100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting AZT 1 €7,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting AZT 1

 9 keer bekeken  1 keer verkocht

Alle leerdoelen van alle lessen samengevat

Voorbeeld 4 van de 44  pagina's

  • 16 augustus 2021
  • 44
  • 2019/2020
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (26)
avatar-seller
maartjebakkers1
AZT F1
Les 2 – Historie en het beroep van anesthesiemedewerker
- Prehistorie
 Mesopotamië  geneeskunde gebaseerd op sterrenkunde
Er werden toen al staaroperaties, beenbreuken, lavementen
etc. gedaan. Gevonden door opgravingen
 Griekse geneeskunde  Pythagoras  alles in verhouding door harmonie
 Hippocrates
o Stelde ziekte centraal
o Zocht verklaringen
o Arts in dienst van de patiënt
o Filosofie gebaseerd op bloed etc.

- Middeleeuwen
 Kerk oppermachtig  critici op brandstapel
 Religieuzen  bezigheden waren geneeskunde en farmacologie.
Ze verzorgden de zieken omdat zij kennis hadden ook d.m.v. kruiden.
Misbruik in kloosters  dit werd opgeheven
 Niet lichaam maar ziel stond centraal
 De dood was de weg naar een beter leven
 Aderlating  bloed werd uit lichaam gehaald om de ziekte uit het lichaam te
krijgen
 Kwakzalver = rondtrekkende ‘’wonderdokter’’. Gaf medicijnen en voerde
chirurgie taken uit

- Na de middeleeuwen
 Meer wetenschap  uitvinding van de bloeddrukkunst en de boekdrukkunst
hielpen mee aan de eerste anatomische atlas
 Eerste methoden:
o Alcohol
o Kruiden zoals marihuana  nu nog steeds: het plantje zelf + chemische
structuur
 Eerste ‘’Aether’’ narcose  damp waarvan je high wordt
 basis van de ingeademde narcose, later worden
chemische structuren toegevoegd waardoor er steeds
minder complicaties optreden
 Florence Nightingale  boegbeeld verpleegkunde
 1906  eerste leerboek der narcose
 Vertrouwen is belangrijk!
 Nonnen zijn de voorloper van de anesthesiemedewerker
 Tot 1960-1970  ok verpleegkundige met huisopleiding, ze leren vanuit
praktijk van de dokter
 1969  1ste NZR (Nederlandse ziekenhuis raad) opleiding ontstaat
 ontstaan van operatieassistent met 2 richtingen: - chirurgie
- anesthesie
Maar moest hier al wel verpleegkundige zijn
 1970  verpleegkundige voor opleiding was niet meer vereist
 1974  NZR-opleiding landelijk ingevoerd
 1977  LVO (landelijke vereniging van operatieassistenten) ontstaat
 1984  LVO valt uiteen in 2, de anesthesiemedewerkers scheiden zich =
NVAM (Nederlandse Vereniging van Anesthesiemedewerkers) ontstaat =
nationaal

,  1989  IFNA ontstaat = internationaal. Hierdoor kan je ook in het buitenland
werken.
 CZO  centraal zorg opleidingen
 Nu zijn er 2 opleidingen:
 In service = niet veel mogelijkheden
 Hbov-t  veel mogelijkheden want erkend door IFNA
 Wet BIG  beschermende titel voor verpleegkunde, niet voor am

Kort samengevat:
- Anesthesiemedewerker is een nieuw beroep, vanaf 1970 in stroomversnelling
- Voortgekomen vanuit verpleegkunde
- Eigen beroepsprofiel/vereniging
- Werken hard, verdere professionalisering

Les 3 – Taak 1: De anesthesiemedewerker
 Preoperatieve zorg = zorg vóór de operatie
 Peroperatieve zorg = zorg tijdens de operatie
 Postoperatieve zorg = zorg ná de operatie

Leerdoelen:
 In eigen woorden uitleggen wat de meest voorkomende vakinhoudelijke taken
en verantwoordelijkheden zijn van een anesthesiemedewerker.
o Begeleiden van de patiënt voor, tijdens en na de operatie.
o Bewaken van vitale functies
o Inspelen op veranderingen
o Anesthesist helpen met de patiënt in slaap brengen
o Controleren van het toestel en het beheer van materiaal en middelen.
o Wegbrengen van patiënten van de een naar de andere locatie. En wisselt dan
informatie uit met de verpleegkundigen, arts etc.
o Communiceren met de patiënt.
o Zorgen dat de patiënt geen pijn heeft en niets meekrijgt van de operatie.

 Verwoorden welke 7 competenties gedefinieerd volgens de CANMEDS de basis
vormen van het beroep anesthesiemedewerker.
1. Vakinhoudelijk handelen
2. Communicatie
3. Samenwerking
4. Kennis en wetenschap
5. Maatschappelijk handelen  wat kan het gevolg zijn van mijn handelingen in de
operatiekamer. Wat voor consequentie heeft het voor de maatschappij en
persoon in kwestie.
6. Organisatie
7. Professionaliteit en kwaliteit  houden aan afspraken en protocollen

 Uitleggen welke positie de anesthesiemedewerker inneemt binnen de
gezondheidszorg.
De anesthesiemedewerker zorgt ervoor dat de patiënt veilig de operatie doorkomt.
Dat gebeurt aan de hand van vastgestelde richtlijnen (staan in beroepsprofiel).
Hierdoor wordt de veiligheid van de patiënt gewaarborgd.

, Uitleggen wat de wet BIG inhoud en in hoeverre de wet BIG van toepassing is
op het beroep van de anesthesiemedewerker.
Beroep en individuele gezondheidszorg = wettelijk beschermende beroepstitel.
Staan in BIG:
1. Apothekers
2. Arts
3. Tandarts
4. Verloskundige
5. Verpleegkundige
6. Psycholoog
7. Psychotherapeut
8. Fysiotherapeut
Door de BIG worden patiënten beschermt want zo kan niet zomaar iemand zeggen
dat hij bijv. tandarts is en die handelingen uitoefenen.
Je moet bevoegd en bekwaam zijn om die medische handelingen uit te oefenen.

Anesthesiemedewerker staat niet in BIG, dus wij mogen niet zelfstandig handelingen
uitoefenen. Wij moeten eerst toestemming vragen aan iemand die in de BIG staat om
die handelingen uit te oefenen. De arts blijft dan wel verantwoordelijk voor wat de
anesthesiemedewerker doet.

 Kan verwoorden wat de rol is van het College van Zorg Opleidingen (CZO)
HBO-v diploma krijg je gewoon en je anesthesiemedewerker diploma krijg je van het
CZO. Hun bepalen wat je moet kennen en kunnen aan het eind van je opleiding. Zo
blijft er kwaliteit in de opleiding.

Beroepsvereniging van anesthesiemedewerkers = NVAM
CZO werkt samen met
o NFU (Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra
vertegenwoordigt de acht samenwerkende umc’s in Nederland)
o NVZ (Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen)

 In eigen woorden uitleggen wat de taken en verantwoordelijkheden van een
anesthesioloog zijn in relatie tot de anesthesiemedewerker.
o De anesthesioloog start met de narcose, de anesthesiemedewerker kan dit
verder doen als de anesthesioloog hier opdracht toe geeft.
o De anesthesioloog is verantwoordelijk voor de patiënt en voor de
anesthesiemedewerker.

 Uitleggen wat de verantwoordelijkheden van de anesthesiemedewerker zijn ten
opzichte van de patiënt.
o Veilig gevoel geven
o Zorgen dat iemand geen pijn ervaart
o In leven houden
o Ligging van de patiënt

 Uitleggen binnen welke verschillende contexten een anesthesiemedewerker
binnen de gezondheidszorg werkzaam kan zijn.
- Gegevens verzamelen over de patiënt. = pré-operatieve screening = P.O.S.

, - Patiënt veilig bijbrengen op de recovery-kamer. En helpen als de patiënt zich
misselijk voelt, verward is of pijn heeft.
- Pijnconsulent
- Physian Assistent  verpleegkunde met bevoegdheden.
- Peroperatieve zorg

 Verwoorden welke taken en verantwoordelijkheden medewerkers op de
recovery hebben
- Patiënt moet geen pijn hebben.
- Vragen beantwoorden  wel weten wanneer je de antwoorden mag geven.
- Geruststellen
- Controleren van vitale functies.


Les 4 – College: Inleiding anatomie en fysiologie/ medische terminologie
Macroscopisch (blote oog) = topografie: waar alles ligt in het lichaam
Microscopisch (instrumenten nodig) =
 Histologie  weefselleer
 Cytologie  celleer
 Biochemie  basiselementen van de cellen zelf
Pathologie = disfunctioneren, ziekteleer, stoornissen, aandoeningen

Medische terminologie:
Hypo = laag
Hyper = hoog
…itis = ontsteking
…tomie = openmaken/snijden
…ectomie = er uithalen/snijden

Topografie:
Alles wat je beschrijft gebeurt vanuit de anatomische houding. Je kijkt vanuit de persoon zelf.

3 vlakken (voor doorsnedes):
 transversaal = horizontaal ‘snijden’ = je krijgt
dan een boven en onderkant
 saggitaal = verticaal ‘snijden’ = je krijgt dan
een rechter en linker kant, hoeft niet precies in
het midden.
Mediosaggitaal = precies in het midden
‘snijden’
 frontaal = je krijgt een voor en achter kant.

Plaatsbeschrijving (voor aanzichten):
 Craniaal = in de richting van / aan de kant van
de schedel
 Superior = boven / hoger
 Caudaal = in de richting van / aan de kant van
het staartbeen
 Inferior = onder / lager
 Ventraal = aan de buikzijde
 Anterior = voor
 Dorsaal = aan de rugzijde
 Posterior = achter
 Centraal = in het midden gelegen

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maartjebakkers1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 66475 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,49  1x  verkocht
  • (0)
  Kopen