Samenvatting Rechtsfilosofie A
Dubbele taak van de rechtsfilosofie:
- Conceptuele analyse: (verhelderen van begrippen)
o Wat is het recht?
o Wat is de rechtsstaat
- Normatieve analyse: (wat moet ik/wat moeten wij doen)
o Is een bepaalde wet rechtvaardig?
o Welk mensenrecht zou zwaarder moeten wegen wanneer er twee botsen?
o Waarom is het gerechtvaardigd om mensen te straffen bij overtredingen?
Antigone (geschreven door Sofokles)
- Geschreven rond 441 v Chr.
- Veel relevante thema’s
- Focus op spanning tussen natuurrecht en rechtspositivisme
Antigones dilemma
Er is een burgeroorlog in Thede (stad). Twee zonen van de voormalige koning staan aan
verschillende kanten. Polyneices leidt een buitenlandse macht en valt Thede aan. Thede
wordt verdedigt door zijn broer Ethocles. Het conflict eindigt in een duel tussen de broers
waarbij ze elkaar doden. Creon (nieuwe koning) beveelt om het lijk van Polyneices
onbegraven te laten. Antigone ziet zich voor een dilemma gesteld. Moet ze naar het recht
luisteren en accepteren dat haar ene broer niet begraven wordt. Dat kan ze niet accepteren
want de goden bevelen dat de doden begraven worden (niet mogen begraven is voor de
Grieken een grote straf).
Dilemma is dus:
- Creon/positief recht gehoorzamen
- Hogere wet gehoorzamen
Ze besluit haar broer te begraven en wordt betrapt. Hierbij volgt een discussie tussen het
rechtspositivisme en het natuurrecht.
Dialoog die ontstaat:
Creon: En toch waagde je mijn verbod te trotseren?
Antigone: Het was Zeus toch niet die het uit liet gaan. En evenmin heeft het recht van de
onderaardse goden ons mensen ooit met dit gebod belast. Verder vond ik niet dat uw
bevelen zo machtig waren dat zij de ongeschreven godenwetten mochten tarten. U bent een
sterveling, die wetten zijn van alle tijden… Ik wilde de goddelijke wet niet breken uit angst
voor een menselijk verbod, zodat ik voor het gerecht der goden als beklaagde zou komen te
staan.
Antigone beroept zich dus op een hoger recht (het recht van de goden). Als de wet van de
staat niet in overeenstemming is met het hogere recht, hoeft dit dus niet te worden
gehoorzaamd. Antigone heeft dus een natuurrechtelijke visie.
Kenmerken natuurrecht:
- Universeel: overal en altijd geldig, wat de lokale geschreven wetten ook stellen.
- Hogere vorm van recht
- Van nature gegeven (God, de menselijke rede).
- Wil het positieve recht geldig zijn, dan moet het in overeenstemming zijn met het
natuurrecht.
Kenmerken rechtspositivisme
- Geen noodzakelijk verband tussen het gestelde recht en moraliteit.
, - Geldend recht is simpelweg dat wat door legitieme overheid gesteld is.
Creon veroordeeld Antigone ter dood. De zoon van Creon is de verloofde van Antigone en
pleegt zelfmoord. De vrouw van Creon pleegt zelfmoord n.a.v. de dood van haar zoon.
Ondanks dat het de tragedie van Antigone wordt genoemd, is het dus ook de tragedie van
Creon.
De moraal van dit verhaal, die Sofokles (schrijver) wil inpeperen: Creon heeft onrechtvaardig
gehandeld door de wil van de goden te tarten. Het positieve recht moet in overeenstemming
worden gebracht met het natuurrecht. De goden eisen een passende begrafenis. Creon
heeft dit verboden en moet daarvoor de prijs betalen.
Het stuk eindigt dan ook met de volgende woorden:
De gave van het verstand is het kostbaarste bezit voor een gelukkig leven. Wie sterfelijk is
mag nooit uit hoogmoed met een god in het strijdperk treden. Het noodlot straft de trotse
man met zware slagen. Hij leert pas wijsheid in zijn laatste levensdagen.
Waarom Antigone?
- Spanning tussen natuurrecht (Antigone) en rechtspositivisme (Creon)
- Politieke verplichting
- Spanning tussen banden van burgerschap en familiebanden
- Gevaar intens beleefde religiositeit voor stabiliteit van de samenleving (liberale
neutraliteit (komt verderop in samenvatting aan bod))
- Burgerlijke ongehoorzaamheid (wanneer is overtreden van de wet geoorloofd?)(ook
dit komt verderop in de samenvatting nog aan bod).
Het natuurrecht van Thomas van Aquino
Thomas van Aquino:
- 1225 Roccasecca (Koninkrijk Sicilië) – 1274 Fossanova (Kerkelijke Staat)
- (Scholastieke) filosoof, theoloog, heilige
- Synthese van Christelijke theologie en werk Aristoteles
- Hoofdwerk Summa Theologiae
Thomas en zijn tijd (1225-1274)
- Europa komt langzaam uit de middeleeuwen
- Grote economische en culturele ontwikkelingen. Verstedelijking.
- Universiteiten komen op (Bologna, Oxford, Salamanca, Napels).
- Koninkrijk Sicilië kruispunt culturen.
- Keizer Frederik II: Kosmopoliet. Stupor mundi
- Aan universiteit van Napels veel belangstelling voor Aristoteles en zijn Arbabische
commentatoren Averroes/Ibn Rushd (De Commentator) en Avicenna/Ibn Sina.
De tekst in vogelvlucht
- 90: geeft de definitie van wet.
- 95.2: Menselijk wetten zijn alleen wetten voor zover zij van de wet van de natuur
afgeleid zijn. Wijken zij af van de natuurwet dan zijn zij geen wetten, maar
verdorvenheid van de wet.
- 96.4: Op welke wijze kunnen wetten onrechtvaardig zijn?
- 96.6: Mogen we de wet ongehoorzaam zijn?
Definitie van wet
Wat is een wet? (=conceptuele vraag)
Een wet is een bepaalde:
- Afgekondigde: het moet publiek afgekondigd worden, zodat mensen weten wat het is.
- Ordening van de rede: de wet is de leidraad voor toekomstig handelen en maat om
het handelen uit het verleden te beoordelen (wet is zowel regel als maat).
, - M.b.t. het gemeenschappelijke goede: de wet moet gericht zijn op het
gemeenschappelijk belang, dus niet dat van de leider of politiek.
- En afkomstig van hem die de zorg voor de gemeenschap heeft: de wet moet door de
juiste autoriteit worden afgekondigd, dus door de heerser (q. 90a. 4).
- Wetten hebben dwingende kracht: de wetten kunnen worden afgedwongen (q. 96
a.5).
Wil iets een wet zijn dan moet het dus aan de bovenstaande criteria voldoen.
Verschillende soorten wetten (q. 91).
- Eeuwige wet: Gods ordening van de kosmos
- Natuurlijke wet: Eeuwige wet voor ons, voor zover wij deze kunnen kennen
- Menselijke wet: Positieve wetten
- Goddelijke wet: Openbaring (Bijbel)
Volgens Thomas van Aquino kunnen wetten op drie wijzen onrechtvaardig, want
tegengesteld aan het gemeenschappelijke goede, zijn:
1. Onrechtvaardig doel: de bestuurder is niet door het gemeenschappelijk goede
gemotiveerd maar door hebzucht en eer => tirannie
2. Onbevoegde autoriteit (maker): bestuurder maakt een wet die haar bevoegdheid te
buiten gaat.
3. Ongelijke lasten (vorm): lasten van de wet zijn ongelijk over de gemeenschap
verdeeld.
“Dergelijke wetten zijn meer daden van geweld dan wetten”(q. 96 a.4).
4. Tegengesteld aan het goddelijke goede: wetten die dwingen tot afgoderij
bijvoorbeeld.
Thomas van Aquino: Onrechtvaardige wetten zijn geen wetten
“iedere wet [is] tot het gemeenschappelijke welzijn van de mensen geordend en in zoverre
bezit zij de kracht en de aard van wet. Voor zover zij hierin evenwel tekortschiet, heeft zij
geen bindende kracht”(q. 96 a.6).
Welbeschouwd, zijn onrechtvaardige wetten niet eens wetten.
Lex iniusta non est lex. (onrechtvaardige wet is geen wet).
Maar dan binden ze ons ook niet. “Lex [wet] komt immers van ligare [binden], omdat zij tot
handelen bindt” (q. 90 a. I).
Thomas en ongehoorzaamheid
Dus, mogen we onrechtvaardige wetten ongehoorzaam zijn?
Als wij niet verplicht zijn onrechtvaardige wetten te gehoorzamen, dan is het toegestaan ze
te overtreden.
Uitzondering:
“tenzij soms om schandaal of onrust te vermijden, omwille waarvan de mens zelfs afstand
moet doen van zijn recht” (q. 96 a.4).
Maar ook een algemene plicht om wet te gehoorzamen!
- Echte wetten zijn gericht op het gemeenschappelijk goede, dus een algemene plicht
om de wet te gehoorzamen
- Maar in specifieke gevallen kan het volgen van wet het gemeenschappelijke goede
schaden
- Wetgever kan dat, per definitie, niet hebben beoogd, dan is ongehoorzaamheid
toegestaan.
Voorbeeld belegerde stad: Thomas zegt dat er moet worden voorgesteld dat er een wet is
dat de stadspoorten gesloten moeten blijven. Die wet bevorderd in de meerderheid van de
gevallen het algemeen belang (bijvoorbeeld veiligheid). Toch kan het in specifieke gevallen
, nadelig zijn voor de stad. Bijvoorbeeld als sommige burgers die de stad verdedigen
opgejaagd worden en dus niet achter de stadpoort kunnen komen.
“En daarom zouden in een dergelijk geval de poorten geopend moeten worden, in strijd met
de letter van de wet, opdat zij het gemeenschappelijke nut zou dienen waarop de wetgever
bedacht is geweest” (q 96 a. 6).
Hoe zou Thomas van Aquino het handelen van Antigone beoordelen?
Volgens Thomas van Aquino is een onrechtvaardige wet geen wet. Wetten zijn bindende
voorschriften; ze leggen ons bepaalde plichten op. Wanneer een voorschrift eigenlijk niet
eens een wet genoemd kan worden – omdat het voorschrift onrechtvaardig is – dan ontbeert
het dus ook de bindende kracht die typisch is voor wetten. Hieruit concludeert Thomas van
Aquino dat wij niet verplicht zijn om onrechtvaardige wetten (die dus niet echt wetten zijn) te
gehoorzamen.
Thomas geeft verder aan dat wetten op verschillende wijzen onrechtvaardig kunnen zijn. Een
van de wijzen waarop een wet onrechtvaardig kan zijn is in het bijzonder relevant voor de
casus van Antigone: een wet kan onrechtvaardig zijn doordat het strijdig is met het
goddelijke goede. Dit is het geval wanneer wetten gedrag voorschrijven dat direct ingaat
tegen de voorschriften van de goddelijke wetten (zoals we die, in het geval van Thomas, uit
de Bijbel kennen).
Eén interpretatie van Antigone is dat koning Creon een wet uitvaardigt die onrechtvaardig is,
omdat deze iets verbiedt wat de goden juist gebieden: koning Creon verbiedt het begraven
van Polyneices. Deze wet van koning Creon is dus strijdig met het goddelijke goede en
derhalve onrechtvaardig, zouden we met Thomas kunnen stellen. Onrechtvaardige wetten
zijn niet echt wetten en dus hoeven wij ze ook niet te gehoorzamen. Antigones handelen (het
begraven van haar broer tegen het decreet van Creon in) kan dan ook gerechtvaardigd
worden met een beroep op het werk van Thomas van Aquino.
Gustav Radbruch
Bio Gustav Radbruch
- 1921-1923: Minister van justitie in de Weimar republiek voor de SPD.
- Prof. op verschillende Duitse universiteiten
- In 1932: Rechtsphilosophie
- In 1933: Hitler aan de macht en Radbruch mag geen les meer geven.
- In 1945 begon hij weer met lesgeven
- 1946: Gesetzliches Unrecht und übergesetzliches Recht Statutory Lawlesness and
Supra statutory Law
Gustav Radbruch had in zijn vroege werk een vooral rechtspositivistische visie. In zijn latere
werk heeft Gustav Radbruch juist een meer natuurrechtelijke visie.
Vroege werk Radbruch
Radbruch is het niet eens met het antwoord dat rechtswetenschappers geven op de vraag
wat is recht. Want:
- Inductie: beginnen bij de feiten en gaan vanuit daar naar een algemene regel.
- Concept van het recht afleiden uit juridische ‘fenomenen’ (fiscaal recht,
contractenrecht, strafrecht, etc.).
- Wat hebben al die juridische fenomenen gemeen? Dat is het concept ‘recht’.
Dat is volgens Radbruch niet voldoende. Want wat maakt dat we iets als recht herkennen.
Dat kun je niet uit een inductieve methode opmaken, daarvoor is de idee van het recht nodig.
Radbruch vat dit samen in een citaat:
“there can be no doubt as a matter of principle that it is possible by comparing the various
legal phenomena to get the general concept underlying all of them. However, in such a
manner we may only get the concept of law, but we cannot reason it out”.
We zien samenhang, maar weten niet wat wezenlijk is