Quint/Te Poel
Art. 6:1 BW verbintenissen die uit de wet voortvloeien
De feiten:
Hubertus te Poel had met Quint een overeenkomst gesloten waarin stond dat Quint
twee winkelhuizen op een terrein zou bouwen en Hubertus hem hiervoor zou
betalen. Dit terrein behoorde echter niet aan Hubertus, maar aan zijn broer Heinrich
toe. Van belang in deze casus is het feit dat Quint niet wist dat het terrein niet aan
Hubertus maar aan zijn broer toebehoorde en tevens is van belang dat Quint heeft
nagelaten om te controleren of het terrein daadwerkelijk van Hubertus was. Nadat
de huizen waren opgeleverd bleef de betaling van Hubertus echter uit. Toen Quint
erachter kwam dat het terrein aan Heinrich toebehoorde klopte hij daarom bij
Heinrich aan. Gezien het feit dat het terrein aan Heinrich toebehoorde en deze nu
wegens natrekking eigenaar van de panden was geworden, wilde Quint dat Heinrich
hem op grond van ongerechtvaardigde verrijking of op grond van de redelijkheid en
billijkheid zou betalen.
Rechtsvraag:
Kan Quint op grond van ongerechtvaardigde verrijking of op grond van de
redelijkheid en billijkheid de betaling van Heinrich vorderen?
Wat is ‘’uit de wet’’?
Overweging:
Ten tijde van deze casus stond er in het oude artikel over de bronnen van
verbintenissen dat verbintenissen enkel uit de wet of uit een overeenkomst kunnen
ontstaan. Volgens de rechtbank kan de verbintenis wel degelijk in de redelijkheid en
billijkheid worden gevonden, zij geeft Quint derhalve gelijk. Het Hof stelt Quint in het
ongelijk gezien het feit dat een verbintenis niet uit de redelijkheid en billijkheid kan
ontstaan ingevolge het oude artikel. De Hoge Raad overwoog dat het Hof het woord
‘uit de wet’ te nauw hanteerde en ging na of er een verbintenis uit de wet was
ontstaan; ongerechtvaardigde verrijking. Zij concludeerde echter dat dit niet het
geval was. Heinrich zou geen vergoeding aan Hubertus hoeven te betalen, indien
deze op het terrein van Heinrich een pand zou bouwen. Nu Hubertus een aannemer,
Quint, inhuurt om deze panden te bouwen is Heinrich dus geen vergoeding
verschuldigd aan Quint. Quint krijgt ook geen bescherming omdat hij zelf heeft
nagelaten om de openbare registers te bekijken, had hij dit wel gedaan dan had hij
geweten dat het terrein niet aan Hubertus toebehoorde maar een Heinrich.
Rechtsregel:
Verbintenissen die niet uit een overeenkomst voortvloeien, hoeven niet rechtstreeks
voort te komen uit een wetsartikel. ‘’Uit de wet’’ betekent dat in gevallen waarin de
wet geen regeling kent, een oplossing moet worden gezocht die ‘’past in het stelsel
van de wet en aansluit bij de wél in de wet geregelde gevallen’’. QTP-Formule
In de tijd van het arrest bestonden de artikelen van
ongerechtvaardigde verrijking of onverschuldigde
betaling nog niet, daarom is art. 6:1 BW aangepast
,Baris/Riezenkamp
Dwaling, mededelings- en onderzoeksplicht
De feiten:
Riezenkamp koopt van Baris voor 110.000 gulden onderdelen, materialen en
gereedschappen voor het fabriceren van bromfietsmotoren. Riezenkamp is namelijk
voornemens om hier een bedrijf in te beginnen. Baris deelt hem mee dat de kostprijs voor
een bromfietsmotor 135 gulden bedraagt. nadat de koopovereenkomst is gesloten komt
Riezenkamp er echter achter dat de kostprijs 230 gulden bedraagt. Riezenkamp weigert
hierdoor de betaling aan Baris te voldoen. Baris vordert derhalve de ontbinding van de
koopovereenkomst en eist een schadevergoeding. Riezenkamp beroept zich op dwaling en
vordert vernietiging van de koopovereenkomst. Baris verweert zich en stelt dat de dwaling
aan Riezenkamp te verwijten is nu deze niet genoeg onderzoek naar de kostprijs heeft
verricht, art. 6:228 lid 2 BW, de dwaling is volgens Baris dus niet verschoonbaar.
Rechtsvraag:
Kan Riezenkamp zich met succes op dwaling beroepen of kan Baris een succesvol beroep op
ontbinding doen?
Overweging:
De Hoge Raad overwoog dat het voor een geslaagd beroep op dwaling niet expliciet door de
wet is vereist dat de dwaling verschoonbaar is. De redelijkheid en billijkheid brengt mee dat
de beide partijen met elkaars belangen rekening moeten houden. In beginsel heeft
Riezenkamp een onderzoeksplicht. Deze onderzoeksplicht vervalt echter door de
mededeling van Baris, waar Riezenkamp op mocht vertrouwen. Riezenkamp heeft
verschoonbaar gedwaald. De Hoge Raad overwoog tevens dat een beroep op dwaling als
verweer tegen een vordering van de wederpartij kan gelden. In casu houdt dit in dat het
beroep op dwaling van Riezenkamp als verweer tegen de vordering van Baris om de
koopovereenkomst te ontbinden en de schadevergoeding kan dienen. Riezenkamp betaalt
namelijk niet omdat hij heeft gedwaald.
Rechtsregel:
Uit dit arrest komt naar voren dat een koper een onderzoeksplicht heeft, maar dat deze kan
vervallen door de mededelingsplicht van de verkoper. Of de onderzoeksplicht komt te
vervallen moet altijd aan de hand van de relevante omstandigheden worden beoordeeld. Je
mag er in beginsel van uit gaan dat wat de verkoper zegt dat dit juist is.
Plas/Valburg
De gevolgen van het afbreken van de onderhandelingen worden, wanneer er geen
rompovereenkomst tot stand is gekomen, bepaalt door de eisen van redelijkheid en
, billijkheid. Om te bepalen wat nou de eisen van redelijkheid en billijkheid zijn kan worden
gekeken naar de Plas/Valburg doctrine.
Er moeten drie stadia worden onderscheiden:
1. Stadium waarin het afbreken van de onderhandelingen zonder meer geoorloofd is
2. Stadium waarin men weliswaar de onderhandelingen mag afbreken maar niet zonder
dat men bepaalde door de wederpartij gemaakte kosten voor zijn rekening neemt
3. Stadium waarin het afbreken zelf in strijd is met redelijkheid en billijkheid. In dit
stadium kan de wederpartij in rechte vorderen dat de onderhandelingen worden
voortgezet of ze kunnen schadevergoeding vorderen. Dus een precontractuele
aansprakelijkheid kan leiden tot een verbintenis, namelijk de
schadevergoedingsplicht. Dit derde stadium van de onderhandelingsfase is bereikt
wanneer de wederpartij mocht vertrouwen dat enigerlei contract in ieder geval uit de
onderhandelingen zou resulteren. Van belang is mede in hoeverre de afbrekende
partij aan het ontstaan van het vertrouwen heeft bijgedragen.
CBB/JPO
Afbreken onderhandelingen, schadevergoeding, gerechtvaardigd vertrouwen
De feiten:
JPO was in onderhandeling met de gemeente Arnhem over de aankoop van een perceel
bouwgrond, bestemd voor de bouw van twee kantoorpanden. Eén van de kantoorpanden
zou dienen als huisvesting van CBB. Naast de onderhandelingen met de gemeente was JPO
ook in onderhandeling met CBB over doorlevering van een deel van het perceel aan CBB om
daarop de nieuwbouw te realiseren. CBB besloot de onderhandelingen met JPO af te breken
omdat dit te lang duurde en heeft CBB dat gedeelte van het perceel rechtstreeks van de
gemeente gekocht. De onderhandelingen tussen CBB en JPO verliepen traag omdat JPO aan
CBB meedeelde dat de onderhandelingen met de gemeente werden vertraagd door
problemen met de bouwvergunning. Later bleek echter dat de nieuwbouw van CBB allang
voldeed aan de vereisten voor de bouwvergunning, maar dat JPO zelf aan het door
onderhandelen was met de gemeente. CBB vordert schadevergoeding op grond van
onrechtmatig handelen van JPO. JPO vordert in reconventie dat voor recht wordt verklaard
dat CBB jegens haar onrechtmatig heeft gehandeld door de onderhandelingen af te breken,
alsmede CBB te veroordelen tot het betalen van schadevergoeding.
Rechtsvraag
Wat is de maatstaf voor de schadevergoedingsplicht als een partij de onderhandelingen
heeft afgebroken?
Overweging
De Rechtbank wijst de vordering van CBB af en de vordering van JPO toe. Het Hof komt tot
de beslissing dat het afbreken van de onderhandeling gedeeltelijk eigen schuld is van JPO en
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper JustASmallTownGirl. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.