Hoofdstuk 1 Doelen bereiken met financiële plannen
Persoonlijke planning begint met de vraag “wat zijn mijn doelen?”.
1. Wanneer wil ik het doel bereiken?
2. Hoe belangrijk vind ik het?
3. Wat kost het?
Indeling van doelen:
1. Noodzaak (hoogste prioriteit bij het invullen van de doelen en dit geldt dus ook bij de toewijzing
van financiële middelen).
2. Streven
3. Wens
Hulpmiddelen om de financiële gevolgen van doelen op een rij te zetten:
1. Het liquiditeitsplan (op welk moment voor welk doel geld beschikbaar moet zijn).
2. Vermogensplan (ontwikkeling van de financieringsbron)
1 De modelconsument
Denkt planmatig na over zijn huishouding
Doelen en handelingen zijn gericht op overleven, voor bestaan en eventuele groei van zijn
huishouding
Heeft helder voor ogen wat zijn doelen zijn, wanneer hij die wilt bereiken en wat het kost
Praktijk laat vaak anders zien: vaak beeld van zijn doelen en prioriteiten
Daarom laten consumenten zich bijstaan door een adviseur
2 Doel en prioriteit
Bij de inventarisatie maakt een consument een lijst van al zijn doelen. Deze moeten meteen worden
ingedeeld naar noodzaak, streven en wens. Zodoende kan de consument bepalen aan welke doelen hij
prioriteit moet geven.
2.1 Noodzaak
Noodzakelijke doelen hebben rechtstreeks te maken met het bestaanszekerheid
Onderdak, kleding, voedsel, water en verwarming
Noodzaak veroorzaakt een dwingend financieel doel
Als dit niet wordt gehaald valt de bestaanszekerheid van de huishouding en zijn deelnemers
weg.
Noodzakelijke doelen spelen op zeer korte termijn (betalen hypotheek)
Noodzakelijke doelen spelen ook op lange termijn (denk aan iemand die over 35 jaar met
pensioen gaat en dan geen inkomen meer uit arbeid ontvangt)
2.2 streven
Streefdoelen zijn gericht op een aangenamer leven dan een bestaan met alleen fysiek
noodzakelijke doel.
Uit vrije wil afzien van inkomsten
Voorbeelden: onderbreken van de loopbaan t.b.v. een studie, opvoeden kinderen, sabbatical
en vervroegd pensioen.
Financieren met behulp van een zelf opgebouwd persoonlijk vermogen
Aanpassen van de streefdoelen betekent niet dat de bestaanszekerheid van de huishouding in
de problemen komt.
2.3 Wens
Wensen liggen op het gebied van luxe
Voorbeelden: nieuwe auto, vakantie, uiteten, geld schenken aan je kinderen.
Het niet behalen van de wensen heeft geen gevolgen voor de streef- en noodzakelijke doelen.
2.4 prioriteit van de doelen
Gewoonlijk geen genoeg financiële middelen om al zijn doelen te realiseren
Eerst noodzakelijke doelen; raken direct het voortbestaan van een huishouden
Daarna de streefdoelen
Als er dan nog financiële ruimte is de wensen
Het is lastig om doelen van een prioriteit te voorzien omdat het zowel een zakelijke als een emotionele
waarde heeft:
Een huis kopen is geen noodzakelijk doel, je kan ook huren.
, Het doen van schenkingen (erfenis) wordt door ouders vaak gezien als noodzaak maar
eigenlijk is het een wens.
3 liquiditeitsplan
Doelen kosten geld en op het moment dat er betaald moet worden, met het geld er zijn. Het geld moet
liquide zijn.
Het liquiditeitsplan geeft aan wanneer de consument het doel zal realiseren en welk geldbedrag
hiermee gemoeid is:
Het is een hulpmiddel (inzicht in de verwachte uitgaven)
Het laat zien of er betalingen in bepaalde periode samenvallen en of dat problemen geeft
Geeft een eerste indicatie van de besparing die nodig is het voor het doel.
4 vermogensplan
Het vermogensplan is een hulpmiddel om te laten zien uit welke bron de consument zijn doel financiert,
en hoe deze bron zich in de tijd ontwikkelt.
Het liquiditeitsplan laat zien wanneer er hoeveel geld nodig is en het vermogensplan geeft de
weg er naar toe aan.
4.1 Persoonlijk vermogen
Is het verschil tussen bezittingen en schulden (verplichtingen) van een huishouding.
Een positief persoonlijk vermogen kan in twee vormen aanwezig zijn en het verschil is de
beschikbaarheid als betaalmiddelen:
1. Liquide middelen (geld)
2. Belegde middelen (vastgoed, aandelen, spaartegoed) moet eerste geliquideerd (omzetten in
geld) worden voordat je er iets mee kan.
Een consument bewaard zijn overschotten (t.b.v. een doel) meestal op een spaarrekening (levert rente
op). In het vermogensplan moet rekening worden gehouden met:
1. Maandelijkse overschotten
2. Loon- en prijsstijgingen
3. Rente op de spaartegoeden
4. Incidentiele inkomsten en uitgaven (geen bonussen, erfenissen e.d.)
4.2 Vreemd vermogen
De financiering van een doel ook plaatsvinden met vreemd vermogen (= geleend van een andere partij).
Annuïteit: je betaald elke maand aflossing + rente. De aflossing wordt maandelijks meer en de
rente minder, hierdoor blijft het maandbedrag gelijk.
4. 3 Vergelijking financieringsvormen
1. De lener is duurder uit i.v.m. de rente die moet worden betaald op het vreemd vermogen
2. De doelen van de spaarder en de lener zijn niet geheel gelijk. De spaarder is bereid 4 jaar te
wachten met de aanschaf van een auto, terwijl de lener de auto nu wil kopen.
3. Een spaarder en flexibeler, kan het geld tussentijds ergens anders aan uitgeven. Een lener
heeft die flexibiliteit niet.
, 2 Doelen financieringen met persoonlijk vermogen
Doelen van een consument om te sparen (waarom spaar je??)
1 Financiële zekerheid
De consument legt een financiële buffer aan om fluctuaties in zijn uitgaven op te vangen.
Deze vorm van sparen staat ook wel bekend als zekerheidssparen, sparen vanuit het
zekerheidsmotief of lastenegalisatie.
Bij deze manier van sparen ontbreekt een vooraf gesteld doel.
Wordt de ene keer besteedt aan uitgaven t.b.v. huishoudelijke apparaten en de andere keer
voor een etentje
2 consumptief doel
Een duidelijke bestedingsdoel voor ogen
Sparen vanuit een doelmotief en doelsparen
Gericht op streefdoelen en wensen
o Streefdoel: Streefdoelen zijn gericht op een aangenamer leven dan een bestaan met
alleen fysiek noodzakelijke doel.
o Wensen: liggen op het gebied van luxe
3 Levensreserve
Is bedoelt om een daling van het inkomen op te vangen
Stoppen met werken i.v.m ouderdom of deeltijd i.v.m opvoeding kinderen
Behoefte aan een financiële reserve waaraan hij de kosten voor levensonderhoud kan
onttrekken.
Sparen vanuit een vermogensmotief of vermogenssparen
Rentenier: Onttrekking < opbrengsten door renten/rendement beleggingen
Interen: Onttrekking > opbrengsten door renten/rendement beleggingen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper vonk_niels. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,98. Je zit daarna nergens aan vast.