Dit is een samenvatting van het boek interactiewijzer: Inleiding, 1.1 t/m 1.4, 2.1 t/m 2.4 en 3.1 t/m 3.3. En een Nederlandse samenvatting van het Engelse artikel: Improving the way we think about....
Inleiding Pagina: 8-13
Uitgangspunten
We praten over een kind in een probleemsituatie. Een kind zit in een probleemsituatie als zijn
denken, handelen, voelen en willen niet samenvallen met de belangen en doelen van belangrijke
anderen in de sociale omgeving van het kind.
Probleemgedrag moet opgevat worden als een aanpassing in een toestand van niet
overeenstemmede doelen. De oplossing van sociaal-emotionele doelen moet dan ook niet allen
gezocht worden in een onbenut en potentieel van het kind zelf, maar tevens in het onbenut
potentieel van het volledige sociale systeem waarin het kind functioneert. (dus oplossing ligt niet
altijd bij het kind!)
Vier aanknopingspunten voor behandeling:
Cognitie: de kennis en het inzicht dat het kind van de situatie heeft
Vaardigheden: de beheersing van sociale vaardigheden die een rol spelen in de situatie
Gevoel: emoties die in een situatie een rol spelen en de regulering daarvan
Willen of waardeoriëntatie: dat wat het kind belangrijk vindt in een situatie
Alle vier zijn zij van groot belang bij de begeleiding van de kinderen. In dit boek gaat het vooral om
de expliciete uitwerking van sociale vaardigheden. De mate waarin sociale vaardigheden aanwezig
zijn, blijkt een centrale rol te spelen in de beeldvorming van opvoeders en andere kinderen over het
betreffende kind.
Opvoedingsproblemen worden geanalyseerd als omgangsproblemen ofwel interactieproblemen. Dit
betekent dat het kind in problemen is geraakt met mensen uit zijn omgeving, en wel op zo’n manier
dat zijn gedrag bij anderen meestal juist bepaalde reacties uitlokt, die moeilijkheden laten
voortduren of zelfs verergeren. Er wordt hier beschreven vanuit de wisselwerking waarbij de kans
bestaat dat internationale processen zichzelf in stand houden.
In dit boek werken we uit de wisselwerking tussen het kind en de professional. De bereidheid van de
professionele opvoeder om zichzelf te zien als startpunt voor verandering bij interactie problemen.
Hij moet zich bewust zijn van de wisselwerking tussen de pedagogische stijl en de omgangstijl van het
kind.
Sociale vaardigheden kunnen op verschillende manieren worden aangeleerd of gestimuleerd.
Schuurman (1995) onderscheidt daarbij drie methoden:
1. Door middel van een therapeutische behandeling
2. Door middel van een sociale vaardigheidslessen in aparte groepen
3. Door een systematische stimulering van sociale vaardigheden in de situatie alledag.
In interactiewijzer gaat het vooral om de laatste methoden omdat hen uitgangspunt luidt: sociale
vaardigheden beter beklijven als ze in een natuurlijke omgeving worden ontlokt en aangeleerd.
Dus als je het systematisch stimuleert in de dagelijkse omgeving wordt het beter aangeleerd om
tijdens de volgende situatie ook sociaal vaardig te handelen.
Kellam (1990) toont aan dat stimuleren van consistent prosociaal gedrag en het ontmoedigen van
probleemgedrag op locatie binnen scholen veelbelovend en kostenbesparend is. Net als dat context
gebonden interventies, die profiteren van de dynamiek onder leeftijdsgenoten effectiever is.
In verschillende studies wordt aangetoond dat het aanleren in een apart samengestelde situatie zelfs
een onbedoeld negatief effect kan opleveren met meer problemen op korte en lange termijn.
,Doelgroep
Ontwikkelingspsychologisch wordt de fase van 6 tot 14 jaar gezien als belangrijkste
socialisatieperiode en is de gevoeligheid voor beïnvloeding door leeftijdsgenoten groot.
Interactiewijzer is er primair gericht op kinderen bij wie de opvoeder zich duidelijk zorgen maakt
vanwege hun chronische en moeilijke te corrigeren omgangsproblemen. De internationale principes
kunnen echter niet bij elke hulpvraag zonder enig voorbehoud worden toegepast.
Piramide omgaan met gedrag:
Ter verduidelijking wordt in de piramide aangegeven welke principes van handelen op hulpvragen
leidend zijn, afhankelijk van de ernst van problematiek of de complexiteit van de hulpvraag.
We onderscheiden 4-typen hulpvragen:
1. Ernstige psychische stoornissen (te vinden in het DSM; classificatiesysteem voor psychische
stoornissen.)
2. Chronische stijl-/interactieproblemen (ingeslepen problemen in de omgang of interactie met
andere)
3. Af te bakenen gedragsvragen (geen chronisch effect op de relatie aanwezig)
4. Incidentele afstemmingsvragen (preventie; constructief en adaptief inspelen op de
basisbehoeften van elk individueel kind)
, Voorwaarden
Professionele opvoedingssituatie beantwoord de volgende kenmerken:
De relatie tussen de opvoeder en het kind strekt zich over een langere periode uit.
De opvoedingsdoelen worden overwegend binnen een groep gerealiseerd.
Aan het handelen van de professionele opvoeder ligt een plan ten grondslag. Dit is
toegesneden op dit ene kind.
De professionele opvoeder werkt bij het opstellen en het evalueren van het plan altijd samen
met anderen. Naarmate de problemen ernstiger worden zal hij meer omringd en
ondersteund worden door deskundigen.
Het professionele handelen staat in principe altijd ter discussie. De professionele opvoeder
zorg ervoor dat hij voldoende zicht heeft op zijn eigen functioneren en de invloed die zijn
omgangsstijl heeft op die van kinderen. hij staat open voor een kritische reflectie. Dit kan
gebeuren in een teambespreking, intervisie groep of bij superintervisie.
Deze denken wij aan te treffen in scholen voor speciaal onderwijs, dagcentra voor schoolgaande
jeugd, kinderdagverblijven, en uiteenlopende vormen van residentiele jeugdhulpverlening. Echter
ook in scholen voor regulier primair onderwijs binnen het kader passend onderwijs.
H1: De interactionele theorie (Pagina: 16-26)
Praten over gedragsproblemen bij kinderen levert vaak een babylonische spraakverwarring op, dit
betekent eigenlijk dat als er gepraat wordt over de problemen ze langs elkaar heen praten en niet
goed naar elkaar luisteren, er is geen goede samenwerking. Oorzaken:
1. Vaak is er geen duidelijke omschrijving van problemen(objectief).
2. Er zijn verschillende ‘geloven’ waarin mensen denken een kind te kunnen helpen. Ze zoeken
dus in andere hoeken naar oorzaak en oplossing, bijvoorbeeld:
trekkentheorie: gaat uit van probleem biologisch te verklaren is. Probleem ligt bij individu.
leertheorieën: leggen nadruk om de omgeving. Zoeken daar het probleem.
Tegenwoordig bewezen dat beide belangrijke factoren zijn!
Model van leary
Leary vindt dat eigenschappen hoofdzakelijk gevormd worden door de interactie tussen mensen.
het gedrag van A beinvloedt B en de reactie van B beinvloedt weer de reactie van A.
Dit gedrag beantwoordt aan een bepaalde wetmatigheden. (dit onderzochten leary, kiesler, wiggins
en als laatste benjamin)
Interactioneelgedrag heeft ook een overlevingsfunctie, denk aan: weglopen is makkelijker dan
verdriet tonen, kind duwt anderen weg om te overleven. Dit heet ook wel vermijdingsgedrag.
doordat kinderen bepaalde interactiesoorten vermijden ontstaat er een gewoontevorming van
bepaalde gedragskenmerken.
Millon (1981): onderzocht kinderen die vermijdend gedrag vertoonden. Ouderlijke
verwaarlozing en vernedering door leeftijdsgenoten speelt grote rol.
Schwartz(1993): onderzocht welke gedragspatronen ertoe leiden dat kinderen langdurig
gepest worden. Het kind komt niet meer uit de spiraal. Als zij dit wel proberen zijn hun
signalen vaak onduidelijk.
Wahler en dumas (1985): extreem agressief gedrag komt vaak voort uit ouders die
onvoorspelbaar en agressief naar hun kinderen reageren. Kind creeërt zelfde soort situatie.
Conclusie is dus dat de interactie met de omgeving van het kind, het gedrag van het kind erg kan
beinvloeden. Door anders op het kind te reageren andere interactie te creeren, kan dit
doorbroken worden.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper manonvansorge. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.