Leerkracht artikelen
Een jongen is geen meisje
er bestaan verschillen tussen jongens en meisjes. De verschillen zijn belangrijk en verankerd in functies in de
voortplanting. Het eerste verschil is er direct al na de geboorte. Jongens kijken langer naar objecten, meisjes langer na
gezichten. Dit wordt niet veroorzaakt in opvoeding, dat kan nog niet. Meisjes kiezen vaak zachte en zachtgekleurde
knuffels, jongen harde en hardgekleurde knuffels. De voorkeur van jongensspeelgoed hangt samen met het niveau van
het mannelijke hormoon testosteron, een hoger vrouwelijk hormoon, progesteron, hangt samen met de afname van
ruw spel.
Seksesocialisatie is belangrijk en kan verschillen tussen jongens en meisjes bevorderen of verzwakken. Socialisatie sluit
aan bij basale structuren en kan verschillen versterken en talenten onderdrukken.
Meisjes spelen eerder binnenshuis doen-als-of-spelletjes, zoals vader en moedertje. Het gaat daarbij vooral om de
sociale interactie op individueel niveau. Jongens spelen doen als of spelletjes eerder buitenshuis, zoals cowboy of
militairtje. Het gaat daarbij om sociale vaardigheden als leiderschap en om het in groepsverband strategische plannen
ontwikkelen en uitvoeren.
Jongens vechten met elkaar voor de pikorde, meisje door het zoeken naar populariteit.
Meisjes zijn minder gevoelig voor het soort onderwijs dan jongens. Ze presteren goed, los van de soort onderwijs. Dit
hangt deels samen met hun grotere volgzaamheid waardoor ze geneigd zijn te doen wat van hen gevraagd wordt.
Jongens zijn meer technisch ingesteld dan meiden. Van baby af aan onderzoeken zijn voorwerpen eerst met hun ogen,
vervolgens met hun lichaam. Het onderzoeken van materiaal en hun functie is bij mannen vaak het belangrijkste, bij
vrouwen zal een activiteit sneller in een sociale context geplaatst worden.
Jongens zijn bezig met de pikorde. Dat is afgeleid van de kippen waar het om de volgorde gaat van wie bijvoorbeeld
het eerste graantje mag pikken. Kippen stellen dat onderling vast, jongens ook. Jongens op de basisschool willen weten
wie de baas is, wie het sterkst is, wie het verst kan gooien etc. Als dat duidelijk is komt er rust voor alle jongens. Ze
kunnen zich goed neerleggen bij de pikorde en gedragen zich daar ook naar. Een hiërarchie geeft duidelijkheid en
daarmee veiligheid. Als er een nieuw jongetje in de klas moet alles weer opnieuw gedaan worden. Het is niet makkelijk
om onderaan in de orde te staan, maar het is een maatschappelijke realiteit en dat is waar jongens al vroeg mee om
leren gaan.
Meisjes zoeken de orde op een andere manier. Niet wie het sterkst is, maar wie het liefst gevonden wordt. Lief
gevonden worden biedt veiligheid: wie men lief vind, valt men niet aan. Ze doen aardig naar anderen, maar dat moet
niet te duidelijk zijn, dat doel, want dan wordt je gezien als onecht.
Aardig gevonden worden is veel moeilijker te meten.
Een ruzie bij jongens is vaak iets als ''hij is begonnen''. Het lijkt een afschuiven van verantwoordelijkheid, maar
ondertussen speelt er iets anders. Jongens kunnen zicht niet zo goed verplaatsen in een ander. Om te kunnen zien dat
het gedrag van een ander een reactie op zijn gedrag is moet je de chronologie van gebeurtenissen na lopen. Via da kan
hij het effect van zijn gedrag op een ander ontdekken. Vrouwelijke methode: roddelen en elkaar zwart maken. Het is
een vrouwelijke strategie in het werken aan positieverbetering in de hiërarchie. In het bespreken van de ruzie komt
niet alleen aan de orde wat er gebeurd is, maar wordt er ook gewerkt aan de pikorde. Ze geven vaak geen objectief
beeld, maar zijn bezig om elkaar zwart te maken en zichzelf gunstiger neer te zetten.
Als we kinderen optimaal willen laten ontplooien dan is het een zaak om recht te doen aan de verschillen tussen
jongens en meisjes.
Uiteraard zijn er ook meisjes die jongensgedrag vertonen en andersom.
Het is verstandig om jongens de kans te geven hun ruzies uit te vechten. De taak voor jou als leerkracht is dan wel om
de grenzen van veiligheid te bewaken.
Voor meisjes geldt dat ze gesteund moeten worden in het zoeken naar veiligheid via aardig zijn. Ook moet je meisjes
duidelijk maken dat veiligheid ook kan worden behaald door voor je zelf op te komen en assertief te zijn, hoe aardig je
ook doet, je kan het niet altijd iedereen naar zijn zin maken.
In het onderwijs moeten jongens meer ruimte krijgen voor bewegen en voor leren via concrete, uitvoerende taken. De
resultaten moeten in competitievorm worden gebracht. Meisjes zijn minder gevoelig voor de soort onderwijs, toch
zullen ze zich meer gestimuleerd voelen als het in samenwerking met elkaar kan.
Zoveel vrouwelijke leerkrachten zorgen voor een probleem. De opvoeding is vooral in de vrouwelijke manier. Het
, perspectief is beperkt. De meer technisch uitdagende en wereld ontdekkende activiteiten worden minder
aangeboden. En de jongensachtige manier van problemen uiten kan weerstand oproepen bij de vrouwelijke
leerkracht.
Ontwikkelingspsychologie Ontwikkeling kan omschreven worden als een duurzaam, onomkeerbaar proces, dat leidt
tot een organisatie van gedrag op hoger, geïntegreerd niveau en dat is gebaseerd op groei, rijping en leren. Het begrip
geïntegreerd houdt in dat de gedragsmogelijkheden in een samenhangend geheel zijn opgenomen.
De persoonlijkheid is in zoverre eigenaardig dat geen enkel persoon dezelfde kenmerken vertoont als een ander
persoon. Ieder individu is dus volstrekt uniek. Ook is men het er over eens dat er een zekere stabiliteit in de
persoonlijkheid bestaat, waardoor in de loop van de ontwikkeling werkelijk van identiteit kan worden gesproken: een
persoon blijft wie die is, ook al veranderd hij/zij.
De persoonlijkheidspsychologie onderzoekt het geheel aan eigenaardigheden in beleving en gedrag, die een
individuele mens continu en in allerlei situaties van andere mensen onderscheiden.
Er wordt over het algemeen uitgegaan van het vijffactorenmodel, the big five. Dat model heeft 5 centrale
persoonlijkheidskenmerken. Het gaat hierbij steeds om twee persoonlijkheidstrekken die tegengestelde polen vormen:
extavert versus introvert
aangenaam versus onaangenaam
zorgvuldig versus onzorgvuldig
stabiel versus instabiel
ideeënrijk versus ideeënarm
Spiegeltje spiegeltje aan de wand
het eerste beeld dat men zich bij iemand vormt is op basis van het uiterlijk. Vaak wordt er naar aanleiding van dit
uiterlijk meteen een oordeel gevormd over deze persoon.
Bij aantrekkelijke kinderen wordt ander sociaal gedrag toebedacht als bij onaantrekkelijke kinderen. Aantrekkelijke
werden als meer onafhankelijk gezien.
Vooral aan onaantrekkelijke jongens werd er negatief gedrag gekoppeld. Deze jongens werden als het agressiefst
gezien door hun klasgenootjes. De aantrekkelijke jongens waren de meest populaire kinderen. Het kan heel goed
voortkomen uit het negatieve beeld dat mens van deze jongens heeft, het vooroordeel. Ook kan het zijn dat deze
jongens (de onaantrekkelijke) zich zijn gaan gedragen naar het beeld wat er van hen is gevormd en werkelijk negatief
sociaal gedrag vertonen.
Bij meisjes vind er een wisseling plaats. Op jonge leeftijd zijn de minder aantrekkelijke meisjes het populairst en naar
mate ze ouder worden wisselt dat. Dit komt voort uit het feit dat naarmate de meisjes ouder worden, ze hun uiterlijke
belangrijker gaan vinden.
Niet alleen het oordeel van anderen over fysieke aantrekkelijkheid is van belang, maar ook het zelfbeeld van de
kinderen. Als een kind een negatief zelfbeeld heeft zal het zich veel passiever gaan gedragen. Hierdoor wordt dit kind
door andere mensen weer negatief beoordeeld en wordt het vooroordeel in stand gehouden.
Uit onderzoek bleek dat fysieke aantrekkelijkheid een belangrijke rol speelt bij de oordeelvorming van kinderen. De
kinderen hebben een bepaald verwachtingspatroon bij aantrekkelijke en minder aantrekkelijke kinderen. De vraag
blijft hoe de kinderen aan die vooroordelen komen. Op tv, radio en tijdschriften wordt aantrekkelijkheid erg belangrijk
gevonden. Dit kan van invloed zijn op de kinderen, maar ook de omringende volwassenen spelen een belangrijke rol.
Uit onderzoek blijkt dat aantrekkelijke kinderen de meeste persoonlijke en academische ontwikkeling toebedacht
wordt door leraren. Ook blijkt dat er van aantrekkelijke kinderen het meeste werd verwacht dat ze hun gedrag zelf
bepalen en het werd hen dan ook meer kwalijk genomen als ze iets fout deden. De aantrekkelijke jongens werden als
het intelligentste gezien, daarna de onaantrekkelijke meisjes. Het fysieke uiterlijk speelt dus zelfs een rol bij de
leerkrachten.
Uit onderzoek blijkt dat aantrekkelijke kinderen meer gekozen worden om mee te spelen. De verwachtingen van de
ouders hangen samen met de vooroordelen die kinderen gebruiken en dat ouders hun eigen vooroordelen aan hun
kinderen leren.
Verwachtingen van de ouders beïnvloeden de kinderen bij hun vriendenkeuze maar niet bij hun verwachtingen met
betrekking tot het gedrag van kinderen.
