SAMENVATTING “DE ONTWIKKELING VAN
HET KIND” - VERHULST
1. INLEIDING
Ontwikkeling bestaat uit onomkeerbare veranderingen in de tijd die in een vaste volgorde,
cumulatief en in de richting van grotere complexiteit verlopen.
Drie basisprincipes bij ontwikkeling ;
1. Een vaste volgorde (onomkeerbaar) : kruipen -> lopen
2. Elke fase bevat al het voorgaande (cumulatief)
3. Differentiatie en integratie (grote complexiteit)
(differentiatie = een homogeen geheel wordt verdeeld in delen met verschillende eigenschappen
integratie = het samensmelten van verschillende onderdelen tot één geheel)
Bemoeilijkheden van de ontwikkeling ;
1. De ontwikkeling kan zowel in kwantitatieve (geleidelijke ontwikkeling = continue
verandering) als in kwalitatieve (stapsgewijze ontwikkeling = discontinue
verandering) zin verlopen.
2. De invloed van aanleg of omgeving.
- Ontwikkelingspotentieel individu in de genen
- Ontwikkelingsgeschiedenis van het individu
- Actuele omgevingsinvloeden
3. Het verschil tussen eigenschappen die mensen met elkaar gemeen hebben
(normatieve ontwikkeling) en unieke eigenschappen (individuele ontwikkeling).
4. De individuele ontwikkeling wordt gekenmerkt door zowel stabiliteit als verandering.
5. De veel gehanteerde dichotomie tussen biologische en psychologische oorzaken van
gedrag.
Charles Darwin
Fylogenese = evolutionaire verandering, treedt op door natuurlijke selectie (resultaat van
interacties tussen genen en omgeving)
Ontogenese = de ontwikkeling van een individueel kind, een korte tijdsverloop.
John Locke
“Het kind moet gezien worden als een tabula rasa, een onbeschreven blad, dat van nature
goed noch slecht is. Ontwikkeling door opvoeding en ervaringen van beloningen en straf.”
Rousseau
“Het kind is van nature goed en heeft de neiging zich positief te ontwikkelen. Volwassenen
kunnen dit verstoren.”
,2. ONTWIKKELINGSTHEORIEËN
Cognitieve ontwikkeling heeft te maken met de ontwikkeling van het denken, de taal en
andere functies, zoals aandacht en geheugen.
Kennis is het resultaat van een interactief proces.
Piaget – theorie van de cognitieve ontwikkeling
Piaget bestudeerde de normatieve ontwikkeling, vaardigheden die alle kinderen in de loop
van de ontwikkeling leren.
“Ieder kind doorloopt stapsgewijs en in vaste volgorde de stadia van de cognitieve ontwikkeling.”
“Het kind wordt geboren met aangeboren reflexen en een aangeboren neiging actief met de
omgeving om te gaan. Door interactie met de omgeving en door de genetisch bepaalde lichamelijke
rijping ontstaan uit de eerste reflexen steeds complexere cognitieve vaardigheden.”
“Het handelen van baby’s is gebaseerd op onderliggende cognitieve structuren (schema’s).”
Schema’s zijn strategieën waarmee het kind de buitenwereld verkent. Voorbeelden zijn
kijkschema’s, zuigschema’s en grijpschema’s.
Adapteren is een principe van piaget, het proces waarmee kinderen veranderen in gedrag of
denken om effectiever te kunnen functioneren.
- Assimilatie = het gebruiken van bestaande vaardigheden of kennis in nieuwe
situaties
- Accommodatie = de aanpassing van bestaande vaardigheden of kennis om met
een nieuwe situatie te kunnen omgaan
Dit zijn twee complementaire processen die niet alleen worden toegepast bij het handelen,
maar ook bij het denken.
De drijvende kracht achter de cognitieve ontwikkeling is equilibratie (zelfregulerend proces
dat voor een steeds betere adaptatie zorgt).
(Als het gedrag van het kind in overeenstemming is met de eisen die de omgeving aan het kind stelt, is er evenwicht
(equilibrium). Zodra de eisen vanuit de omgeving de vaardigheden van het kind te boven gaan is er een disbalans. Het kind
heft deze disbalans op door assimilatie en accommodatie.)
, Leeftijd Periode
0 - 2 jaar Sensomotorische periode (centraal : o.a. objectpermanentie)
0 - 1 maanden Stadium 1: reflexen
Aantal aangeboren reflexen (zuigreflex en zuigbewegingen)
1 - 4 maanden Stadium 2: primaire circulaire reacties
Een gedrag dat een interessant/plezierig effect heeft wordt herhaald. Gericht op
het eigen lichaam. (duimzuigen)
4 - 8 maanden Stadium 3: secundaire circulaire reacties
Een ervaring van wat de effecten zijn van hun handelen op de omgeving. (Een klap
geven tegen een speeltje met geluid)
8 - 12 maanden Stadium 4: coördinatie van schema’s
Het laten zien van doelgerichte aaneenschakelingen van gedrag. Het kind kan iets
doen om iets anders te bereiken.
12 - 18 maanden Stadium 5: tertiaire circulaire reacties
Begin van experimenteren en zelf variaties brengen in het omgaan met
voorwerpen. Het kind ontdekt oorzaak- en gevolgrelaties. (weggooien of het laten
vallen van speelgoed)
18 - 24 maanden Stadium 6: het eerste denken
Een probleem in gedachten oplossen ipv het zoeken van oplossingen door
lichamelijk handeling. -> het eind van de sensomotorische periode en de overgang
naar het symbolisch denken
2 – 7 jaar Preoperationele periode
In staat om te denken, maar nog niet logisch en systematisch.
Egocentrisme :
Het eigen gezichtspunt staat centraal en het kind is nog niet in staat zich in het
perspectief van de ander te verplaatsen.
Animisme :
De neiging om aan niet-levende dingen leven toe te kennen.
Artificialisme :
De neiging om te geloven dat alle dingen door mensen zijn gemaakt.
Realisme :
De neiging om psychische fenomenen, zoals gedachten of dromen, als fysische
fenomenen te zien.
7 – 11 jaar Concreet-operationele periode
In staat om consistent logisch en systematisch te denken. Ook kan het kind
tegenstrijdigheden of onjuistheden ontdekken.
Begrip van rangorde : Voorwerpen op de goede volgorde kunnen leggen. (groot
naar klein etc.)
Conservatie van aantal : Het kunnen inzien dat het aantal voorwerpen hetzelfde
blijft wanneer deze op een andere manier worden weergegeven.
Conservatie van volume en gewicht : Het kunnen inzien dat er nog evenveel water
zit in een hoge vaas als dit is overgegoten uit een brede vaas.
> 11 jaar Formeel-operationele periode
Het abstract-logisch denken komt tot ontwikkeling. Ontstaan van het vermogen
om logische denkoperaties uit te voeren met het mogelijke of hypothetische.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper merianx. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.