Probleem 7
1. Hoe zie je de wetenschap vd criminologie terug in politiek?
2. Hoe gebruikt de politiek de criminologische wetenschap in zijn / haar
beleid?
En hoe heeft die dat gebruikt? (nazi's en Sovjet-unie)
3. Wat betekent dit voor de maatschappelijke en politieke rol vd
criminologie?
TOEVOEGINGEN: gebruik leerdoelen beetje als richtlijn, baseer je op
literatuur.
Omdat we de leerdoelen alleen als richtlijn moesten gebruiken, ben ik
vooral uitgegaan van de literatuur. Het was ook lastig om te bepalen wat
onder welk leerdoel viel
1. Hoe zie je de wetenschap van de criminologie terug in de politiek?
Wichmann
Bron: Wichmann, C. (1920). Misdaad, straf en maatschappij, in C.
Wichmann, Misdaad, straf en maatschappij (pp. 28-53). Utrecht:
Bijleveld.
Rond 1830 ontdekte Quetelet misdaad niet alleen te maken kon hebben
met willekeurige, individuele, maar met maatschappelijke verschijnselen.
Dit was het begin van een deterministische beschouwing van de misdaad.
In verloop van de 19e eeuw kwam er een nadere uitwerking van de
deterministische beschouwing:
- Italiaanse school (Lombroso): nadruk op anatomische,
physiologische en psychologische afwijkingen, die volgens zijn
onderzoek bij elke misdadiger te vinden waren
- Franse school (Lacassagne): samenhang van criminaliteit met
maatschappelijke misstanden (iedere maatschappij heeft de
misdadigers die zij verdient)
Men moet bij het onderzoeken van criminaliteit niet alleen naar de
individuele situaties kijken, maar ook naar de massale verschijnselen:
- De samenhang van criminaliteit met het jaargetijde (toename van
eigendomsmisdrijven in de winter, meer van mishandelingen in de
zomer)
- In de kapitalistische samenleving komen de misdadigers vooral uit
de armste lagen (proletariaat) van de samenleving
- De stijging van criminaliteit tijdens crisis. Na en tijdens WOI is de
criminaliteit verdriedubbeld, terwijl de mensen hetzelfde waren
gebleven (geen andere generatie). Er is dus een verandering in de
mate van criminaliteit bij een maatschappelijke verandering
(beroepscriminaliteit, gewoontecriminaliteit).
De mate van criminaliteit stijgt of daalt naar gelang van de
maatschappelijke chaos of de betrekkelijke welstand en economische
gelijkheid. Daarom zal er nooit een misdaad loze maatschappij zijn. Zonde
,is er altijd geweest en zal er altijd blijven, maar massale criminaliteit is er
niet altijd geweest en hoeft er niet altijd te zijn.
Men gaat niet alleen door de omstandigheden misdaden plegen, maar
doordat de omstandigheden op een bepaalde wijze op hen inwerken,
bepaalde remmingen in hen verzwakken of opheffen, en andere
eigenschappen of begeerten in hen versterken.
Een samenwerking van aanleg en omstandigheden brengt de mens
tot een bepaalde daad of levenswijze. Daarom komt onder dezelfde
omstandigheden de één wel en de ander niet tot beroepscriminaliteit
niet omdat het alleen door de aanleg komt, maar omstandigheden hebben
op iedereen andere uitwerkingen.
Mensen hebben de oorzaken van criminaliteit dus voor een deel in
eigen macht. Als er een einde komt aan een ellendige situatie dan:
- Vervalt of vermindert de inwerking van nood en verwildering op de
mens
- Eindigt de invloed van de maatschappij op mensen met een sterke
aanleg voor beïnvloeding
- Zouden mensen met een abnormale aanleg gered kunnen worden
Het kapitalisme is een bron van steeds nieuwe misstanden, zodat het
onmogelijk wordt om de mensen hierin op een gelijke goede manier op te
voeden.
Tegenwoordig kunnen we ons meer richten op de misdaad in zijn
individualiteit en op zijn algemeenheid. Misdaad is veranderlijk, maar in
bepaalde opzichten ook niet. Er zullen bijv altijd psychopaten en
passiemoordenaars blijven. Zulke factoren zijn wel blijvend. Beroeps – en
gewoontecriminaliteit ontstaan daarbij wel bij verschillende bepaalde
economische voorwaarden en zijn dus gebonden. Ook kunnen nieuwe
vormen van criminaliteit opkomen.
Na de Franse revolutie verplaatste de aandacht van de daad naar dader:
niet de daad maar de dader moet bestraft worden
3 vormen van misdaad:
- Criminaliteit die direct of indirect gevolg is van economische
wanverhoudingen
o Vaak een onbewuste, primitieve en chaotische reactie van
tekortkomingen. Ze nemen een klein deel terug van wat hun
en hun klassegenoten onthouden is.
o Zal alleen verdwijnen als de oorzaak (huidige productiewijze)
wordt vervangen. Collectief bezit
- Criminaliteit van hen die zich openlijk en principieel tegen het
huidige stelsel richten
o Misdadigers voor het hedendaags positief recht.
o Bijv. politieke en economische revolutionairen,
dienstweigeraars, ketters
- Misdadigers met een min of meer asociaal karakter, die een
bedreiging vormen voor menselijke waarden en normen.
, o Dit zijn mensen die in geestelijk opzicht defect zijn.
De eerste twee soorten criminaliteit konden worden tegengegaan door
hervorming van de samenleving en het systeem. De laatste soort kon
worden beholpen met het organiseren van instellingen
Straf
De straf staat niet los van maatschappij en cultuur. Wanneer deze
veranderen, verandert ook de houding van de maatschappij tegenover
misdaden. De strafopvattingen zijn in sterke mate afhankelijk van de
levensbeschouwing in het algemeen, en in het bijzonder van de opvatting
over verantwoordelijkheid, schuld en rechtvaardigheid.
Men mag nooit de rechter spelen over een ander. Naar het beginsel van
gerechtigheid wordt ieder berecht gelijk naar zijn gepleegde daad. De
vergeldingsstraf is al lang van deterministische zijde bestreden. De
aanleg staat namelijk al vast (=deterministisch), maar of het tot uiting
komt is afhankelijk van de maatschappij. Zij wilde in plaats daarvan de
doelstraf. Geen ‘straf’, maar leed dat opzettelijk wordt toegebracht om in
de toekomst misdaden te verhinderen. Deze doelstraf is op drie manieren
denkbaar: als afschrikking, onschadelijkmaking of verbetering.
De afschrikkingsstraf gebruikt den mens als middel. Dat geldt in het
bijzonder voor de generale preventie: wordt dan één mens gestraft, opdat
anderen bepaalde feiten nalaten zullen.
Het is belangrijk om te weten dat individuele wandaden niet helemaal
kunnen worden gestopt, ondanks een perfect maatschappelijk systeem
(denk hierbij aan psychopathische misdadigers, passionele misdaden,
gelegenheidsmisdaden). Wel kunnen we concluderen dat massale
criminaliteit voorkomen kan worden en dus niet altijd hoeft plaats te
vinden
Conclusie: de samenleving moet worden aangepakt i.p.v. de dader
Bron: Weringh, J. van (1986). De afstand tot de horizon:
Verwachting en werkelijkheid in de Nederlandse criminologie.
Amsterdam: De Arbeiderspers.
Haar bezwaar tegen de sociaal-democratische theorie is dat zij een te
beperkte visie hebben op het verband tussen socialisme, criminaliteit en
strafrecht. het is onvolledig om te denken dat in een volgroeide
socialistische samenleving de factoren voor misdaad sterk gereduceerd
wordt en de klassejustitie moet worden afgeschaft.
Wichmann denkt dat een andere samenleving niet alleen mogelijk is, maar
ook aanstaande. Als mensen maar door goed onderwijs inzien dat ze met
de verkeerde begrippen zijn opgegroeid. Ze gelooft in de
veranderingsgezindheid van de mens en, net als Bonger, in de kansen