Rechtspsychologie samenvatting week 1
Reader
Hoofdstuk 1 Wat is rechtspsychologie?
Rechtspsychologie gaat over de psychologie van deelnemers in het rechtssysteem.
Daarnaast wordt er kennis verzameld over het beslissingsgedrag van opsporingsambtenaren
en andere medewerkers van het OM.
- Dubieuze zaken + rechtelijke dwalingen worden onderzocht.
Van de bewijsmiddelen worden analyses gemaakt en wordt bekeken naar de rol
die zij speelden bij de vervolging en veroordeling.
Doel
Het bevorderen van juiste procedures en beslissingen binnen de rechtspraktijk.
Beïnvloeding:
- Rechters zijn voorzichtiger geworden bij het veroordelen van verdachten als het
bewijs niet voldoende of niet overtuigend is.
- Verplichting tot tegenspraak die nu geldt in de voorbereidende fase. Er mag niet meer
van 1 scenario worden uitgegaan.
Hoofdstuk 2 Wat zijn rechterlijke dwalingen?
Rechterlijke dwaling een eerder gemaakte fout in een onderzoek naar strafbare feiten is
door de rechter niet opgemerkt en gecorrigeerd.
Zekerheid alleen als er formeel komt vast te staan dat bijv. iemand anders het misdrijf
pleegde.
Hoe vaak rechterlijke dwaling voorkomt is niet bekend, maar het patroon in de rechterlijke
dwaling is belangrijk, zodat de dwaling later voorkomen kan worden.
Prof. Van Koppen de rechter mag uiteindelijk degene zijn die een rechterlijke dwalingen
voor zijn rekening neemt, maar de kiem voor diens foutieve beslissing wordt meestal gelegd
in het opsporingsonderzoek. Beslissingen die door de politie werden genomen, leiden er
immers toe dat de OvJ de verkeerde vervolgt en de rechter de verkeerde veroordeelt.
Kritiek op de rechtspsychologie
Voornaamste bezwaar:
- De geslotenheid van de rechterlijke macht is dat die geslotenheid leidt tot een
kortzichtige juridische redeneertrant, een soort tunnelvisie, waarin niet de feitelijke
juistheid en de logische geldigheid van de aanklacht centraal staat, maar de vraag of
aan procedurele eisen is voldaan.
Theorie: rechter moet tot een oordeel komen door uit de aanklacht alle
elementen die niet bewijsbaar zijn weg te strepen en dan bekijken of hij nog
genoeg gronden heeft om tot een veroordeling te komen.
Praktijk: rechters aanvaarden gemakkelijk de door het OM aangedragen feiten,
ookal heeft hij die reeds ‘weggestreept’.
Buruma: de rechter verifieert de feiten, maar hij verleent er ook betekenis aan door ze in
onderling verband te brengen, waardoor er een coherente schets van gebeurtenissen
ontstaat op grond waarvan hij de wet kan toepassen.
Boek
Hoofdstuk 11 Een analyse van waarden die in het strafrecht spelen
11.1 Inleiding
Onschuldpresumptie art. 6 lid 2 EVRM verdachte is onschuldig totdat het tegendeel is
bewezen. De staat moet bewijzen dat de verdachte schuldig is.
OM: instituut dat onderzoek leidt naar mogelijke misstappen van de verdachte.
,Advocatuur: staat de verdachte juridisch bij.
Er wordt gekeken welke waarden samenhangen met art. 6 EVRM.
Regels doel om de correcte rechtsgang te waarborgen. Schending heeft consequenties
als gevolg.
11.2 De waarde ‘gelijkheid’
OvJ’s stellen zich steeds meer op als gedreven en partijdige crimefitghters. oorzaak; de
politieke en publieke belangstelling voor grote strafzaken, waarin het OM op de huid wordt
gezeten door parlementariërs en journalisten, maar ook de omstandigheid dat juist in die
zaken druk gebruik gemaakt wordt van bijzondere opsporingsmethoden zoals afluisteren,
observeren en vormen van infiltratie.
1. Verdachte-gericht oordelen
Art. 338 Sv het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, kan door de
rechter slechts worden aangenomen, indien hij daarvan uit het onderzoek ter terechtzitting
door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging heeft bekomen.
Art. 359 lid 3 Sv de beslissing dat het feit door de verdachte is begaan, moet steunen op
de inhoud van de bewijsmiddelen die in het vonnis zijn opgenomen.
Rechters hoeven niet te beargumenteren waarom de verdachte echt niet
onschuldig kan zijn en hoeft geen aandacht te besteden aan ontlastende
bewijsmiddelen. dus rechter hoeft alleen rekening te houden met belastende
informatie.
Satisficing men neemt genoegen met de eerste acceptabele optie.
Maximising men onderzoekt alle opties en kiest dan de beste.
2. Verdachte als dader
Rassin: kwalijke onvermijdelijke volgorde-effecten:
1. Om begint met voordragen tenlastelegging
2. Pleidooi raadsman volgt pas later.
Primacy-effect is nadelig voor de verdachte, de eerst binnenkomende informatie weegt vaak
zwaarder in een beslissing dan informatie die in een later stadium wordt aangedragen.
3. Verdachtegericht onderzoek
Welke factoren bevorderen het verdachtegericht onderzoek?
1. Rondmaken van een zaak soms is er een verdachte, maar is het bewijs nog niet
rond. Risico is dat men blind is voor alternatieve scenario’s.
2. De aard van sommige handboeken hierin staat centraal dat het enige doel van
een verhoor van een verdachte is dat een bekentenis wordt losgepeuterd,
3. De getuigenverklaring alleen positieve herkenningen worden opgenomen in het
dossier.
4. De aard van het OM in grote zaken gedraagt het OM zich als een crime-fighter ipv.
Een instantie die uitsluitend aan waarheidsvinding doet.
4 Verdachtegerichte getuigenverklaringen
Getuigen die in de verkeerde richting gestuurd worden, blijven volharden in hun onjuiste
beslissing.
Week 2
Reader Hoofdstuk 3 Hoe ontstaan fouten?
, Als er wetenschappelijker wordt gewerkt, is er alsnog kans op gerechtelijke dwaling.
Maar nu wordt er in strafzaken alleen gekeken naar het schuldig-scenario. Terwijl je
eigenlijk ook moet zoeken naar alternatieve scenario’s.
De rechter oordeelt op basis van common sense op basis van gezond verstand.
Leken zouden in principe goed kunnen functioneren als rechter, omdat verdachte
vaak schuldig zijn.
Ervaring zegt niks, steeds dezelfde fout maken is ook ervaring.
De rechter is van belang als het bewijs niet helder is.
Rechters hebben een natuurlijke neiging op tot veroordeling te komen, ook al zijn ze
niet zeker van hun oordeel. maatschappelijke genoegdoening.
Een foute uitspraak begint bij de politie. verkeerde verdachte, wordt verkeerde
verdachte vervolgd.
Schiedammer parkmoord rechters zijn onzeker geworden.
een rechter weet nooit iets zeker, qua berechting.
Voor de vervolging is weinig bewijs nodig.
Week 3
11.6 De waarde ‘objectiviteit’
Wie gebruik wil maken van expertise van een deskundige, loopt tegen een aantal problemen
aan.
Meningsverschillen onder deskundigen
Wie is deskundig? Wet deskundigen in strafzaken.
Forensisch gedragsdeskundigen
Forensisch natuurwetenschappelijke onderzoekers
Als een rechter een deskundige raadpleegt die niet in het register is opgenomen, heeft hij de
verplichting om dit extra te motiveren.
Er worden kwaliteitseisen gesteld aan deskundige.
Deskundigen moeten zelf het initiatief nemen om geregistreerd te worden. De kwaliteitseisen
zijn geformuleerd in een AMvB.
Deskundigen zijn het niet altijd met elkaar eens. Een DNA-match is tegenwoordig niet meer
voldoende bewijs, er komt ook veel interpretatie bij kijken.
Conclusie kan worden beïnvloed door informatie die een deskundige heeft
gekregen en door de onderzoeksopdracht.
De wetenschappelijke reputatie
Wetenschappers onderling willen aantonen dat een onderzoeksmethode deugt of juist niet.
Hierdoor kunnen er lange discussies ontstaan over een onderzoeksmethode van een
wetenschapper.
Schijnzekerheden
Probleem: verhouding tussen rechter en deskundige.
De rechter verlangt zekerheid, die de deskundige niet altijd kan geven.
Rechter wil weten of verdachte schuldig is, maar de wetenschap is daar niet op
gericht.
Deskundigen kunnen vooral meedenken met de rechter, in gedachte houden dat er
meerdere scenario’s zijn, die de vraagstelling sturen. Zij moeten zich inleven in de rol van
rechter en de vragen die stelt.