Probleem 5
Leerdoelen:
1. Wat is voorarrest en wat zijn de voorwaarden?
2. Wat zijn de alternatieven? (+ artikel)
Bronnen:
- Grondslagen 8.3.4 + 8.3.5 + 8.3.6
- Boone, Jacobs & Lindeman – Alternatieven voor voorlopige hechtenis in Europa en
Nederland: de advocaat als onterechte sleutelhouder
Leerdoel 1 Wat is voorarrest en wat zijn de voorwaarden?
Ophouden van onderzoek
Verdachte wordt overgebracht naar een plaats waar hij kan worden verhoord. Daarnaast
kan het noodzakelijk zijn om onderzoek te doen naar de identiteit van de verdachte
wanneer die nog niet bekend is, bijv. vingerafdrukken en foto’s van de verdachte nemen.
Het verhoor en de identificatie zullen tijd in beslag nemen. Een apart dwangmiddel is dan
ook het ‘ophouden voor onderzoek’ (art. 56a Sv).
De wet geeft aan hoe lang dit ophouden maximaal mag duren. Volgens art. 56a lid 2 Sv
bedraagt deze termijn 9 uur als de veracht wordt verdacht van een strafbaar feit
waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten en 6 uur wanneer hij van een ander
strafbaar feit wordt verdacht. De tijd tussen 12 uur ’s nachts en 9 uur ’s morgens telt niet
mee. In die tijd wordt het onderzoek geacht te worden onderbroken. Dat gebeurt in de
meeste gevallen ook (is dit niet het geval, dan loopt de tijd gewoon door).
Wanneer deze tijd niet toereikend blijkt te zijn om de verachte ook te identificeren, mag
de ophouding verlengd worden met 6 uur (art. 56b Sv). Dat is alleen toegestaan wanneer
het gaat om verdenking van een feit waarvoor voorlopige hechtenis niet is toegelaten.
Wanneer voorlopige hechtenis wel is toegelaten, zal de (hulp)officier van justitie de
verdacht in verzekering kunnen stellen (art. 57 Sv).
De termijn voor ophouden voor onderzoek begint pas wanneer de (hulp)officier van
justitie het bevel heeft gegeven tot ophouden voor onderzoek. Hij zal dit bevel geven
nadat hij de verdachte heeft verhoord.
Tijdens het ophouden voor onderzoek zal de verdachte worden verhoord door de politie.
Daarnaast kan hij worden onderworpen aan ‘maatregelen in het belang van het
onderzoek’, maar alleen als hij wordt verdacht van een misdrijf als bedoeld in art. 67 lid 1
Sv (art. 61a lid 2 Sv). Die maatregelen kunnen gericht zijn op vaststelling van zijn
identiteit (als dat nog niet is achterhaald), maar hebben meestal als doel vaststellen of de
verdachte betrokken is geweest bij een strafbaar feit (bijv. een confrontatie met als doel
de verdachte te laten herkennen door getuigen, onderzocht op schotresten en afdrukken
maken van zijn handpalmen en schoenzolen; art. 61a lid 1 Sv). Hiervoor is in beginsel het
bevel van de OvJ vereist (art. 62a lid 1).
Inverzekeringstelling
Na ophouding voor onderzoek is inverzekeringstelling het 2 e vrijheidsbenemende
dwangmiddel. De (hulp)officier van justitie beslist of dit noodzakelijk is. Als het in het in
belang van het onderzoek noodzakelijk is, dan beveelt hij de inverzekeringstelling (art. 57
Sv). In de meeste gevallen komt een verdachte weer vrij na verhoor.
De verblijfplaats van de verdachte verandert meestal niet; meestal wordt de
inverzekeringstelling ondergaan in het politiebureau. Bij uitzondering kan dit ook in een
huis van bewaring ten uitvoer worden gelegd.
Inverzekeringstelling slechts toegestaan:
, 1. ‘In het belang van het onderzoek’ (bijv. als een verdachte sporen van het strafbare
feit zou kunnen uitwissen, uitvoeriger verhoor noodzakelijk blijkt of als de
verdachte mogelijk zou vluchten = collusiegevaar).
2. Geval waarin voorlopige hechtenis is toegelaten (art. 58 lid 1 Sv). Dat betekent
dat een geval als bedoeld in art. 67 lid 1 of 2 Sv zich moet voordoen.
Het bevel tot inverzekeringstelling is maximaal 3 dagen van kracht. Hierna is het bij
dringende noodzakelijkheid mogelijk dit met dezelfde periode te verlengen (art. 58 lid 2
Sv). Alleen de officier van justitie mag daartoe beslissen. In dat geval moet de verdachte
binnen 3 dagen en 18 uur voor de rechter-commissaris worden geleid (art. 59a Sv). Deze
moet beoordelen of de inverzekeringstelling wel rechtmatig is (art. 59a lid 5 Sv). Is dit
niet het geval (bijv. onvoldoende verdenking of geen sprake van strafbaar feit met
voorlopige hechtenis), dan zal de verdachte direct op vrije voeten moeten worden gesteld
(art. 62 Sv).
Als het noodzakelijk is, kan de verdachte ook tijdens de inverzekeringstelling worden
onderworpen aan maatregelen in het belang van het onderzoek (art. 62 Sv).
Waarom rechter-commissaris erbij? Waarom is OvJ niet genoeg om te beslissen?
- Onpartijdige rechter
- Maar vooral art. 5 lid 3 EVRM
Voorlopige hechtenis
Na de inverzekeringstelling kan langere vrijheidsbeneming noodzakelijk zijn: voorlopige
hechtenis. Dit kan bestaan uit bewaring, gevangenhouding en gevangenneming (art. 133
Sv). De inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis samen is voorarrest.
Bewaring en gevangenhouding zijn chronologisch: alleen de in bewaring gestelde
verdachte kan worden gevangengehouden. De niet in bewaring genomen verdachte kan
wel, wanneer hij is verschenen tijdens het onderzoek ter terechtzitting, worden
gevangengenomen door de rechtbank (art. 65 lid 2 Sv).
Wanneer de officier van justitie noodzakelijk acht de verdachte langer vast te houden, zal
hij (voordat de termijn van inverzekeringstelling eindigt) bij de rechter-commissaris
vorderen dat deze de bewaring beveelt (art. 63 lid 1 Sv). Voor langere vrijheidsbeneming
dan inverzekeringstelling is dus een rechter vereist.
Inverzekeringstelling = bevel OvJ
Bewaring = bevel RC
Voordat de rechter-commissaris de vordering toewijst, moet hij de verdachte horen (art.
63 lid 3 Sv) de rechter kan de vordering ook afwijzen (art. 63 lid 2 Sv) (bijv. als hij
onvoldoende aanleiding ziet).
Zowel voor de bewaring als voor de gevangenhouding moet worden voldaan aan 4
voorwaarden:
1. Er moet sprake zijn van een geval waarin voorlopige hechtenis is toegelaten (art.
67 lid 1-2 Sv).
2. Er moeten ernstige bezwaren tegen de verdachte bestaan (art. 67 lid 3 Sv).
3. Er moet sprake zijn van een grond voor voorlopige hechtenis (art. 67a Sv).
4. De periode van vrijheidsbeneming zal bij toewijzing van de vordering tot
voorlopige hechtenis niet langer duren dan de vrijheidsbenemende sanctie die de
rechter naar verwachting op zal leggen (het anticipatiegebod; art. 67a lid 3 Sv)
Bijv. kinderporno staat voorlopige hechtenis open maar als iemand maar
een paar bestanden op zijn laptop heeft, wordt hij waarschijnlijk maar voor
1 dag gevangenisstaf veroordeeld. Dat heeft hij dan in hechtenis gezeten.
(1)Er is volgens art. 67 Sv sprake van een geval waarin voorlopige hechtenis is toegelaten
als het gaat om een strafbaar feit waarop 4 jaar of meer is gesteld of om een specifiek
genoemd strafbaar feit (art. 67 lid 1 Sv) of als het gaat om een feit waarop
gevangenisstraf is gesteld en de verdachte geen vaste woon- of verblijfplaats in
Nederland heeft (art. 67 lid 2 Sv).
Art. 67 Sv
Lid 1 sub a Meer dan 4 jaar
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper evyk2000. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.