Samenvatting van de tentamenstof (literatuur & colleges) van de cursus:
Interculturalisatie
van de
Gezondheidszorg
,Cursusweek 1
Boek: De Jong & Colijn (2010)
1: De invloed van cultuur op psychiatrie en psychotherapie
1: Inleiding
Dit handboek gaat over de invloed van cultuur en cultuurverschil op psychiatrie en psychotherapie
---> 2 opgaven:
1) verankering & ordening van de invloed van cultuur (H1).
2) definitie van cultuur (H2).
---> de invloed van cultuur is in het vakgebied van de culturele psychiatrie en psychotherapie
overal zichtbaar, bijv.: de culturele achtergrond van individuen blijkt gerelateerd te zijn aan de
kans op het oplopen van psychische aandoeningen, op de wijze waarop die tot uitdrukking
komen, maar ook op de effectiviteit van behandelmethoden van die psychische aandoeningen.
2: De culturele psychiatrie en psychotherapie in Nederland en daarbuiten
Mikado (2009): bundel ter gelegenheid van 25 jaar interculturalisatie ---> van Dijk (2009):
ontwikkeling in het overheidsbeleid aangaande interculturalisatie: een lijn van toenemende
erkenning en herkenning van ‘het specifieke’ van de GGZ voor patiënten met een culturele
herkomst die anders is dan de traditionele Hollandse hulpvrager - een lijn van het steeds meer
ondersteunen van specifieke initiatieven op dit gebied - een lijn van afbouw van deze specifieke
aandacht op basis van de beleidslijn ‘integratie in de algemene zorg’ ---> van Dijk (2009): wel
degelijk vooruitgang op het gebied van de culturele psychiatrie en psychotherapie [migranten
maken meer gebruik van GGZ-voorzieningen; er werken meer migranten in de zorg; er is meer
aandacht voor interculturele zorg in het GGZ-onderwijs; het aantal publicaties over
interculturele zorg is explosief toegenomen] ---> van Dijk (2009): cruciale aannames over
interculturalisatie zijn onvoldoende onderbouwd ---> dit moment: de culturele zorg is zijn
ideologische veren aan het verliezen en oriënteert zich meer op wetenschappelijke bestudering
van de relevante verschijnselen en kritisch onderzoek van haar fundamenten en concepten --->
wetenschappelijke discussie over het verwerven van interculturele competenties =
1) population-specific approach [specifieke competenties voor de omgang met specifieke
culturen] = Amerika, of…
2) diversity traning [algemene competenties voor de omgang met cultuurverschillen] = dit
handboek ---> waarom?: zeer grote culturele diversiteit; gevaar dat één cultureel homogene
groep lezers aangesproken wordt; gevaar dat de kennis over een bepaalde etnische groep de
maat wordt om andere etnische groepen te kennen en te begrijpen; gevaar van etnische
segregatie
---> risico’s van ‘kennis’ over een cultuur:
1) generalisatie [beneemt zicht op grote interne diversiteit].
2) stereotypering.
3) doet onrecht aan het dynamische karakter van culturen > cultuur wordt ‘geproduceerd’ in de
interactie van individuen.
-2-
, 3: De opbouw van dit handboek
3 delen:
1) Deel 1 = Theorie ---> (zie Figuur 1) ---> hoe verhouden deze
domeinen zich tot elkaar?: algemene systeemtheorie (General
Systems Theory, Von Bertalanffy, 1969) > Boeckhorst (2001):
hiërarchisch, open systeem [een verzameling elementen die
zowel onderling als met hun omgeving samenhangen; de
belangrijkste eigenschappen zijn hun complex georganiseerde
karakter, de aanwezigheid van subsystemen die een
hiërarchische opbouw vertonen, het vermogen om zichzelf te
handhaven en het vermogen om zich te differentiëren].
2) Deel 2 = Praktijk.
Figuur 1: De Hiërarchie van Systeemniveaus en
de Invloed van Cultuur
-3-
,2: Cultuur in de geestelijke gezondheidszorg
1: Inleiding
Meurs & Gailly (1998): hulpverleners ontdekken het fenomeen cultuur vooral sinds allochtonen
in hun praktijk opduiken ---> anders dan bij autochtone patiënten staat het spreken over
allochtone patiënten in het teken van cultuur, cultuurverschil, culturele sensitiviteit en
interculturalisatie boven andere kenmerken, zoals klasse of opleidingsniveau ---> hoewel het
begrip ‘cultuur’ in de Nederlandse gezondheidszorg ingeburgerd en vanzelfsprekend is, dient
het begrip kritisch tegen het licht te worden gehouden; wat zegt de literatuur & wat zeggen
hulpverleners er over (kanttekening = literatuur & hulpverleners weerspiegelen niet de rol die
cultuur daadwerkelijk speelt de praktijk)? ---> Kortmann (2006): problemen in de
interculturele hulpverlening [de ontmoeting met de vreemde ander die gemengde gevoelens
genereert, zoals: fascinatie, nieuwsgierigheid, onzekerheid, afkeer, angst] > de hulpverlener die
de patiënt als allochtoon, etnisch anders of cultureel anders aanduidt, wat in de
hulpverleningspraktijk onlosmakelijk met elkaar en met ‘problemen’ verbonden is ---> groot
probleem in de interculturele hulpverlening = niet zozeer de beschikbaarheid van
cultuurinformatie, maar de toepassing ervan in de oordeelsvorming over de patiënt= statische
cultuuropvatting [cultuur als onveranderlijke en herkomstgebonden eigenschap van de
patiënt] i.p.v. dynamische cultuuropvatting > het verdwijnen van de patiënt als individu en
verschijnen van de patiënt als vertegenwoordiger van een cultuur, waar bij de cultuur de
uiteindelijke verklaring vormt voor het feit dat de hulpverleners de patiënten niet begrijpen en
niet kunnen invoelen.
2: Cultuur en antropologie
Het concept cultuur (1)
2 belangrijke zaken:
1) de verschuiving van een statische interpretatie van cultuur naar een dynamische interpretatie
van cultuur --->
a) statische interpretatie [mensen hebben een cultuur; cultuur als op zichzelf staand ding;
cultuur als vaststaande werkelijkheid]
b) dynamische interpretatie [mensen maken hun cultuur en zijn hun cultuur; cultuur als aan
verandering onderhevig proces; cultuur als voorstelling van de werkelijkheid] ---> cultuur als
objectieve werkelijkheid buiten de mens [een menselijk product] en als subjectieve werkelijkheid
in de mens [de mens als product van de cultuur].
2) het toenemende gebruik van het concept cultuur buiten de antropologie.
Cultuur, identiteit en individu (2)
Tennekes (1990): grenzen van culturen vallen samen met sociale groepen ---> mensen maken
deel uit van meerdere sociale groepen (cultureel, sociaal, politiek, moreel, etnisch, religieus,
economisch, enz.), waarmee zij zich in meer of mindere mate identificeren ---> mensen
beschikken door hun betrokkenheid bij deze sociale groepen over meerdere culturele
handelingsrepertoires [gereedschapskisten van gewoonten, vaardigheden en copingstijlen die
mensen benutten om in specifieke omstandigheden situaties te beoordelen en een actiestrategie
te ontwikkelen], die elkaar doorgaans overlappen > cultuur = niet langer een geheel van
dwingende gedragsvoorschriften, maar een set van handelingsrepertoires die mensen zich eigen
maken en hen ter beschikking staan.
-4-
, Cultuur en sociale arena (3)
De Ruijter (2000): samenleving [een arena waarin mensen verwijzingen naar cultuur en
cultuurverschil strategisch inzetten om zich te onderscheiden, zich te legitimeren of rechten te
claimen, dan wel om anderen in te kaderen] > culturaliseren [wanneer we de ander slechts
duiden in termen van cultuur en cultuurverschil en hem uitsluitend zien als lid van een groep
met een gedeelde herkomst en dit als verklaringsgrond hanteren] > in het culturaliseren van de
ander en de internalisering daarvan door de ander, openbaart zich de definitiemacht van de
dominante groep ---> cruciale vraag: niet zozeer wat cultuur is, maar wat mensen met welk
oogmerk in een bepaalde situatie als cultureel aanmerken.
3: Culturele archetypes in de GGZ
Er heerst in de literatuur & hulpverlening een statische interpretatie van cultuur i.p.v. een
dynamische interpretatie van cultuur, zoals blijkt uit: cultuur (opvattingen over gezondheid en
ziekte en hun manifestatie in ziektegedrag), etniciteit (identiteit) en herkomst (geboorteland)
vallen vaak samen en worden als synoniemen gebruikt; weinig oog voor culturele verschillen
binnen bevolkingsgroepen, voor interetnische contacten en relaties, voor mixculturen; een
vereenvoudigde tweedeling van autochtoon-allochtoon, ik-wij, traditioneel-modern ---> in het
algemeen is er sprake van een meervoudige reductie in de beeldvorming van migranten, wat
ertoe leidt dat de ander en zijn klachten betekenis krijgen aan de hand van stereotype culturele
voorstellingen ofwel culturele archetypen > 6 vormen van culturele archetypen (> stagnerende
hulpverlening):
1) de cultuur van migrantengroepen (‘hier en nu’) wordt teruggebracht tot de cultuur in het land
van herkomst (‘daar en toen’).
2) de culturele diversiteit binnen en tussen etnische groepen wordt vervangen door karikaturen.
3) de culturele dynamiek wordt vervangen door schijnbaar tijdloze beelden van de ander.
4) het handelende, unieke individu wordt gezien als marionet of afgietsel van zijn cultuur.
5) in plaats van uit te gaan van meervoudige identificatie, wordt de etnische identiteit
verabsoluteerd.
6) van de pluriforme maatschappelijke context van patiënten wordt slechts 1 factor in de
analyse van klachten en ziektegedrag betrokken.
4: De betekenis van cultuur voor de GGZ
Cultuur in de klinische praktijk (1)
Committee on Cultural Psychiatry (2002): 5 functies van cultuur in de klinische praktijk:
1) cultuur is een interpretatiekader om vast te stellen of gedrag al dan niet verband houdt met
psychiatrische stoornissen.
2) cultuur is een pathogene en pathoplastische factor, dat wil zeggen draagt bij aan het ontstaan
en de expressie van psychiatrische stoornissen.
3) cultuur is een wezenlijke factor in de psychiatrische diagnostiek en ziekteleer kan voorkomen
dat binnen een sociale groep ‘normaal’ gedrag als pathologisch geduid wordt.
4) ‘cultuur’ verwijst naar een arsenaal van opvattingen en handelswijzen die een therapeutische
en beschermende rol kunnen hebben.
5) cultuur is een kritisch element in het management en de dienstverlening van de
gezondheidszorg in een multiculturele samenleving.
-5-