Dit is een samenvatting van het vak anatomie, deel 1. Dit vak wordt gegeven aan de leerling anesthesiemedewerker en operatieassistenten in de BVP periode van het eerste jaar van de opleiding. Aan de hand van deze samenvatting heb ik een goed cijfer gehaald voor de toets.
Anatomie en fysiologie deel 1
LESSEN CYTOLOGIE EN HISTOLOGIE
Wat zijn cellen?
Modern cell theorie
1. De cel is het kleinste onderdeel van een organisme dat als levend wordt beschouwd.
2. Alle levende dingen zijn gemaakt van cellen.
3. Alle cellen komen van reeds bestaande cellen.
Wat is leven?
Leven is moeilijk de definiëren maar heeft wel een paar vaste kenmerken:
- Orde vs chaos
- Reproductie
- Groei en ontwikkeling
- Metabolisme
- Homeostase
- Evolutionaire adaptatie
Verschillende celtypes
1. Eukaryotische cellen:
- Celkern
- Interne membranen
- Organellen
- Hoge graad van organisatie
2. Prokaryotische cellen:
- DNA los in cytoplasme
- Geen interne membranen
- Geen organellen
- Lage graad van organisatie
Eukaryotische cel Prokaryotische cel
1
,Celcyclus
Celcyclus is bij eukaryotische cellen het cyclische proces van celdeling en groei tot de volgende
celdeling. Bij eukaryoten bevat elke diploïde cel een aantal paren chromosomen, waarbij de twee
chromosomen van een paar min of meer aan elkaar gelijk zijn. Een organisme kan soms wat groeien
doordat zijn cellen in grootte toenemen, maar voor verdere groei is vermeerdering van cellen nodig.
Het principe van vermeerdering van cellen is eenvoudig: een cel doorloopt een fase waarin zij in
omvang toeneemt, plasmagroei, daarna deelt de cel zich waarbij twee nieuwe dochtercellen worden
gevormd.
Eukaryote cellen hebben celcyclus die in te delen is in twee fases, namelijk:
1. Interfase: voorbereiden op het delen van de cel. De interfase wordt onderverdeeld in drie
subfases:
- De G1-fase: belangrijke toename van cytoplasma in de cel plus het aanmaken van
eiwitten, ter voorbereiding op de celdeling.
- De S- of synthesefase: de cel gaat alle chromosomen of anders gezegd alle informatie die
de celkern bevat voor het functioneren van de cel kopiëren door replicatie. Het
verdubbelde celkern-materiaal kan dan bij de mitose worden gedeeld. Elk van de twee
nieuwe chromosomen heet nu chromatide.
- De G2-fase: de periode tussen het verdubbelen van het DNA en de deling van de cel. In
deze fase worden stoffen gemaakt die belangrijk zijn voor de celdeling.
- Tussen G1- en S-fase en na de G2-fase zijn er ook 'checkpoints' (controlepunten). CH2
(checkpoint 2, na G2) controleert of de DNA-replicatie goed is gebeurd. Kleine fouten
worden hersteld, maar als er zich te grote fouten voordoen gaat de cel in apoptose
(geprogrammeerde celdood).
Interfase
2. Mitotische fase: de uiteindelijke deling van de kern.
- De mitose of kerndeling, waarbij de chromosomenparen paarsgewijs uit elkaar gaan.
- De cytokinese: de deling van het cytoplasma.
Mitotische fase
2
,Mitose
De mitose of kerndeling is het proces waarbij de chromosomenparen paarsgewijs uit elkaar gaan. Dit
is een onderdeel van de celcyclus. In de kern van een eukaryote cel liggen de chromosomen met het
erfelijke materiaal en de kernlichaampjes (nucleoli) ingebed in een korrelige massa, het kernplasma.
De kern wordt omgeven door een dubbele membraan, de kernmembraan. Een kern kan niet zomaar
in tweeën worden gedeeld. De chromosomen moeten bij een mitose onveranderd worden
doorgegeven van cel naar cel. De chromosomen die alle erfelijke informatie bevatten, worden dan ook
verdubbeld of gekopieerd en daarna over beide cellen verdeeld. Deze erfelijke informatie is belangrijk
voor de regeling van alle biologische activiteiten in de cel en daarmee belangrijk voor de ontwikkeling
en de functie van de cel. De verdubbeling van de chromosomen vindt plaats tijdens de S-fase van de
celcyclus en maakt geen onderdeel uit van de mitose (de M-fase).
Mitose (bv huiddeling)
Mitose gebeurt in fases:
1. Interfase = de cel groeit.
2. Profase = hier vormt zich een spoelfiguur (microtubili). Verdwijnen van de kernmembraan.
Spiralisatie van chromatine en aanhechting van de centromeren ad microtubuli.
3. Metafase = microtubuli slepen de chromosomen naar het midden
4. Anafase = centromeren breken
5. Telofase = de cel strekt nog verder
Uiteindelijk heb je twee identieke cellen
Meiose
De meiose, reductiedeling of rijpingsdeling is een tweedelig delingsproces dat voortplantingscellen
produceert. Chromosomen komen bij veel organismen in paren voor, de homologe chromosomen,
waarvan door de bevruchting een afkomstig van de ene ouder en een afkomstig van de andere ouder.
De moedercel is diploïde en bevat homologe chromosomen. Tijdens de meiose worden de homologe
chromosomen volgens het toeval verdeeld over de dochtercellen. De dochtercellen bevatten slechts
één chromosoom van elk paar en zijn haploïde.
Meiose (sperma en eicellen)
Meiose gebeurt in fases:
1e meiotische deling = dezelfde stappen als mitose MAAR tijdens de profase 1 wisselen
chromosomen stukken DNA uit crossing over.
2e meiotische deling = Analoog aan mitose. In anafase 2 worden zusterchromatiden gescheiden. Aan
’t einde: 4 haploide cellen met verschillende DNA.
DNA is een biochemisch macromolecuul dat fungeert als belangrijkste drager van erfelijke informatie
in alle bekende organismen. DNA behoort net als RNA tot de nucleïnezuren. Een DNA-molecuul
bestaat uit twee lange strengen van nucleotiden, die in de vorm van een dubbele helix met elkaar
vervlochten zijn. De twee strengen zijn met elkaar verbonden door waterstofbruggen, die steeds twee
tegenover elkaar liggende nucleotiden verbinden. DNA bevat vier verschillende nucleotiden met de
nucleobasen adenine, thymine, guanine en cytosine (A, T, G en C). De beide strengen zijn
complementair doordat de basen alleen als de basenparen AT en GC kunnen voorkomen. De
volgorde van nucleotiden in een streng wordt een sequentie genoemd. Doordat er zeer veel
sequenties mogelijk zijn, kan de volgorde van nucleotiden unieke erfelijke informatie verschaffen.
Zoals met letters woorden, zinnen en boeken gemaakt kunnen worden, zo worden ook de letters van
het DNA (de nucleotiden dus) gebruikt om allerlei erfelijke informatie te coderen.
DNA bevindt zich in cellen in de vorm van chromosomen. Chromosomen kunnen miljoenen baseparen
bevatten. Door middel van de replicatie wordt het DNA in een chromosoom gekopieerd. De replicatie
gaat vooraf aan de celdeling. Zodoende krijgt elke cel een kopie van het DNA, en kan via de
voortplanting het DNA doorgegeven worden aan het nageslacht. Op een chromosoom bevinden zich
tientallen tot honderden genen. Een gen bestaat uit een of meer DNA-sequenties die coderen voor
een of meer eiwitten. Eiwitten vervullen binnen en buiten de cel een zeer grote verscheidenheid aan
biologische functies. In eukaryote organismen bevinden de chromosomen met het DNA zich in de
celkern. Daarnaast is er ook DNA aanwezig als mitochondriaal DNA in de mitochondriën in de vorm
van circulaire chromosomen. Aan de hand van de genetische code kan de DNA-sequentie van een
gen vertaald worden in de aminozuursequentie van een eiwit. Dit proces wordt eiwitexpressie
genoemd. Bij de transcriptie wordt het DNA van een gen eerst gekopieerd naar mRNA, en het mRNA
3
, wordt vervolgens bij de translatie vertaald naar een eiwit.Bij de meeste organismen vormen de genen
maar een klein gedeelte van de totale hoeveelheid DNA. Veel andere gedeelten van de chromosomen
zijn betrokken bij de regulatie van de eiwitexpressie. Van veel van het overige DNA is de functie niet
bekend.
Nucleotiden vormen lange ketens. Deze ketens vormen paren, met de nucleotiden verbonden paren.
In totaal heb je 46 paren. Voordat een cel zich kan delen moet het erfelijk materiaal worden
verdubbeld. Het erfelijk materiaal in een cel bestaat uit DNA. DNA is opgebouwd uit nucleotiden (ook
wel stikstofbasen).
Karyotype
Het karyotype of karyogram van een organisme is een afbeelding van de chromosomen, zoals deze
tijdens een bepaald stadium (metafase) van de celdeling te zien zijn onder een microscoop. Door dit
karyogram of karyotype te bestuderen, kunnen grotere chromosoom-afwijkingen (bijvoorbeeld aantal
of vorm van de chromosomen) gevonden worden.
Helpt met leren
Youtube: Amoeba sisters
Spelletje: Cell craft
1. Epitheel of dekweefsel
- Epitheel bedekt oppervlakken bekleed lichaamsholten en vormt klieren
- Vaak snelle celdeling, weefsel reageert vaak goed op omgevinsstressoren
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Georgia. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.