-
Studentnaam:
Studentnummer:
Naam LWG docent:
Naam stagedocent:
Modulenaam:
Datum:
Stage:
Afdeling:
..
Hogeschool
Windesheim
,Inhoudsopgave
1. Inleiding.................................................................................................................................................................... 2
1.1 Pico..................................................................................................................................................................................3
1.2 Probleemanalyse.............................................................................................................................................................3
1.3 Vraagstelling en deelvragen............................................................................................................................................3
Door middel van het literatuuronderzoek aan de hand van EBP (evidence-based practice) wordt er antwoord gegeven
op de vraag: Hoe zetten we als verpleegkundigen niet-farmacologische interventies ter preventie om de incidentie van
delier bij ouderen te verlagen op de afdeling chirurgie?.......................................................................................................3
2. Methoden & technieken............................................................................................................................................ 3
2.1 Dataverzamelingsmethoden...........................................................................................................................................3
3. Resultaten literatuurstudie........................................................................................................................................ 4
3.1 Cliëntperspectief..............................................................................................................................................................4
3.3 Wetenschappelijk bewijs.................................................................................................................................................5
4. Discussie en conclusie................................................................................................................................................ 7
5. Aanbeveling............................................................................................................................................................... 8
Aanbeveling 1........................................................................................................................................................................8
Aanbeveling 2........................................................................................................................................................................8
6. Uitvoering volgens de PCDA en evaluatie................................................................................................................... 9
Literatuurlijst............................................................................................................................................................... 11
Bijlagen....................................................................................................................................................................... 12
Bijlagen 1: Zoekstrategie.....................................................................................................................................................12
Bijlage 2: interview vragen..................................................................................................................................................13
Bijlagen 3 enquête en antwoorden.....................................................................................................................................13
Bijlage 4: Beoordelen van wetenschappelijk artikel............................................................................................................20
1
, 1. Inleiding
Mijn stage vindt plaats in het Isala Ziekenhuis in Zwolle op de afdeling vaatchirurgie. Patiënten worden
opgenomen met verschillende chirurgische ingrepen zoals maag/darm/lever chirurgie, vaatchirurgie en
plastische chirurgie. Er worden kleine chirurgische ingrepen verricht zoals een liesbreuk, galblaas, talgklier,
vetbulten, spataderen tot hoog complexe ingrepen. Ook traumazorg bij ongevallen, behandeling bij
vaatziekten, complexe kijkoperaties in de buik en oncologische zorg bij kanker (Isala, zd). De meest
voorkomende verpleegkundige diagnoses op de afdeling zijn: risico op vallen, risico op decubitus, risico op
infectie, risico op delier, vertraagd postoperatief herstel, misselijkheid, acute pijn, verminderde mobiliteit,
incontinentie en zelfzorgtekort: (wassen en toiletgang), een matige vochtbalans, angst en machteloosheid
De oorsprong van de zorgvragen komt voornamelijk vanuit het optimaal herstellen na de operatie. De
patiënten ontvangen de zorg met als doel om te revalideren en hierdoor de kwaliteit van leven te kunnen
bevorderen. Het doel vanuit Isala is dat wij ons inzetten voor het optimaal herstellen, handhaven en
versterken van kwaliteit van leven van mensen (Isala, z.d.).
De visie van de afdeling chirurgie in Zwolle bestaat uit dat zorg op maat wordt geleverd en de patiënt centraal
staat. De menselijke maat behouden wordt, aandacht is voor de eigen verantwoordelijkheid van de
medewerkers, maar ook aandacht is voor de noodzaak van scholing en ontwikkeling van de medewerkers, er
wordt gebruikt gemaakt van de talenten van medewerkers, de kwaliteit van zorg hoog in het vaandel staat,
innovatieve ideeën tot ontwikkeling komen en bieden een veilig werkplan (isala, instructiemap, zd). Mijn eigen
visie op de zorg is het richten van aandacht op de patiënt als persoon en zijn mogelijkheden. Als
verpleegkundige vind ik het belangrijk om naar de patiënt te kijken in het geheel en me niet te beperken naar
de aandoening of ziekte. Het niet aannemen maar doorvragen om een goed beeld te krijgen van de situatie
maar ook de patiënt. Een patiënt moet gezien worden als een holistische eenheid, een psychosomatisch en
sociaal wezen. Het is een uniek persoon die ook als unicum ‘behandeld’ moet worden; dit kan d.m.v.
patiëntgericht verplegen en door uit te gaan van het individu, met zijn eigen wensen en behoeften (Vos, 2017).
Door de vergrijzing zien bijna alle ziekenhuisafdelingen een stijging van het percentage oudere patiënten. Ze
hebben een hoog risico op functieverlies en complicaties zoals delirium, ondervoeding en vallen. (Habets et al.,
2016). Ouderen die worden opgenomen in het ziekenhuis hebben verhoogde kans op een delier. Delier is een
veelvoorkomend en complex ziektebeeld. Een delirium of delier wordt gekenmerkt door een acuut verstoord
bewustzijn ten gevolge van een somatische aandoening, intoxicatie en/of onthouding van een (genees)middel.
Een delirium is abrupt in plaats van sluipend begin, veranderd bewustzijnsniveau en heeft een fluctuerend en
reversibel beloop (van Deth, 2017). Er wordt aangenomen dat er verschillende processen op hersenniveau
zoals zuurstoftekort, ontstekingsreactie, verstoring van balans van neurotransmitters een delier kunnen
veroorzaken. Vooral een tekort aan neurotransmitters acetylcholine en een overschot aan dopamine lijken
karakteriseren gedragsveranderingen te veroorzaken die gezien worden. Ook verandering in melatonine
spiegels door veranderingen in slaap-waakritme zou een rol kunnen spelen in pathofysiologie van delier
(Gemert et al, 2016). Het boek Psychiatrie hoofdstuk 19 Neurocognitieve stoornis beschrijft dat een delier
door de volgende somatische aandoeningen veroorzaakt kunnen worden; verstoorde waterhuishouding, lucht
en urineweginfecties, endocriene stoornissen, nier en leverfunctiestoornissen, cardiovasculaire aandoeningen,
cerebrovasculaire aandoeningen, hersentrauma/tumor, urineretentie, obstipatie maar ook een epileptisch
insult. Maar ook gebruik van medicatie zoals benzodiazepinen, opioïden of analgetica etc. kunnen een delier
uitlokken (van Deth, 2017). Een delirium kan zich op iedere leeftijd voordoen, maar vooral oudere, lichamelijke
patiënten of patiënten die een chirurgische ingreep hebben ondergaan zijn er kwetsbaar voor. Volgens
schattingen maakt ongeveer 10-40 van de (veelal oudere) patiënten op de chirurgische afdeling een delirium
voor. Daarnaast heeft een delier en slechtere prognose wat betreft volledig herstel, levensverwachting,
opname in een zorginstelling of cognitieve achteruitgang (van der Kroon & Vink, 2018). Om deze redenen is
het belangrijk om een delier te voorkomen. Veel verpleegkundigen zijn zich bewust van een delier en de DOS-
schaal (Delirium Observatie Screening) wordt veelvuldig gebruikt door verpleegkundigen en interventies
worden ingezet bij een delier (Gemert et al, 2016). Maar dan heeft de patiënt al een delier met alle gevolgen
van dien. Zijn er mogelijkheden om een delier te voorkomen en wat zegt de literatuur hierover. Hoe zetten we
2