kritiek geldt voor de stof die is onderwezen gedurende het onderwijsprogramma van dit vak in kwartiel 1 van 2015/2016.
Door: MarjoleinHordijk • 9 jaar geleden
Alleen de begrippen aan het begin vind ik niet helemaal overzichtelijk, die heb ik zelf iets anders samengevat. De rest was duidelijk in principe. Ik heb hier en daar wel zelf op een notitieblok wat overzichtjes neergepend tijdens het leren.
Allereerst heb je stedenbouwkunde, dat gaat vervolgens op in stedenbouw (stedenbouw is
de manier hoe gebouwen zich rangschikken in de openbare ruimte). Stedenbouwkunde is
vooral van toepassing op de architectuur.
Planologie is de discipline die zich bezig houdt met ruimtelijke inrichting. Planologen houden
zich bezig met ruimtelijke planning. Ruimtelijke planning zijn de activiteiten ter
voorbereiding voor inrichting van een plangebied. Vanuit de ruimtelijke plannen ontstaat
ruimtelijke ordening. Ruimtelijke ordening is een overheidsactiviteit gericht is op het tot
stand brengen van de best denkbare wederkerige aanpassing van ruimte en samenleving. Er is
dus een samenhang tussen samenleving en ruimte!
Volgens Bak (1983) omvat de ruimtelijke planning het formuleren en selecteren van
doelstellingen en uitgangspunten, het opstellen van een programma van eisen, de
stedenbouwkundige vormgeving, de samenstelling van een exploitatieoverzicht en de regeling
van de financiering, de verwerving van gronden, het voeren van overleg met
belanghebbenden in formele zin en via inspraakprocedures, alsmede het uitvoering geven aan
de bij wet voorgeschreven procedures.
Eind 19e eeuw:
Had je slechte woonomstandigheden. Burgers, medici en civiel technici gingen aan de
onhygiënische omstandigheden een einde maken.
Van enorm belang was de invoering van riolering, drinkwaterleidingen, reiniging van
openbare ruimten (stadsreiniging) en het OV.
Begin 20e eeuw:
Architecten en bouwmeesters (stedenbouwers) doen hun intrede
Medio 20e eeuw:
Gekscherend werd tot aan de jaren '60 van de vorige eeuw wel gesteld, dat de
ruimtelijke plannen wat de vorm betreft grotendeels bepaald werden door het ideaal
geachte rioleringsstelsel.
Opkomst van de sociale wetenschappen. Deze opkomst had verschillende oorzaken:
welke soort woningen en voorzieningen waren wenselijk? Aan welke kwantiteiten was
daarbij behoefte? Aanvankelijk werden deze vragen niet alleen door de ingenieurs
gesteld maar ook vaak beantwoordt
.
,Een bekend voorbeeld van deze sociale wetenschappen is het uitbreidingsplan voor Tilburg
(1917). Daarnaast houdt Ir. I.M. de Casseres in 1926 een warm pleidooi voor sociaal-
wetenschappelijk onderzoek in zijn boek "Stedenbouw". Het uitbreidingsplan Amsterdam in
1936 is een planmatige wijze om uit te breiden.
In de loop van de jaren is de planologie een steeds dominantere rol gaan spelen. Het zijn
vooral sociaal-geografen en sociografen geweest die in de naoorlogse jaren een grote invloed
hebben uitgeoefend op de ontwikkeling van de planologie als wetenschap.
De ruimtelijke planning en de planologie werden ook bevorderd doordat in de jaren '30
duidelijk werd, dat de ruimtelijke ordening niet alleen op gemeentelijk niveau beoefend
diende te worden. Daardoor kwam de gedachte op om op provinciaal niveau plannen te
ontwikkelen, die de noodzakelijke afstemming zouden verzorgen en bindende voorschriften
voor de gemeenten inhielden.
In 1999 verscheen het European Spatial Development Perspective (CEC, 1999) dat ten dienste
stond van een versterking van de economische en sociale samenhang. Het European Spatial
Development Perspective (ESDP) gaat uit van de volgende basisprincipes (Faludi, 2010):
een polycentrische ontwikkeling in Europa,
verbondenheid tussen urbaan en ruraal gebied,
gelijke toegang tot infrastructuur en kennis binnen de hele gemeenschap,
zorgvuldig beheer van natuur en cultuurlijk erfgoed.
Er worden geen officiële plannen gemaakt voor de ruimtelijke ontwikeling van de EU, maar
er worden wel gezamenlijke strategieën en visies ontwikkeld. Deze worden niet afgedwongen
door regelgeving, maar door het beschikbaar stellen van fondsen voor de financiering van
projecten
In 2008 verscheen het „Green Paper on Territorial Cohesion‟ (CEC, 2008) als voorbereiding
op een vervolg van het ESDP. Dit stuk borduurt voornamelijk voort op de principes van het
ESDP, met dien verstande dat er nog meer aandacht wordt besteed aan duurzame
ontwikkeling en aan regio‟s met specifieke geografische kenmerken. Kernbegrippen zijn
„concentration‟, „connection‟ en „cooperation‟. Het concentreren van activiteiten biedt in het
algemeen voordelen, maar bij overconcentratie ontstaan er nadelen als congestie, stedelijk
verval en sociale onrust. Goede infrastructuur tussen gebieden is nodig om voldoende toegang
te bieden tot gezondheidsvoorzieningen, onderwijs, duurzame energie, Internet, etc.
Samenwerking tussen gebieden is van belang om problemen op het juiste niveau aan te
pakken en synergie tussen gebieden te bevorderen. Men name samenwerking tussen
grensoverschrijdende regio‟s wordt van belang geacht.
In 1985 is in de wet op de RO een wettelijke regeling van de Planologische Kernbeslissing
(PKB) opgenomen. Een PKB is een op rijksniveau genomen beslissing over de hoofdlijnen en
beginselen van nationaal ruimtelijk beleid of over concrete beleidsplannen op nationale
schaal.
, Eerste Nota (1960): Spreidingsbeleid
Aanleiding vormde de congestie in het westen door de toestroom van vele duizenden
mensen
Spreidingsbeleid moest deze toestroom voorkomen (door economie in noorden en
oosten stimuleren)
Steden mochten niet aan elkaar groepen maar een open middenbeleid - Groene Hart
Tweede Nota (1967): Gebundelde deconcentratie
Alle prognoses voor de bevolkingsgroei wezen uit dat rond de eeuwisseling 20miljoen
mensen in NL zouden wonen --> antwoord hierop was "gebundelde deconcentratie".
Infrastructuur voor auto's in steden werd goed verzorgd
Derde Nota (1973 - 1983): Van blauwdrukdenken naar procesplanning / scheefgroei /
fasering van nota's.
Van blauwdrukdenken naar procesplanning.
o Blauwdrukdenken slaat op de productie van plannen en het uitvoeren van
voorstellen. Het programma wordt zo uitgevoerd zoals in het ontwerp is
neergelegd.
o Bij procesplanning wordt planning gezien als continue bezigheid; het gaat niet
om de eindstand maar om het proces. Programma wordt aangepast tijdens de
uitvoering, als blijkt dat nieuwe informatie vraagt om zulke veranderingen.
Derde Nota moest scheefgroei (scheefgroei betekent dat veel betaalbare woningen
worden bewoond door hogere inkomens) onder controle krijgen
Verder werd in aanvulling op de tweede nota de onevenredige groei van kleinere
kernen en halt toeroepen en werd vanaf 1975 de stadsvernieuwing in de grote steden
op poten gezet. Tegelijk kwam er een investeringsregeling om de economie in het
noorden en in Limburg te stimuleren.
Een geleding en fasering van de Derde Nota was noodzakelijk. Achtereenvolgens
verschenen de volgende delen:
o Oriënteringsnota (1973), afgerond in 1975;
achtergronden
uitgangspunten
beleidsvoornemens
o Verstedelijkingsnota (1976), afgerond in 1978;
voorkomen congestie
bescherming open gebied
vermindering regionale achterstanden
vermindering groei mobiliteit
o Nota Landelijke Gebieden (1977), afgerond in 1979.
Club van Rom: grenzen aan de groei
Vierde Nota (1988): Stedelijke knooppunten en ruimtelijke kwaliteit - drie factoren /
PPS
Voor het eerst richtte het beleid zich op de volgende eeuw en ruimtelijke kwaliteit
werd centraal gesteld
Die specifieke voordelen zou Nederland beter moeten uitbuiten in de internationale
concurrentie
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Michelvonk93. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.