Neurofysiologie
H1: Cellen in de hersenen, celbiologie
1.1 Gliacellen en neuronen
Gliacellen
= ondersteunende functie (ondersteunen het functioneren van neuronen), ook voor de isolatie voor zenuwweefsels en voor
voeding van neuronen
Neuronen =
- Informatie verwerken
- Gevoelig voor externe info (detecteren)
- Communiceren met andere neuronen
- Sturen spieren aan
à Onze hersenen zijn 1 groot netwerk van neuronen
à Elk neuron heeft 1 axon
à Verschillende neuronen staan met elkaar in contact, maar er is altijd een ruimte tussen (zie figuur met blauw en geel)
1.2 Prototypische neuron
1.2.1 Het soma
à Met kern
- Hierin DNA
1
, Cytosol = Vocht dat in de cel zit
Organellen = Kleine cellichaampjes binnen in het soma
Cytoplasma = Alles wat zich bevindt in het celmembraan (cytosol + organellen)
ORGANELLEN
Ribosomen =Aanmaak van eiwitten
(Cel heeft eiwitten nodig om een bepaalde functie uit te kunnen voeren en in leven te houden)
- Zowel vrij als op ER in de cel
- In de nucleus heb je DNA die wordt overgeschreven wordt naar RNA à mRNA
(messenger) à wordt omgezet in een ketting van aminozuren door ribosomen à eiwit
-
Ruw endoplasmatisch = Sites voor het bereiden en sorteren van eiwitten voor levering aan verschillende celregio’s en
reticulum regulerende stoffen
Golgi-apparaat
Mitochondrieën = Energiebron van de cel
à Door te eten nemen we proteïnen, suiker en vet op die omgezet worden in energie (ATP) en CO2
1.2.2 Het neuronale membraam
= Wand/barrière die cytoplasma omsluit (zeer dun, 5 nanometer)
- Afhankelijk van de plaats zitten meer of minder proteïnen in het membraan (axon, soma, dendriet)
- Functie = ontvangen van zenuwimpulsen uit andere neuronen
1.2.3 Het cytoskelet
à Functie = Transport van eiwitten tussen soma en axon
= Intern skelet van een neuron (niet statisch)
3 structuurtjes (= zorgen van het transport van soma naar uiteinde van neuron)
à 1 AXON PER CEL
à Functie = Contact maken met dendriet van ander neuron via de synaptische spleet
- Axon hillock = begin à Zenuwimpulsen ontstaan bij de axonheuvel
- Axon proper = midden
- Axon terminal = einde
o Veel proteïnen
o Veel mitochondriën
o Geen microtubuli
o Aanwezigheid van synaptische vesikels
Verschillen tussen soma en axon
à ER vind je niet terug in het axon (geen prot synthese in het axon)
à Proteïne compositie van het membraan van het axon en soma verschillen
1.2.5 Het axon einde
à Verschil van cytoplasma tussen axon en uiteinde van axon
Niet in einde Wel in einde
- Geen microtubili (‘skelet’) - Synaptische blaasjes
- Mitochondrieën
- Veel proteïnen
-
1.2.6 De synaps
à Synaptische transmissie
= Zorgt dat neurotransmitters gelost worden en gaan door naar de binding met het dendriet à Elektrische verandering
à Van elektrisch naar chemisch naar elektrisch
o Elektrische impuls = Soma maakt zenuwimpuls die wordt doorgegeven via axon
o Chemische impuls = Lossen van neurotransmitters die zich binden met het dendriet van volgend neuron
o Elektrische impuls = Zenuwimpuls wordt doorgegeven verder naar het andere neuron
3
, Pre = axon
Post = het dendriet die info gaat ontvangen
à Info gaat altijd van pre naar post
1.2.7 Axoplasmatisch transport
= Stoffen worden verplaatst van soma naar axonuiteinde of van axonuiteinde naar de soma
- Anterograde = Van soma naar einde
- Retrograde = Van einde naar soma
à Vereist ATP (energie) (proteïnen moeten getransporteerd worden)
1.2.8 Dendrieten
= Ziet eruit als een boom met allemaal takjes (dendrieten)
à Aan dendrieten hangen synapsen
à Dendritische spines = Postsynaptische structuur à Gespecialiseerde stukjes
à Input van alles gebeurt via dendrieten (antenne van een neuron)
1.2 Gliacellen
= Ondersteunen neurale functies
1.2.1 Astrocyten
à Meest voorkomende gliacellen in het brein
= Zorgen ervoor dat neuronen voldoende stoffen hebben en groeien
= Oefenen invloed uit op activiteit van neuronen
= Belangrijke rol bij ontwikkeling van zenuwstelsel
1.2.2 Myeliniserende glia
à Gliacellen die bepaalde stof maken voor isolatie van neuronen (rond de axon) = soort isolatie
MS zorgt ervoor dat myeline niet meer aangemaakt wordt dus minder overdracht van zenuwimpulsen
- Oligodedroglia = in hersenen (in centraal zenuwtelsel)
- Schwann cellen = In ruggenmerg (perifeer zenuwstelsel)
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sielwindels. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.