Samenvatting Toerisme
H.1 Tourism, geography and geographies of tourism
Na WOII waren er 25 mln mensen die hun land verlieten voor toerisme. In 2007 waren dit 900 mln
mensen. In 2004 ging er $620 mld in om, dit is 9% van de totale wereldhandel. Een geschatte 200 mln
mensen in de hele wereld werken in de toerisme.
Toerisme is daarentegen ook verantwoordelijk voor veel impacts op de fysieke leefomgeving: vervuiling
van lucht en water, verkeerscongestie, fysieke erosie, het verstoren van diersoorten die op de
toeristische plekken leven en de (visual blight) dat het resultaat is van slecht geplande en slecht
ontworpen huizen.
Franklin and Crang (2001):
The tourist and styles of tourist consumption are not only emblematic of many features of contemporary
life, such as mobility, restlessness, the search for authenticity and escape, but they are increasingly
central to economic restructuring, globalization, the consumption of place and the aestheticization of
everyday life.
Traditionele definitie van toeristen en toerisme:
Een persoon die een tour onderneemt (een trip die normaal gesproken ondernomen wordt voor zaken,
plezier of educatie, waarbij degene terugkeert naar het startpunt van de trip, normaal gesproken het
huis).
Het is een tijdelijke locatieverandering van mensen. Toerisme is gebaseerd op vermaak, zaken,
educatie, sociaal contact, gezondheid of religie.
Definitie toerisme World Tourism Organization (WTO), 1994:
De activiteiten van personen die reizen en verblijven in plaatsten buiten hun normale omgeving, niet
langer dan een aangesloten jaar, voor vrije tijd, zaken of andere doelen.
Deze definitie geeft aan dat toerisme internationaal en nationaal kan zijn en het neemt ook de mensen
mee die ergens verblijven voor een deel van de dag.
De ontwikkeling van toerisme was altijd een vorm van ontsnapping, de vraag naar andere ervaringen en
om authenticiteit te vinden. Maar sinds 1980 zijn de grenzen tussen werk en vrije tijd, thuis en ergens
anders, en privaat en publiek vervaagd. Daarom is het moeilijk een precieze definitie te geven van
toerisme.
Zie Figure 1.1 (pag. 8) voor verschillen en overeenkomsten tussen toerisme, recreatie en vrije tijd.
,Er zijn verschillen in het meten van toerisme, de World Travel and Tourism Council (WTCC) meet
toerisme in economische resultaten (GDP, werkgelegenheid, vraag en investeringen in $) en het WTO
telt het aantal aankomsten en vertrekken van de luchthavens, stations, etc.
Problemen in de studie van toerisme
Het in kaart brengen van de aantal toeristen op nationaal level kan problematisch zijn, doordat sommige
landen zelfs de aankomsten van buitenlandse toeristen niet tellen (zie EU). Ook kan het moeilijk zijn om
toerisme als een industrie te zien, omdat het niet altijd over producten en services (accommodaties,
souveniers, etc.) gaat, maar ook om de creatie van ervaring, als aandenken en sociaal contact. Verder is
er te weinig theoretische kennis over toerisme beschikbaar.
Toerist motivatie
De meeste motivatie om te reizen zijn een concept of ‘need’. Er zijn vier componenten in toerist
motivatie: een intellectuele component (verwerven van kennis), een sociale component (sociale
netwerken onderhouden/uitbreiden), een vaardigheid component (waar vaardigheid wordt ontwikkeld)
en een stimulus-ontwijk component (het verlangen los te komen van drukke situaties: rust)
Figure 1.2 (pag. 10) Iso-Ahola’s model of the social psychology of tourism.
Table 1.1 (pag. 11) Examples of ‘inversions’ in tourism.
Figure 1.3 (pag. 12) The travel career ‘ladder’ (relaxation/bodily needs stimulation relationship
self-esteem and development fulfillment)
Toerisme wordt behalve de punten aangegeven op de Travel career ladder een uitdrukking van identiteit.
Een manier om onszelf in de wereld te plaatsen.
Typologieën van toerisme
- Types van toerisme differentiëren (bijv. recreatie en zaken) – het is soms moeilijk 1 reden van
een reis aan te geven, omdat men vaak meerdere doelen heeft in een reis.
- Types toeristen differentiëren – Georganiseerde massatoerist (erg afhankelijk reisindustrie
infrastructuur), recreatie toerist (nieuwe ervaringen zoeken), individuele of small-group toerist
(gedeeltelijk afhankelijk van infrastructuur (zakelijke en recreatieve toeristen)), verkenners
(organiseren hun eigen reis, vaak op plekken zonder massatoeristen en ‘drifters’ (zien zichzelf
niet als toerist maar pioniers). Figure 1.4 (pag. 15) Tourism and tourists: a typological
framework.
- Contrasterende motieven voor reizen.
- Verwachte variaties in impact in ontvangende regio.
- Verwachte verschillen in structurele elementen binnen toerisme (accommodaties, reis en
vermaak) die verschillende categorieën of toerisme creëren.
Figure 1.5 (pag. 17) Structure of the tourist experience
, Mensen gaan in toenemende mate naar plekken waar ze kunnen ervaren wat ze in hun dagelijks leven
ook ervaren. ‘Binnen het rijk van het vertrouwde’. Toch zijn er nog veel reizen die ervaringen geven die
verschillen van het dagelijks leven.
Butler (2004) geeft aan dat er 3 tijdperken van ontwikkeling binnen toerisme zijn:
- Pre 1950: ‘the descriptive era’, studie van toerisme was onbekend met sociale geografie.
- 1950-1980: ‘ the thematic era’, eerste betrouwbare data in toerisme, de eerste connecties
tussen toerisme en de bredere agenda van de geografie (spatial in focus).
- 1980-nu: ‘the era of diversity’, de schaal van toerisme groeide en werd meer divers in zijn
compositie.
3 belangrijke verschuivingen tijdens ‘the era of diversity’:
- ‘cultural turn’ in sociale geografie: verschuiving in hoe plaatsen weergegeven worden, hoe
identiteiten gemaakt worden en hoe consumpties een vorm van culturele uiting werden ipv een
economisch proces.
- Door de ‘cultural turn’ werden de benaderingen tov toerisme relationeler: hoe toerisme
gerelateerd was met plaatsen, mensen, samenlevingen en culturen.
- Het begrip van toerisme werd verrijkt met een nauwere associatie met een aantal nieuwe
kritische en conceptuele posities binnen de sociale geografie en de overige sociale studies:
o Modernity en mobility: door reizen werd het sociale leven en de culturele identiteit
gevormd en hervormd (scapes: het netwerk van machines technologie en infrastructuur
die mobiliteit mogelijk maken, flows: de bewegingen van mensen, goederen, ideeën en
beelden)
o Globalisation: toerisme is een prominente component van het proces van globalisatie
en het is primaire kanaal voor economische en culturele uitwisseling, maar is ook
gevormd door globalisatie door de evoluerende systemen van scapes en flows.
(vervagende grenzen ook belangrijk!)
o New geographies of production en consumption: verschuiving van fabrieken van West-
Europa naar Zuid-Oost Azie. Globalisatie leidt tot een erosie van culturele tradities of
verschillen.
o Consumption and identity: consumptie wordt een primair mechanisme waardoor
mensen hun identiteit en toerisme vormen en projecteren.
o Sustainability: het perspectief van duurzaamheid laat het proces zien hoe de toeristen
de plaatsen die ze bezoeken beïnvloeden.
H.2 Tourism places and the place of tourism: resort development and the popularisation of tourism.
Ontwikkeling van toerisme in met name de kustgebieden en het platteland.
Door het veranderen van de attitudes en motivatie in de moderne wereld wordt toerisme een natuurlijk
onderdeel van het leven in de Westerse wereld. Eerst was toerisme moeilijk, duur, oncomfortabel en
vaak gevaarlijk.