel terrein. Het kan een netwerk zijn tussen twee landen (transnationaal
netwerk) of een wereldwijd (mondiaal netwerk).
productieketen – De route die een product aflegt van idee of grondstof tot dienst of
eindproduct.
productiekosten* – Kosten voor grond, arbeid en kapitaal.
productiesubsidies* – Een toeslag op de marktprijs die de boer krijgt, zodat hij meer
gaat
produceren.
protectie* – Maatregelen die een land treft om een economische sector te
beschermen, bijvoorbeeld de landbouw.
schaalvergroting* – Proces waarbij er steeds minder, maar wel grotere bedrijven zijn.
specialisatie* – De boer richt zich maar een of enkele producten, veelal
kennisintensieve
teelten zoals in de tuinbouw, of op biologische productie.
tijd-ruimtecompressie – Proces waarbij de relatieve afstand tussen plaatsen door de
moderne transport- en informatietechnologie daalt.
transnationaal netwerk – Zie netwerk.
transporttechnologie – Technische voorzieningen die samenhangen met vervoer van
goederen en mensen.
triade (triadisch netwerk) – Het geheel van verbanden tussen de drie belangrijkste
economische machtsblokken (VS, Japan, EU) in de wereld.
verduurzaming in de landbouw* – Meer milieu- en diervriendelijke productie die aan
bepaalde kwaliteitseisen voldoet.
vestigingskolonie – Een gebied waar kolonisten zich blijvend vestigen. Zij bouwen het
gebied opnieuw op, vaak naar het voorbeeld van het moederland. De meeste
vestigingskolonies behoren nu tot de rijkere landen in de wereld (zie ook
exploitatiekolonie).
vrijemarkteconomie – Economisch systeem waarbij bedrijven bepalen wat waar
geproduceerd wordt. De prijs komt tot stand door vraag en aanbod en de rol van de
overheid is gering.
vrijhandel – Handel waarbij zo weinig mogelijk handelsbelemmeringen zoals
invoerrechten bestaan.
Wereldhandelsorganisatie (WTO) – Overlegorgaan waarin ruim 140 landen
wereldhandelsverdragen vastleggen, met als doel liberalisering van de wereldhandel.
wereldstad – Een grote stad die voor een deel van de wereld belangrijk is als
economisch, politiek en cultureel centrum.
WTO – Wereldhandelsorganisatie (in het Engels: World Trade Organisation).
zakelijke en financiële dienstverlening – Dienstverlening door particuliere bedrijven, dus
niet door overheidsdiensten.
zelfvoorzieningsgraad* – De verhouding tussen productie en consumptie (een
zelfvoorzieningsgraad van 200% betekent dat er twee keer zoveel geproduceerd
wordt dan geconsumeerd).
Begrippenlijst 5havo
2 AARDE Endogene en exogene processen

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper juulwestdijk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 48072 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd