Week 1
Hoofdstuk 2 Rechtsfeiten
2.1 Inleiding: rechtsfeitenschema
Feiten zonder rechtsgevolg: zaken waaraan het recht geen gevolgen verbindt.
Handelingen zonder rechtsgevolg: handelingen die voor het recht niet relevant zijn.
Rechtsfeiten: zijn alle feiten waar het recht wel gevolgen aan verbindt, wel rechtsgevolg.
vb: Art. 6:217 aanbod en aanvaarding, dit zijn rechtshandelingen.
Omdat rechtshandelingen, zoals een aanbod en een aanvaarding,
rechtsgevolgen kunnen voortbrengen, zijn het rechtsfeiten.
Rechtshandeling: een bewuste menselijke handeling, men wil dat er een rechtsgevolg tot stand komt.
Juridische termen:
Bij het verrichten van een rechtshandeling moet de wil van een rechtssubject gericht zijn op
rechtsgevolg.
Obligatoire overeenkomsten
Art. 6:213 BW bepaalt dat een overeenkomst een meerzijdige rechtshandeling is waarbij een of meer
partijen jegens elkaar verbintenissen aangaan.
Overeenkomsten -> verbintenissen -> verbintenisscheppende overeenkomst of een obligatoire
overeenkomst.
Er zijn ook overeenkomsten waaruit geen verbintenissen voortvloeien, bijvoorbeeld het huwelijk. Dit
is een familierechtelijke overeenkomst. Deze valt dus niet onder art. 6:213 BW.
Wederkerige en niet-wederkerige overeenkomsten
Een overeenkomst waarbij beide partijen een verplichting op zich nemen, noemen we een
wederkerige overeenkomst.
Een overeenkomst tussen twee partijen waaruit slechts 1 verbintenis ontstaat is een niet-
wederkerige overeenkomst, ook wel eenzijdige rechtshandeling genoemd.
Overeenkomst is rechtsfeit
Een overeenkomst behoort tot de meerzijdige rechtshandelingen, er zijn altijd rechtsgevolgen aan
verbonden. Bij obligatoire overeenkomsten zijn dit de verbintenissen. Conclusie -> rechtsfeiten.
Overige meerzijdige rechtshandelingen
Er zijn ook meerzijdige rechtshandelingen die geen overeenkomst zijn. Voor een overeenkomst is
wilsovereenstemming nodig tussen partijen.
vb: Bij een aandeelhoudersvergadering tellen de meeste stemmen. Niet iedereen
heeft er dus mee ingestemd, maar er zijn wel rechtsgevolgen aan het besluit
verbonden, een rechtsfeit -> een meerzijdige rechtshandeling die geen overeenkomst
is.
,Feitelijke handelingen
Ook onrechtmatige daad en de rechtmatige daden zijn rechtsfeiten. De wil van de betrokkene is hier
echter niet van belang. Een verbintenis ontstaat hier niet op grond van wilsovereenstemming, maar
uit de wet.
Een feitelijke handeling is dus een rechtsfeit omdat er een rechtsgevolg aan
verbonden is.
In tegenstelling tot bij een rechtshandeling is er geen op rechtsgevolg gerichte wil voor nodig.
Blote rechtsfeiten
Er zijn hiernaast ook nog feiten waar het recht een rechtsgevolg aan verbindt waarbij er niet echt
sprake is van een handeling.
Geboorte
Bereiken van een bepaalde leeftijd
Overlijden
Zie figuur 2.1 Rechtsfeitenschema.
2.2 Rechtshandelingen
Rechtshandeling -> centraal begrip in het vermogensrecht. Boek 3 BW.
Overeenkomst tussen twee partijen -> tweezijdige rechtshandeling, daarvan zijn de 2 onderdelen een
aanbod en een aanvaarding.
Regeling in de wet
rechtshandeling -> Art. 3:33 BW. “Een rechtshandeling vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil
die zich door een verklaring heeft geopenbaard.
Een wil moet een bewuste verklaring zijn
De verklaring moet gewild zijn
Art. 3:37 lid 1 BW -> verklaring kan in elke vorm geschieden, tenzij anders is
bepaald.
Een wil moet gericht zijn op een rechtsgevolg, of wel verandering van je
rechtspositie. ( het geheel aan rechten en verplichtingen dat je op een bepaald
moment hebt )
Aanbod moet wel voldoende specifiek zijn. Is dit niet het geval dan is er sprake van een uitnodiging
om in onderhandeling te treden.
Voorgeschreven vormen
Art. 3:37 BW ‘vormvrij’
Art. 3:39 BW ‘ een rechtshandeling die niet in de voorgeschreven vorm is
verricht, nietig is. Met andere woorden niet heeft bestaan.
, Samenvattend
- Een rechtshandeling is een bewuste verklaring, waaruit blijkt dat iemand zijn of haar rechtspositie
wil veranderen. Onder een verandering in rechtspositie verstaan we dat er rechten en plichten
ontstaan die voorheen niet bestonden. De verklaring kan op elke mogelijke manier tot stand komen,
tenzij de wet een speciale vorm voorschrijft.
Een aanbod is een rechtshandeling omdat je, op het moment dat je een aanbod doet, wilt dat je
rechtspositie verandert. Het zou kunnen dat je aanbod niet aanvaard wordt. In dit geval komt er geen
overeenkomst tot stand en treedt het daadwerkelijk beoogde rechtsgevolg ( de totstandkoming van
de overeenkomst ) niet in. Aan de voorwaarden van art. 3:33 BW wordt echter nog steeds voldaan: je
wilde dat je rechtpositie veranderde en dat verklaarde je ook. Indien het aanbod wordt aanvaardt,
treedt het beoogde rechtsgevolg in en is er een definitieve wijziging in rechtspositie.
2.3 Wanneer werkt de verklaring?
Art. 3:37 lid 3 BW -> voor verklaringen in het algemeen.
“Een gerichte verklaring de andere partij moet hebben bereikt om haar werking te
hebben”
Interpretatie van het begrip ‘bereikt hebben’
- Uit de wethistorie: Het eerste moment waarop redelijkerwijs kennis kon worden
genomen van de verklaring.
Regelend recht en dwingend recht
Van art. 3:37 BW mag worden afgeweken. Vb: faxapparaat ook een ontvangtijd is in het weekend. Dit
artikel is daarmee een bepaling van een regelend recht: er mag worden afgeweken, maar als partijen
niets regelen vult artikel 3:37 BW de leegte op.
2.4 Artikel 3:37 lid 3 BW, tweede zin
De zin bepaalt dat wanneer een verklaring hem tot wie zij was gericht niet, of niet tijdig heeft bereikt,
deze toch haar werking heeft indien het niet of niet tijdig bereiken.
1. Het gevolg is van zijn eigen handeling, of
2. Een handeling van een persoon voor wie hij aansprakelijk is, of
3. Van andere omstandigheden die zijn persoon betreffen en die rechtvaardigen dat hij het
nadeel draagt.
Art. 6:224 BW bepaalt echter dat als tijdstip van de aanvaarding geldt: het tijdstip waarop de
verklaring zou zijn ontvangen als de storende omstandigheid er niet was geweest.
2.5 Eenzijdige en meerzijdige, gericht en ongericht
Eenzijdige rechtshandeling -> testament, opzegging contract, aanbod ( ook wel onzelfstandige
eenzijdig rechtshandeling, omdat naar haar aard de bedoeling is om onderdeel te worden van een
meerzijdige rechtshandeling.
Meerzijdige rechtshandeling -> overeenkomst, huwelijk etc. Als het ware opgebouwd uit
verschillende onzelfstandige eenzijdige rechtshandelingen, die noodzakelijk zijn om het rechtsgevolg
te doen intreden.