De prudente tandarts
Hoofdstuk 1 | Opleiding op oriëntati e en beroep
Moraal vormt de realiteitsbasis van ethiek. Ethiek ‘bewijst’ niet wat het ‘goede’ is, maar probeert het
te rechtvaardigen. Morele termen drukken een speciaal soort waardering uit van het menselijk
handelen. Alleen die handelingen zijn moreel te noemen, die gerechtvaardigd kunnen worden met
een beroep op de belangen, het welzijn of het geluk van anderen.
Individuele intuïtie + intellect (brein) = het innerlijk kompas
Het veronachtzamen van de belangen en het welzijn van anderen is immoreel. De moraal heeft zich
bij ieder gevormd tot een geweten. Wanneer je vertrouwt op je intuïtie, oordeel je direct zonder
argumentatie. Normen en waarden functioneren in het dagelijks leven met een zekere
vanzelfsprekendheid. Het geweten is gevormd door de moraal van tijd en cultuur. Iedereen heeft een
moraal, goed of slecht.
Niet alleen het verstand, de ratio, maar ook de emotie vervult in de oordeelsvorming een belangrijke
rol. Een moreel oordeel is en vereist meer dan alleen een emotie.
De ‘smalle’ moraal (=minimalistische moraal) is de sociale moraal van ‘buiten’, als geheel van
minimale regels t.a.v. morele aangelegenheden waarover vrijwel iedereen het eens is. Het
communitarisme echter streeft naar een breder complex van waarden en normen: de brede moraal.
Bij het liberalisme gaat het om smalle moraal, bij het socialisme om een brede.
Niet alleen indien het gaat om het maken van keuzen, maar meer fundamenteel, in het bestaan zelf,
zijn we ons hele leven in wisselende mate afhankelijk van elkaars erkenning, aandacht en zorg. In het
leven overkomen ons zaken waaraan onmogelijk een autonome keuze ten grondslag ligt.
Bij publieke normen (afgeleid van de smalle moraal) gaat het om handelingswijzen die voor iedereen
gelden, ongeacht persoonlijke relaties, geschiedenis, rol of professie. Het zijn normen die in onze
cultuur in grote lijn algemeen aanvaard zijn als fundamentele uitgangspunten voor de wijze waarop
mensen met elkaar omgaan.
Goed samenleven vraagt een goed ontwikkelt moreel besef. Een basaal moreel kader:
- Heeft een instrumentele betekenis: samenleven goed laten verlopen;
- Heeft een morele, menselijke betekenis.
Mensen leven samen om zelf iemand te worden, om een identiteit te verwerven, en daarvoor
hebben ze de erkenning nodig van anderen en die wordt primair verworven in de conversatie.
Een samenleving van verschillende culturen vereist dat de verschillende culturele identiteiten elkaar
erkennen. Tolerantie verwijst naar verschillen, naar verscheidenheid. Nederland pretendeert een
‘tolerante samenleving’ te zijn, mede dankzij belangrijke gedeelde waarden, morele principes, als
‘vrijheid van meningsuiting’ en ‘respect voor elkaar’.
Juist morele problemen zijn voor ons belangrijk omdat in morele problemen onze ‘identiteit’ en
‘humaniteit’ op het spel staan. Het kenmerkende van een moreel probleem is dat het niet direct
duidelijk is of een bepaalde handeling wel of niet moreel aanvaardbaar, moreel juist, is. Het is de
aanraking met het intuïtieve onbehagen dat via de rede naar een uitweg zoekt. Tot een (ethische)
stellingname komen we via een rationeel onderzoek, waarbij we kunnen terugvallen op algemene en
professionele normen en waarden en waarbij morele principes richtinggevend kunnen zijn.